Multifunctionele Pelle Clement zit tussen eerste elftal en Jong Ajax in ajaxlife 23-12-2016 Vluchtgedrag Gieriger Broederverbond 'ALLES WAS VRIJBLIJVEND. IK VOETBALDE NIET MET HET DOEL PROF TE WORDEN' Pelle Clement (20) zal het jaar 2016 niet snel vergeten. De aanvaller verlengde zijn contract en debuteerde op drie fronten in het eerste elf tal. 'De geluksfactor speelt een rol, maar dit heb ik zelf verdiend.' Groeispurt DE TOEKOMST «f 'Ik ben nog steeds te bescheiden' haalbaar was, dacht Clement nooit aan zichzelf. Eerder aan Jairo Rie- dewald, die ook twee jaar eerder zou debuteren. "Ik ken hem vanaf de D'tjes. We zijn close. Nog steeds. Naast kwaliteit had hij toen al een bepaalde volwassenheid. Op het veld en daarbuiten. Een zakelijke benadering in combinatie met ple zier. Ik zag voetbal als hobby." Het kwartje viel pas in zijn tweede seizoen in de A1. "Ik speelde met jongens als Appie Nouri, Donny van de Beek, Zakaria el Azzouzi en Aschraf el Mahdioui. Zij zijn allemaal een jaar jonger. Vanaf dat moment heb ik een bepaalde agressie in mezelf om er alles uit te halen en me te verbeteren. Dat is pas anderhalf jaar geleden," consta teert hij verrast. Ook in de A1 ging het niet altijd zoals gehoopt. "Ik weet nog dat ik lekker draaide, maar dat Robert Muric vanuit Jong Ajax moest meespelen in een wedstrijd voor de Uefa Youth League. Dat ging ten koste van mij. Daar moet je mee leren omgaan. Zo werkt het voetbal. Mentaal moet je het kunnen opbrengen om tussen twee teams te hangen. Omdat ik het in de jeugd meemaakte, heb ik er nu voordeel van." Teleurgestelde spelers kunnen vechten of vluchten. "Precies. Ik ver toonde in de B2 nog vluchtgedrag. Dan ging ik dus wel met vrienden de stad in als het bij Ajax niet liep. Dat kwam mijn spel niet ten goede. Ik ben daardoor wel een paar keer op m'n bek gegaan, maar had het geluk dat het steeds goed kwam. Een belangrijke les, want kunnen omgaan met teleurstelling maakt of breekt je op een bepaald moment in je loopbaan." Inmiddels weet Clement na de thuisduels tegen NEC en Panathi- naikos wat het is om te spelen voor het kritische oog van vijftigduizend Ajacieden. "Jairo had me goed voor bereid. Ik kende geen angst. Er zat wel spanning op, maar ik vond het vooral lekker. Het gaf me voldoening en positieve energie. De bevestiging dat ik goed bezig ben," zegt hij glun derend. De linksbuiten weet wat hij wel en niet kan. "Ik ben geen specialist, kan overal op het middenveld en in de voorhoede uit de voeten. Ik ben gevaarlijk met loopacties in de diepte, waar veel andere buiten spelers de bal komen halen. Verder moet ik het hebben van snelheid, slimheid en combinatiespel met de middenvelders." Hoewel zijn statistieken aanzien lijk beter zijn dan vorig jaar, is Clement niet tevreden over zijn rendement. "Ik moet gieriger wor den. Wat Anwar el Ghazi in zijn spel heeft. Hij komt een maandje bij Jong Ajax en rost er vier in. Hij schiet gewoon vanaf 25 meter. Niet nadenken, maar doen. Dat vind ik echt een kwaliteit. Ik ben nog steeds te bescheiden. In de jeugd legde ik ook altijd de bal af in plaats van zelf te scoren." Tot op de dag van vandaag heeft geen enkele trainer dat uit hem gekregen. "Uit tegen Cambuur kre gen we een strafschop. Justin Klui- vert vroeg of hij hem mocht nemen om zo zijn eerste doelpunt voor Jong Ajax te maken. Dat gun ik hem dan op dat moment. Dan denk ik niet aan mijn eigen statistieken." Maakt die bescheidenheid hem te soft om de absolute top te halen? "Misschien, maar je kunt mijn bescheidenheid geen zwakte noe men. De trainers maken me ook wel duidelijk dat ik bij een 3-0-winst een goal en een assist achter mijn naam moet hebben staan. Ik bekijk veel beelden met John Heitinga. Als ik dan niet schiet, geeft hij een tik op mijn achterhoofd en vraagt waarom ik niet voor eigen succes ging." Dat er dit seizoen vaak met lof over Jong Ajax wordt geschreven, begrijpt Clement wel. Het geheim? De spelers gaan voor elkaar door het vuur. "Als iemand de bal ver liest, wil iedereen het voor diegene goedmaken. Het is een soort broe derverbond. Iedereen gunt elkaar het succes. Zo voel ik het. Ik vond het ook leuk om te zien hoe Appie, Donny en Matthijs het tegen Stan dard Luik deden, ook al baalde ik dat ik er zelf niet bij was." Terugblikkend onder de kerst boom kan hij alleen maar tevreden zijn over 2016. "Een fantastisch jaar. Dat begon vorig seizoen al in de Jupiler League. Mannenvoetbal. Dat heeft me volwassener gemaakt in mijn spel. Dit laatste halfjaar was mijn mooiste tot op heden. Onze manier van spelen, de sfeer in de groep, mijn debuut in de beker, com petitie en Europa League. Alles zat kort op elkaar, maar het was prachtig. De geluksfactor speelt een rol, maar dit heb ik zelf verdiend." Hoewel hij vorig seizoen tijdens de kerstdagen in Tanzania verbleef, blijft hij nu dichter bij huis. "Ik hou er in mijn achterhoofd rekening mee dat ik mee mag naar Portugal, omdat ik sinds het trainingskamp in Oostenrijk de stijgende lijn te pak ken heb." PELLE CLEMENT DOOR SANDER ZELDENRIJK Nee, als achtjarige voelde Pelle Cle ment niets voor de overstap naar Ajax. "We maken er thuis nog wel eens grapjes over. Ik had het bij Koninklijke HFC naar mijn zin en vond het Ajaxverhaal spannend. Mijn ouders zeiden dat ik het gewoon een jaar moest proberen. Daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor," zegt de geboren Amsterdam mer lachend. Die dankbaarheid is logisch. Na een tamelijk anoniem opleidtraject debuteerde hij in een maand tijd in de beker, competitie en in Europees verband voor het eerste elftal. De linksbuiten blijft er nuchter onder. "Ik ken mijn plek. Door het inci dent met Anwar el Ghazi kreeg ik minuten. Ik weet nu wel dat ik er dicht tegenaan zit en de trainers me in de gaten houden." Clement speelde tien jaar in de kweekvijver, maar behoorde nooit tot de toptalenten. Hij beleefde zijn moeilijkste periode in de B'tjes. "Na een groeispurt raakte ik toen mijn snelheid en wendbaarheid kwijt. Eigenlijk mijn hele motoriek. Ik zat daardoor vooral op de bank. Dat maakte me onzeker." Naast de fysieke uitdaging, schoot hij in mentaal opzicht ook tekort. "Tijdens de tussentijdse evaluaties kreeg ik vaak een schop onder mijn kont. Dat had ik nodig. Ik kon de motivatie niet uit mezelf halen. Alles was vrijblijvend. Ik voetbalde niet met het doel prof te worden." Als een jeugdtrainer naar de Arena wees en vertelde dat de 'overkant' maar voor een enkeling

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2016 | | pagina 7