Ajax' afscheid van het Olympisch Stadion sneeuwde onder tegen Panathinaikos ONDER ajaxlife Hoe zat dat ook alweer? Je kunt deze vraag- loslaten op allerlei gebeurtenissen binnen Ajax. Wij gaan op zoek naar het antwoord. In deel 8: waarom nam Ajax geen goed afscheid van het Olympisch Stadion in 1996? ONDER DE LOEP -f Q 18-11-2016 M.9J Een vaarwel in stilte konden maximaal 62.000 mensen in. Amsterdam diende dat aantal te overtreffen. 64.500...dat was meer dan het dubbele van de capaciteit in De Meer, waar een volle bak 29.500 bezoekers betekende. Tot aan de invoering van het betaald voetbal maakte Ajax slechts een enkele keer gebruik van het Olympisch Stadion, dat in de volksmond kortweg Het Stadion werd genoemd. In tegenstelling tot De Meer bezat het, sinds de uit breiding in 1934, een lichtinstalla tie. Omen Tot aan 1960 speelde Ajax voor de competitie alleen in de uitwedstrij den tegen Blauw Wit in het 'Olym pisch', maar een echte primeur vond drie jaar eerder plaats: in het Europacuptoernooi voor lands- Het Olympisch Stadion verdiende, na vele legendarische wedstrijden, zoals die tegen Bayern München, een beter afscheid. Ajax knokte in de laatste wedstrijd in Het Stadion tegen Panathinaikos en het eigen vormverlies. Tevergeefs. kampioenen, de voorloper van de Champions League. Op 27 novem ber 1957 was Het Stadion plaats van handeling van de returnwed strijd in de eerste ronde, tegen het Oost-Duitse Wismut uit Aue. De 1-0-zege (en plaatsing voor de vol gende ronde) was een goed omen. In 1960 was het Olympisch Sta dion tot aan de nok toe gevuld voor de beslissingswedstrijd om het landskampioenschap, Ajax - Fey- enoord. Ook deze 5-1-overwinning was een gunstig teken. Vanaf 1966 werden Ajax, Europacupvoetbal en het Olympisch Stadion een bijna onlosmakelijk met elkaar verbon den drie-eenheid. Legendarische wedstrijden, van Ajax - Liverpool in 1966, Ajax - Bayern München in 1973, Ajax - Zaragoza in 1987, Ajax - Torino in 1992 tot (weer) Ajax - Bayern München in 1995 schakelden zich aaneen tot een fonkelend snoer. Met daartussen bijzondere klassie kers tegen Feyenoord en later PSV. Dat alles leek vergeten en ver waarloosd op de kille aprilavond in 1996 waarop Ajax in de afscheids- wedstrijd van haar tweede thuis met 1-0 verloor van Panathinaikos. In de 87e minuut velde het Poolse doelpuntendiefje Krysztof Warzy- cha het vonnis over het amechtige, met een hevige vormcrisis kam pende Ajax. Niemand die toen enig geloof had in Ajax' sensationele ontsnap ping in de uitwedstrijd. Met gebo gen hoofd verlieten de Ajacieden de heilige grasmat. In kleedkamer 52 heerste desillusie en geen enkele gedachte ging uit naar het afscheid van de zeer bijzondere voetbaltem pel. Het vaarwel verliep in stilte. de historie van Ajax had gespeeld, toonde besef van de sterke band tussen club en stadion. Het Stadion, in 1928 gebouwd om de Olympische Spelen van dat jaar te huisvesten, was, jaren na uitbreiding van de oorspron kelijke capaciteit, een welkome uitvalsbasis voor Ajax. De grote wedstrijden in de competitie wer den daar gespeeld. Het nadeel van de te betalen huur woog niet op tegen het voordeel van een hogere recette. In zijn hoogtijdagen had het Olympisch Stadion een ontvangst vermogen van 64.500 toeschou wers en was daarmee het grootste stadion van Nederland. De vergro ting, door het aanbouwen van een tweede ring, had alles te maken met. het Feyenoordstadion (dat later De Kuip ging heten). Daar DOOR DAVID ENDT Er was geen vaarwel-fanfare, er was geen afscheidsprocessie, er waren geen emotionele woorden van tabee en bedankt, er was geen televisie-special en er waren amper mooie verhalen over de glorie van vroeger en de pijn van ontbinding. Niemand leek stil te staan bij de bij zonderheid van het moment. Er was die wedstrijd, Ajax tegen Panathi- naikos, in de halve finales van de Champions League. Niet minder en niet meer. En die wed strijd was belangrijk, uiteraard, het stelde het andere evenement, de afsluiting van de aan Ajax zo nauw verbonden historie van het Olym pisch Stadion, bijna achteloos maar wel volledig in de schaduw. De waan van de dag regeerde met ijzeren hand. Een enkeling slechts besefte dat het op die woensdagavond 3 april 1996 om een diep gelaagd gedenkwaar dig moment ging. Maar was dat vreemd? Protocollen Met terugwerkend inzicht kijkend maakt de importantie van de wed strijd het iets begrijpelijker dat er weinig toeters en bellen waren bevestigd aan het afscheid van de legendarische betonnen klomp waar Ajax tal van onvergetelijke triomfen had gevierd. Als die plan nen er al waren, stonden reglemen ten het opsmukken van het vaarwel in de weg. De Uefa, krampachtig vasthoudend aan de protocollen, verbood andere dan door de orga nisatie aangegeven franje. Zo speelde aanvoerder Danny Blind tegen Panathinaikos zijn vierhonderdste officiële wedstrijd in het shirt van Ajax. Minstens reden voor het overhandigen van een ruikertje en het uitspreken van een mooie speech. Niets daarvan, zette de Uefa zich schrap, dat doet Ajax maar in zijn eigen tijd, aan het heilige draaiboek werd niet getornd. De eerlijkheid gebied te zeggen dat er vanuit de club weinig emotie lag rond het feit dat het treffen met Panathinaikos het laatste wapenfeit in dit stadion zou zijn. Niet dat veel Ajacieden ingenomen waren met het verrijzen van de Amsterdam Arena, het deed ze pijn. De bouw van het nieuwe bolwerk in Amster dam Zuidoost betekende vooral de zwanenzang van de geliefde De Meer, een sentiment dat sterker leefde dan de relatie met het Olym pisch Stadion. Recht Wat met het Olympisch Stadion zou gebeuren, was de gemiddelde Ajacied een dikke zorg, met voor uitwerkende kracht voelde men het gemis van het Ajaxthuis aan de Middenweg. Dat is begrijpelijk, maar het doet geen recht aan het Olympisch Stadion. Wie er (wat in de dagen van april 1996 dus niét gebeurde) bij stil stond welke rol de sportieve veste aan de Amstelveenseweg in

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2016 | | pagina 13