31 CÉ Twintig jaar later: herdenkingstekens en bruggetjes ajaxlife Ajax nam aan het einde van het seizoen 1995/1996 afscheid van De Meer. Tijd om terug te blikken op het stadion dat 62 jaar Ajax' thuis was. In deel 19 (slot): Park De Meer, nieuw bouw op heilige grond. Johan Cruijffbrug ADIEU DE MEER -f Q 12-05-2016 M.9J Een betonnen bal ligt verzonken op de plek (ongeveer) waar de middenstip van De Meer lag Mijmeren in Park De Meer DOOR MENNO POT Niet zo lang na de oplevering van Park De Meer, het nieuw- bouwwijkje op de plek waar ooit het Ajaxstadion stond, meldden Amsterdamse media dat huisjes melkers en andere vastgoedboeven het nieuwe buurtje alweer stevig in de greep hadden genomen. Kwalijke zaak natuurlijk, maar ik moest er onwillekeurig om grin niken: de Amsterdamse penose, van oudsher royaal vertegenwoor digd op de eretribune van het sta dion, had De Meer kennelijk nog niet helemaal verlaten. Van die vaststelling ging ook wel weer een ironisch soort troost uit. Op de heilige grond waar Ajax van 1934 tot 1996 zijn thuiswed strijden speelde, verrezen ongeveer negenhonderd woningen. De sloop van het stadion begon in augustus, ruim drie maanden na de laatste wedstrijd. De nieuwbouw begon in 1998. In 2002 was het helemaal klaar. Ik weet niet meer precies wan- neer ik voor het eerst in de woonwijk kwam, want na Ajax - Willem II van 28 april 1996 meed ik de oude vertrouwde plek een paar jaar als de pest. Ik wilde er niet naartoe. De wetenschap dat het stadion er niet meer zou staan... ik vond het maar moeilijk. Ik voelde niets voor de afscheidsavond 'Adieu De Meer' op 5 augustus 1996, al was het maar omdat de kaarten zo duur waren. Ik wilde de beelden van de sloop (vanaf 12 augustus) niet zien en het kaalgeslagen, braakliggende terrein ook niet. Zelfs de huldiging op de oude Ajaxgrond, na het behalen van de landstitel van 1998, sloeg ik over. Voltooiing Park De Meer zag ik pas voor het eerst toen ik, in 1999 of 2000, besloot voortaan naar uitwed strijden van Ajax te reizen met de bussen van Axios. Die vertrokken vanaf de Middenweg, pal voor het nog in aanbouw zijnde wijkje. Pas na de voltooiing, toen het al volop bewoond was, keek ik er voor het eerst écht rond. Dat ben ik sindsdien blijven doen, zo af en toe. Eens in de zoveel tijd moet ik in Diemen of de Water graafsmeer zijn en stap ik even van mijn fiets. Dan wandel ik een kwar tiertje rond tussen de huizen, mij merend over wat ooit was. Ik word altijd een beetje ver drietig in Park De Meer. Ik heb iets tegen die plek. Lelijk? Dat zou ik niet eens willen zeggen. Het is in elk geval niet erg urbaan, laat staan Amsterdams: het had ook in Zoetermeer, Heerhugowaard of Emmen kunnen liggen. De straten zijn er vernoemd naar Europese stadions waar Ajax legendarische wedstrijden speelde: Anfieldroad (lelijk, aan elkaar geschreven), Bernabéuhof, Prater laan, Wembleylaan, Delle Alpihof. Naar De Kuip vernoemde men maar geen straat, al won Ajax daar een van de vier Europacups voor landskampioenen. De hoofdader, die de stadionstraten kruist, kreeg de chique naam Esplanade De Meer. Het is een waterrijk wijkje met dertien houten bruggetjes, die wer den vernoemd naar Ajacieden uit de gouden jaren zeventig: van Sjaak Swart tot Gerrie Mühren, van Horst Blankenburg tot Arie Haan en ja, er is ook een Johan Cruijff- brug. Waarom alleen de bruggetjes naar die spelers werden vernoemd en niet de straten? Simpel: Amster dam vernoemt geen straten naar nog levende personen. Een kwestie van beleid. Middenstip We stappen uit lijn 9, steken de Middenweg over en wandelen over Esplanade De Meer naar het hart van de buurt. Vogels fluiten. De voorjaarszon schijnt. Kinderen spe len op straat. En daar ligt-ie, ver zonken in het beklinkerde plein: de betonnen bal die de middenstip van De Meer moet voorstellen. Hij ligt niet helemaal op de goede plek. Op de zijkanten van twee hoge gebou wen zien we een vakkenpatroon in rood-wit, versierd met de bordjes die in De Meer de vakopgangen aanduidden. Rondom het plein zijn puien en pilaren versierd met kerami sche tegelplateaus ontworpen door Harald Vlugt: er staan momenten uit wedstrijden op afgebeeld, een beetje stripachtig. Tja. Het is beter dan niets. Men heeft in elk geval iets gedaan om de voorbijganger erop te wijzen dat hier ooit het stadion van Ajax stond. Toch vind ik het altijd weer karig: een beetje gestileerd, een beetje 'vinex'. Had er niet een monument kunnen worden gemaakt van een hoek originele tribune, met een bord met toelichting erbij? Ik ben er, twintig jaar na het afscheid, nog altijd niet aan gewend dat De Meer er niet meer staat. Dat de trainingsvelden er niet meer lig gen. Dat de lichtmasten niet meer afsteken tegen de hemel. Park De Meer fluistert elke keer opnieuw die pijnlijke mededeling in mijn oor: het is weg, het is verdwenen. Niet alleen het stadion, maar ook de morsige Amsterdamse club die er speelde. En toch: met je verbeeldingskracht kun je veel doen. Sluit je ogen, adem in en voor je het weet hoor je het geroezemoes en het geschuifel van de Middenweg op zondagmid dag, rond de klok van twee. Gelach. En hoor, daar is die krakende stem weer: "Programma! Een officieel programma!" Zolang ik die stem nog hoor, staat De Meer er nog een heel klein beetje. De helden van De Meer kregen geen straten naar zich vernoemd, wel bruggen. aanvaller, winnaar Europa Cup 1 1971. 1972, 1973

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2016 | | pagina 13