Vaders en zonen in het rood-wit: vriendjespolitiek of genetisch bepaald?
8 ACHTERGROND
30-04-2016
ajaxlife
'Hij speelt alleen maar bij Ajax vanwege zijn
achternaam' of 'zijn vader kon een stuk beter
voetballen': het zijn kreten die zoontjes van
oud-Ajacieden vast wel eens horen op De
Toekomst. Een profvoetballer als vader: opent
het deuren of niet?
Scouting
'AJAX IS GEEN FILANTROPISCHE
INSTELLING. DE STELREGEL BIJ AJAX
IS DAT HET GAAT OM KWALITEIT'
maar bij Ajax vanwege zijn achter
naam. Ze moeten dus vaak meer
presteren dan anderen," zegt hij.
Fruitschaal
'WAT HET HUILEN BETREFT LIJK JE MEER OP JE MOEDER!'
"Was jij ook snel vroeger," vraagt Gabriël Reiziger (10)
verbaasd aan zijn vader Michael (42). "Ik was super
snel, man." De karakteristieke glimlach verschijnt op
Michaels gezicht. "Hij heeft me nooit zien voetballen,
alleen bij de veteranen. Dat is natuurlijk wel andere koek
dan mijn hoogtijdagen."
Linkerbeen
'Een voetbalgen be
DOOR SAM PORSKAMP
Bashan Enoh, Joe van der Sar,
Justin Kluivert, Gabriël Reizi
ger en Divaio Bobson hebben één
droom: het eerste elftal van Ajax
halen. Mocht dat ze lukken, tre
den de talentjes - ze zitten nu nog
in de Amsterdamse jeugdopleiding
- in de voetsporen van hun vaders
Eyong, Edwin, Patrick, Michael en
Kevin.
Volgens Wim Anderiesen jr. -
zoon van Wim Anderiesen sr., die
van 1925 tot 1940 bij Ajax speelde
- is er echter nog een lange weg te
gaan voor de talenten. De ex-ver
dediger maakte ruim vijfendertig
jaar na zijn vader zijn debuut bij
Ajax. Hij ziet een bekende achter
naam vooral als een last.
"Er zijn altijd mensen die
menen dat je, als zoon van een
beroemde vader, voordeel van
die naam hebt. Maar ik zeg je dat
het eerder nadelen met zich mee
brengt, want je wordt altijd ver
geleken met iemand die al gestopt
is met voetballen. Dan overheerst
altijd de herinnering aan het goede.
Ik moest daar tegenop boksen,"
zegt hij in het jubileumboek Ajax
1900-2000. "Jack Reynolds, die
zowel trainer van mijn vader was
geweest als van mij, zei mij dat ik
een technisch betere voetballer was
dan hij (zijn vader, red.). 'Maar',
zei hij dan veelbetekenend, 'je kunt
nooit beter worden dan hij.'"
Maar hadden Anderiesen jr. en al
die andere zoontjes van ex-voetbal
lers het sowieso wel geschopt tot
Ajax zonder die bekende achter
naam? Met andere woorden: speelt
het bij de scouting niet onbewust
mee als iemand het zoontje is van
een goede voetballer? Mister Ajax
Sjaak Swart - nog altijd veelvul
dig te vinden op het jeugdcomplex
van Ajax - weet dat een bekende
achternaam de poorten van De
Toekomst zeker opent voor jonge
spelertjes.
"Natuurlijk is dat een voordeel,"
zegt de ex-Ajacied. "Je komt overal
binnen. Dat is gewoon zo. Als je
vader de Champions League heeft
gewonnen, kom je als zoon natuur
lijk sneller in de jeugdopleiding
terecht dan een leeftijdsgenootje.
Begrijp me niet verkeerd: als die
zoon veel minder talent heeft dan
zijn vader wordt-ie natuurlijk niet
zomaar aangenomen. Hij wordt
misschien wel eerder gezien met
een bekende achternaam, maar hij
moet wel kwaliteit hebben."
David Endt, oud-teammana
ger van Ajax, kan zich ook niet
voorstellen dat sentiment geen
enkele rol speelt. "Scouting is ten
slotte mensenwerk. Maar om een
oud-jeugdtrainer van mij te citeren:
Ajax is geen filantropische instel
ling. De stelregel bij Ajax is dat het
gaat om kwaliteit. Ik kan ook geen
voorbeelden noemen waarbij de
achternaam een rol heeft gespeeld
bij de scouting."
fjto
*<35
DAVID ENDT
Patrick Ladru, het huidige hoofd
jeugdscouting van Ajax, sluit het
eventueel voortrekken van bekende
voetballerszoontjes helemaal uit.
"Het gaat puur om de kwaliteiten
van het spelertje zelf," zegt Ladru.
"Ik heb ooit de zoon van een
oud-Ajacied afgewezen, terwijl de
oud-speler met mij samenwerkte
op De Toekomst. Dat zegt genoeg,
lijkt me."
Endt ziet een bekende achter
naam als een nadeel. "Onvermij
delijk krijgen jongens als Joe van
der Sar en Justin Kluivert meer
aandacht van het publiek en de
pers. Veel mensen hebben als eerste
reflex om te zeggen: hij speelt alleen
Misschien wel het beste voorbeeld van een speler die last ondervond van zijn achternaam:
Tot zover de opvattingen binnen
de voetballerij zelf. Hoe kijken
wetenschappers en deskundigen
buiten de voetbalwereld ernaar?
Kinderpsycholoog Nelleke van
Uden denkt dat het hebben van
een ex-voetballer als vader twee
kanten op kan gaan. Aan de ene
kant blijkt uit onderzoek dat het
hebben van een rolmodel een posi
tieve invloed heeft op een kind, aan
Michael en Gabriël Reiziger.
Hij moet nu vooral plezier maken.'
Gabriël wil niets liever dan prof
voetballer worden. Hij speelt nu
bijna twee jaar in de jeugdop
leiding van Ajax. Michael weet
nog goed toen hij zijn eerste trai-
ningstenuetje kreeg. "Natuurlijk
was ik trots. Hartstikke leuk dat-ie
dit nu al bereikt heeft."
Gabriël vraagt veel aan zijn
vader. Hij is erg benieuwd naar hoe
Michael alles heeft gedaan. Kon
zijn vader bijvoorbeeld goed tegen
zijn verlies? "Nee? Ik ook niet,"
zegt Gabriël tevreden. "Ik moet
altijd huilen als ik verlies." "Nou,
wat dat betreft lijk je meer op je
moeder," grapt Michael.
Als Michael aan het woord is,
luistert Gabriël letterlijk met open
mond naar zijn grote voorbeeld.
Zijn vader heeft immers alles
bereikt wat hijzelf ook wil. Of dat
er daadwerkelijk in zit bij zijn zoon
is volgens Michael op deze leeftijd
moeilijk te zeggen.
"Hij moet nu vooral plezier maken,
dat is het belangrijkste. Talent
heeft-ie zeker. Hij is snel, tech
nisch en heeft een neusje voor de
goal. Natuurlijk is Ajax een pres
tatieclub, maar ook dan kun je
plezier hebben. Kijk maar naar
FC Barcelona. Die hebben de
grootste lol en winnen daarnaast
alles wat er te winnen valt."
Toen de familie Reiziger nog in
Spanje woonde, waren vader en
zoon onafscheidelijk. Als ze samen
gingen voetballen speelde Michael
de bal expres op Gabriëls zwakkere
linkerbeen. Zelf begon hij pas heel
laat met het trainen op zijn ver
keerde been. Dat moest zijn zoon
dus beter kunnen.
Buiten het
trainen op
zijn linker
been houdt
beer me er zo
min mogelijk mee
te bemoeien. Waar
ik kan helpen,
help ik. En
als-ie vra
gen heeft
praten we
erover."
Michael zich naar eigen zeggen
redelijk op de achtergrond. De
trainers bij Ajax hebben genoeg
verstand van zaken. Michael laat
zijn zoon vrij. Hij moet het uit
eindelijk toch zelf doen. Door zijn
werk als assistent-trainer bij Sparta
komt Michael ook steeds minder
vaak kijken.
"Dat is wel jammer, ja," zegt
Gabriël enigszins beteuterd.
Michael: "Ik breng hem wel
zoveel mogelijk van en naar de
training. Ik pro-