Leo Beenhakker kende bewogen jaren bij Ajax
ajaxlife
WIN DE BIOGRAFIE
OP EEN BEPAALD MOMENT HADDEN
ER NOG MAAR TWEE MENSEN
VERTROUWEN IN DAT HET GOED
ZOU KOMEN, ZLATAN EN IK'
In de door Bert Nederlof geschreven biografie
Don Leo, het werd stil aan de overkant gaat
Leo Beenhakker onder meer openhartig in op
de drie periodes waarin hij voor Ajax werkte.
PROFIEL
19-11-2015
Een Rotterdamse kopstoot
Leo Beenhakker was hoofdtrainer
van Ajax van 1979 tot 16 maart
1981, van 1990 tot 7 oktober 1991
en hij was technisch directeur van
2000 tot 2003. Tot twee keer toe
diende de geboren Rotterdammer
zijn contract niet uit, maar hij nam
wél zelf ontslag. De eerste keer zelfs
op staande voet, nadat het bestuur
Beenhakker had geëist Tscheu La
Ling niet op te stellen in een wed
strijd tegen FC Groningen. Been
hakker weigerde, omdat zijn auto
riteit werd aangetast en trok zijn
conclusies.
De tweede maal vertrok Been
hakker voortijdig nadat hij een
aanbieding had gekregen technisch
directeur van Real Madrid te wor
den. Met die club was hij eerder
als trainer al drie keer kampioen
geworden. Het
vertrek van Been
hakker op 7 okto
ber 1991 zorgde
voor veel commo
tie.
'Ik wist het
niet, wat moest ik
doen? Ik vond het
natuurlijk een hele eer als een club
als Real Madrid je terugvraagt. Ik
had er drie geweldige jaren gehad,
maar ik had het ook goed naar mijn
zin bij Ajax. En de relatie met het
bestuur was goed, ik kon prima
mijn ding doen met de staf. Ik heb
er over nagedacht en er met Michael
van Praag, Arie van Os en Arie van
Eijden over gesproken.'
'Michael was behoorlijk boos
toen hij merkte dat ik er eventueel
wel op wilde ingaan. Naar buiten
In samenwerking met uitgeverij Edico-
la Publishing geeft Ajax Life vijf exem
plaren weg van het boek Don Leo, het
werd stil aan de overkant. Wil je als lid
van SV Ajax kans maken, ga dan naar
ajaxlife.nl/prijsvraag. Meedoen kan tot
en met 26 november.
DON LEO, HET WERD STIL
AAN DE OVERKANT
Bert Nederlof
Edicola Publishing
ISBN: 978-94-92199-27-0
Prijs: 19,95 euro
toe was hij zelfs heel boos toen het
eenmaal zover was, maar dat was
voor een deel ook gespeeld, denk
ik. Ik had het idee dat Michael naar
buiten toe wilde laten blijken dat
hij zijn uiterste best deed om me
te behouden. We hadden tenslotte
twee goede jaren gehad en daarbij
konden we ook heel goed met elkaar
opschieten. Ik heb hem die boos
heid ook nooit kwalijk genomen en
onze relatie is daarna gelukkig goed
gebleven.'
Tribune
Beenhakker werd in 1979 voor de
eerste keer hoofdtrainer in Amster
dam. Op 30 november 1980 had
hij in die hoedanigheid het inmid
dels legendarische akkefietje met
Cruijff.
V T
Ssss. Sc
LEO BEENHAKKER
'Johan trainde mee en was een soort
adviseur van Ajax. Ik had daar geen
moeite mee. Johan is Ajax, klaar.
Die dag speelden we thuis in De
Meer tegen FC Twente. Op een
gegeven moment stonden we met
2-1 achter, toen Johan vanaf de tri
bune naar beneden kwam. 'Tscheu
La Ling eruit,' zei hij direct tegen
me in de dug-out. 'Nou, Tscheu
gaat er niet uit hoor,' reageerde ik.
Tscheu bleef dus staan, we won
nen uiteindelijk met 5-3 en Tscheu
maakte twee goals.'
'Over dat incident werd veel
gesproken. Persoonlijk heb ik er
altijd een heel dubbel gevoel over
gehad. Enerzijds was Johan toenter
tijd gewoon onderdeel van de ploeg
doordat hij dagelijks meetrainde in
afwachting van een nieuwe club. Hij
was een van ons, en zo voelde het
in eerste instantie ook toen hij naar
beneden kwam. Maar soms, als het
weer eens in de pers werd opgera
keld en breed werd uitgemeten, als
die beelden weer eens op de tv ver
schijnen, ja, dan komt het gevoel
weer boven dat ik hem eigenlijk een
klap voor zijn hersens had moeten
geven. Of een Rotterdamse kop
stoot.'
Beenhakker werd drie keer
kampioen met Ajax: in 1979, 1980
en 1990.
Onderbuikgevoel
Ook als technisch directeur was
hij succesvol, met als hoogtepunt
het aantrekken van Zlatan Ibra-
himovic. In het boek zegt hij daar
het volgende over, nadat hij Zlatan
voor het eerst had zien trainen in
La Manga, waar zijn club Malmö
een trainingskamp had: 'Negentien
jaar, niet kijken wat het is, maar wat
het kan worden. Wat het is ben je
gauw klaar mee als je er een beetje
kijk op hebt. Maar wat het kan wor
den, de potentie dus, zit hem vaak in
een paar uitzonderlijke momenten.
Plus een onderbuikgevoel. En dat
was allemaal prima in orde. Alle
machtig. Hij was al een hele grote
gozer wiens lichaam hem af en toe
nog in de weg zat, maar hij had een
paar geweldige momenten. Zlatan
was een jongen van de straat, waar
trouwens niks mis mee is, maar wel
met een heel sterk karakter. Nou,
dat vond ik geen probleem, dat zijn
meestal de besten. Dat zijn meestal
de spelers die opstaan in het veld
als het echt nodig is. En dat je er
dan doordeweeks af en toe mee lag
te rollebollen, of dat ze soms wat
moeilijk coachbaar zijn, het zij zo.'
'Jeroen Slop, die uiteraard als
financiële man de onderhandelin
gen deed, maakte de zaak af. Voor
een bedrag van rond de negen mil
joen euro. Tussendoor belde ik Arie
van Eijden nog een paar keer om
hem op de hoogte te houden, en tel
kens vroeg Arie weer: 'Weet je het
zeker? Het is een hoop geld.' Nou,
ik wist het helemaal zeker, ik was
zelfs nog nooit zo zeker van mezelf
geweest. Zo kwam Zlatan Ibrahi-
movic in de zomer van 2001 naar
Ajax, ik nog niet bevroedend dat hij
de eerste drie maanden geen knik
ker zou raken...'
'Op een bepaald moment had-
den er nog maar twee mensen ver
trouwen in dat het goed zou komen,
Zlatan en ik. In die periode kwam
hij af en toe op maandag na de
training even naar boven, beetje
bijkletsen met me, weer een bak
kie vertrouwen ophalen. Hij zat er
uiteraard, gedreven als hij is, zelf
ook ontzettend mee. En het kwam
goed, hij ging steeds wat beter spe
len en zijn goals meepikken. Met als
exponent van zijn klasse die won-
dergoal tegen NAC, waarin hij naar
ik mij meen te herinneren zeven
man en de keeper uitkapte en de
bal voor het oog nonchalant in het
mandje schoof.'
In augustus 2004 zou Zlatan bij
zijn vertrek naar Juventus zestien
miljoen euro opbrengen.
DOOR BERT NEDERLOF