13 Sjakie Wolfs was meer dan schoenverzorger alleen ajaxlife Ajax nam aan het einde van het seizoen 1995/1996 afscheid van De Meer. Tijd om terug te blikken op het stadion dat 62 jaar Ajax' thuis was. In deel 5: het hok van Sjakie Wolfs. ADIEU DE MEER 24-09-2015 Het hok van de leermeester DOOR DAVID ENDT Je hoort het steeds minder, maar zo nu en dan zwemen de klanken door de Amsterdam Arena: "Sjakie, Sja kie... Sjakie, Sjakie. Sjakie, Sjakie, we worden kampioen!" Het duurt kort, zo kort dat je je afvraagt of het er werkelijk was of dat je jezelf iets wijsmaakt. Misschien is het aloude deuntje voorzien van een nieuwe tekst. De zangsliert komt van bovenaf, daar waar Vak 410 zich thuis voelt. Veel van die gasten kennen de hoofdpersoon van het supporterslied slechts uit overlevering. Zij die 'Sjakie' wel als vaste Ajaxwaarde aan de boorden van het veld hadden zien staan en wisten wat hij deed en wie hij was, zullen het hebben doorgegeven aan de nieuwe generatie. Sjaak Wolfs was de legendari sche materiaalman wiens naam in de Nederlandse voetbalwereld een soortnaam werd ('Die man daar? Dat is de Sjaak Wolfs van IJsselmeer- vogels', of van Heerenveen, Excel sior, MVV). Wat hem extra kracht gaf, was zijn Amsterdamsheid. Met Mokumse tongval gevat, vaak vrien delijk, maar soms ook venijnig of ronduit giftig uit de hoek komend, was hij een Amsterdams baken in de wereld van Ajax. Sjaak Wolfs in zijn kleine paleisje in De Meer. Domein Ook na de verplaatsing van het Ajax- gebied van De Meer naar de Amster dam Arena had hij zijn domein. Een moderne opstal, van diverse gemak ken voorzien waar de verzamelde voetbalschoenen steeds minder naar leer roken. Hoe anders was dat in De Meer. In het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw groeide Ajax uit tot een echt grote club en er ontstond behoefte aan een speciale schoenver zorger, een materiaalman. Maar wie daar voor te vinden? Het was 1973 en Barry Hulshoff, een onverslaanbare centrale verdediger wist wel iemand: zijn oom Sjakie Wolfs. Die werkte bij de gemeentewaterleiding, maar kon een extra zakcentje best gebruiken. Hij zou in de avonduren met ple zier tijd vrijmaken om de kicksen van de voetballers schoon te borstelen, in te vetten, de noppen aan te draaien en ze spic en span voor de volgende training of wedstrijd gereed te leg gen. Bovendien was Sjakie een echte voetbalman. Hij voetbalde nog fanatiek. Bij Rivalen, een club uit Amsterdam-West waar hij was opge groeid. Wolfs wist veel van voetbal, verdiepte zich er in, zoals hij zich, voor de meeste mensen onbekend, ook in de wereldhistorie verdiepte. Wolfs werd vast onderdeel van het team. In 2003 nam hij afscheid. Kleedkamer De combinatie met Ajax klikte. Sjakie kreeg een plekje waar hij de kicksen kon verzorgen. Dat lag niet dicht in de buurt van de kleedkamer van het eerste elftal, die gelegen was onder de linkerkant van de hoofd tribune. Ter rechterzijde, onder de vakken C en D, lag de cabine van de scheidsrechters en de kleedkamer voor de tegenstander, alsmede nog twee omkleedruimtes. Daar tegen over waren opbergruimtes. Klein en, door de aflopende tribune daar boven, lager. In een van die kleine, van dag licht verstoken hokken, werden de kicksen verzorgd. Iedere avond na zessen tufte Wolfs met zijn auto van de gemeentewaterleiding het Ajax- terrein op, parkeerde zijn vehikel aan de rechterzijde van de voorgevel en ging aan het werk; met zorg en overgave. Aan het eind van de arbeid stonden de belangrijkste stukken gereedschap van de heren voetbal lers geurend en glanzend te pronken op eenvoudige houten plankjes. Hoe Sjakie, zonder schoenma kersdiploma, zich het vak eigen had gemaakt, weet niemand. Hij moet het zichzelf hebben aangeleerd. Al aan het eind van de jaren zeventig was hij meer dan schoenverzorger alleen; Sjakie was een vast onderdeel van het team, gewaardeerd, gedold en steevast geprezen door zowel de voetballers als de trainers. Hij kreeg ook verstand van bal- lenspanning, de benodigde hoogte van de noppen in de nog kunst- grasloze wereld en hij werd belast met andere zaken die met materiaal van doen had. En, Amsterdammers eigen, wist hij veel dingen béter. Sjakie verscheen ook op het veld, deed zelfs mee met de speelse war ming-up van de reserves, waarmee hij ook voor de toeschouwers een bekend figuur werd. Paleisje Er gingen steeds meer uren in Ajax en steeds minder in die van de water leidingen zitten. Na verloop van tijd groeide de winkel van Sjakie uit zijn voegen. Met het groter worden van de selectie en het groter aantal kick- sen waar de spelers over beschikte, was het noodzakelijk een passender ruimte dan het hok op rechts te vin den. Die werd gevonden aan de lin kerkant van de gang, heel praktisch recht tegenover de kleedkamer van het eerste elftal. Daar lagen ooit de minikantoortjes van de trainers. Het hele gebied werd gemoderniseerd en vergeleken bij de vorige behui zing was Sjaaks schoenenhok nu een klein paleisje. Nog steeds met schuin aflopend dak en zonder dag licht, maar mooi was het onder het neonlicht. In die aparte sfeer was Sjakie heel letterlijk een leermeester; hij wist na 25 jaar natuurlijk alles van leer. Maar hij was het ook in andere zin. Met scherpe oogopslag en een ver beten trek om de mond kon hij jonge onwetende profs wegwijs maken in de wetten van het topvoetbal. Scherp zijn, niet verslappen, alles geven voor dat prachtige vak van voetballer was de op zuiver Amster dams klanken gelegen ondertoon. En er was die natuurlijk gegroeide band met de supporters. Die zwaaiden naar de leermeester en hij zwaaide terug. Dan klonk het: "Sjakie, Sjakie."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2015 | | pagina 13