13
Het Ajaxstadion paste niet bij het Nederlands elftal
3|3JC*^ iWe&ts'
ADIEU DE MEER
ajaxlife 10-09-2015
Ajax nam aan het
einde van het seizoen
1995/1996 afscheid
van De Meer. Tijd om
terug te blikken op het
stadion dat 62 jaar
Ajax' thuis was. In
deel 4: De Meer als
interlandstadion.
Te grimmig voor Oranje
DOOR MENNO POT
maar toch werd het stadion slechts
vijfmaal door de bond aangewezen
voor een interland.
Dat het niet vaker gebeurde, kan
niet met de uitslagen te maken heb
ben gehad, want Oranje zette in De
Meer uitstekende 'Ajaxcijfers' neer:
vijfmaal winst, 26 doelpunten voor
en slechts 1 tegen, al heeft dat vooral
te maken met het feit dat de gro
tere interlands in De Kuip werden
gespeeld en het Ajaxstadion slechts
werd geselecteerd voor een oefen
potje of een kwalificatieduel tegen
een 'voetbaldwerg'.
Spetterend
In 1973 werd het 5-0 tegen IJsland,
met twee goals van Barcelona-ster
Johan Cruijff, die in De Meer heel
even werd herenigd met acht oude
teammakkers van Ajax. Een spet
terende oefenwedstrijd tegen Dene
marken in 1984 eindigde in 6-0, met
de twintigjarige Ajacied Jan Molby
en het negentienjarige supertalent
Michael Laudrup aan Deense zijde.
En dan waren er nog twee kwalifica
tieduels tegen Cyprus: 7-1 in 1985
en, verreweg de vreemdste inter
land in De Meer, een dorre 4-0 op
9 december 1987.
Die laatste wedstrijd was een
replay. Woensdagmiddag. Achter
gesloten deuren. Ruim een maand
eerder had Nederland de Cyprioten
met 8-0 verslagen in De Kuip, maar
vroeg in die wedstrijd was een zware
vuurwerkbom ontploft op het veld.
Aanvankelijk legde de Uefa Neder
land een administratieve nederlaag
op die de ploeg zomaar het EK van
1988 had kunnen kosten, maar na
beroep mocht de wedstrijd zonder
publiek worden overgespeeld. En
daar kwam het Ajaxstadion in beeld:
sinistere, verlaten clubtempel op een
ijzig koude decemberdag.
Vreugdeloos klaarde Oranje de
klus tegen de voetbalparttimers van
Cyprus. 4-0. Doodse stilte. Zwarte
maillots. Handschoentjes. Kil hek
werk als op een fabrieksterrein in
het Oostblok. Feloranje bal op een
grijswit uitgeslagen winterakker.
De kleuren van de tv-registratie rie
pen Nederlandse speelfilms over de
grauwe bezettingsjaren in herinne
ring.
Die onwerkelijke wedstrijd tegen
C yprus, met d rie doelpunten va n
Ajacied John Bosman, onderstreept
misschien nog het best dat de rela
tie tussen Oranje en De Meer altijd
een beetje een vreemde is geweest.
Oranje in De Meer; het wilde
gewoon niet kloppen.
Te eng
De oefenwedstrijd van 25 maart
1992 is ook raar. Van de wedstrijd
zelf herinner ik me later niets meer.
Zelfs de uitslag blijk ik verkeerd te
hebben opgeslagen (ik dacht 1-0,
maar de naslagwerken corrigeren
me: 2-0). Het lijkt alsof het clubneu-
trale Oranjepubliek De Meer een
beetje te eng vindt en er alleen wat
vaste Ajaxgetrouwen op het duel zijn
afgekomen. Harde Amsterdamse
humor; ook dat past niet bij Oranje.
"Wie is die poedel," vraagt een
man, doelend op een ijverige, niet al
te gracieuze aanvaller die aan Neder
landse zijde zijn debuut mag maken.
Die poedel is Peter van Vossen van
SK Beveren. We zouden hem nog
gaan terugzien, in De Meer.
De Meer kijkt toe hoe Barry Hulshoff de bal kopt in de eerste interland in De Meer, tegen IJsland.
Ik stap vak G binnen en waan me
terug in de jaren tachtig. Ik zie een
hooguit halfvol stadion De Meer,
iets dat de laatste jaren nauwelijks
nog voorkomt. Ajax is in trek. Een
week eerder is de halve finale van
het Uefa-Cuptoernooi bereikt. Elke
thuiswedstrijd van de ploeg van
Louis van Gaal staat garant voor een
vol of bijna vol Ajaxstadion: achttien
duizend toeschouwers, al gauw.
Het is woensdag 25 maart 1992
en ik ga onder de brandende licht
masten voor het eerst een wedstrijd
van het Nederlands elftal bekijken.
Zoals de meeste Ajacieden loop ik
niet zo heel erg warm voor interland
voetbal en steekt er in mij pas iets
van Oranjekoorts de kop op in de
aanloop naar een EK of WK. Maar
nu speelt Oranje dus in De Meer,
vriendschappelijk tegen Joegoslavië,
dus ach, waarom ook niet?
Het is bijzonder om de grote Rinus
Michels eens aan de zijlijn van het
Ajaxstadion te zien staan, een beeld
van 'voor mijn tijd'. Ik vind het leuk
om ex-Ajacieden als Frank Rijkaard,
Wim Kieft en de broertjes Witschge
weer eens op de weide van De Meer te
zien voetballen en om (een zeldzaam
heid!) onze eigen Stanley Menzo eens
in het Oranjedoel te zien staan.
Oranje speelt in een matig gevuld Ajaxstadion de interland tegen Denemarken in 1984.
Uitstraling
Toch voelt het raar: het Ajaxde-
cor past om de een of andere reden
totaal niet bij Oranje. Ik probeer vast
te stellen waarom ik dat vind. Ten
eerste is het stadion te klein voor
de nationale ploeg, zelfs al had het
gezien de publieke opkomst nog de
helft kleiner gemogen. Maar het is
vooral de uitstraling van De Meer
anno 1992 die ik niet bij Oranje vind
passen: het prikkeldraad, de hoge
afrastering die sinds het staafinci-
dent van 1989 voor de staantribunes
is verrezen, de oude hekken daar-
achter, met de vervaarlijke punten,
haaientanden van ijzer.
De Meer heeft, in zijn gedaante
van 1992, iets grimmigs. Het sta
dion is een fortificatie, een vesting,
bij uitstek een stadion voor clubvoet
bal en niet voor de Hollandse voet
balfeestjes met Oranje als hoofdat
tractie.
De KNVB voelde dat blijkbaar
ook een beetje. De Meer stond van
1934 tot 1996 aan de Middenweg
401 en op het hoogtepunt pasten er
behoorlijk wat mensen in (29.500, al
waren het er zelden of nooit zo veel),