De klankkleur van De Meer ajaxlife 13-08-2015 Ajax nam aan het einde van het seizoen 1995/1996 afscheid van De Meer. Tijd om terug te blikken op het stadion dat 62 jaar Ajax' thuis was. In deel 2: de klank van De Meer. DE KLAPPENDE HANDEN MAAKTEN EEN HARD, KLETSEND GELUID MET VEEL NAGALM ADIEU DE MEER -f Q Galmen van geschuifel, gestap en gepraat DOOR MENNO POT De groepsfase van Euro 2000 in Nederland en België zat er bijna op toen een Engelse sportjournalist in zijn krant met een even terloopse als opmerkelijke constatering kwam: de Nederlandse fans klonken in De Kuip beter dan in de Amsterdam Arena. Een kwestie van akoestiek: in Rotterdam klonk het geklap feller, het gezang harder en het gejuich extatischer dan in Amsterdam, waar het publieksrumoer een beetje dood leek te slaan onder het schuifdak van het nog nieuwe multifunctionele megatheater. Niet zo leuk om te lezen voor een Ajacied, juist omdat de vast stelling niet van een vooringeno men Hollander kwam, maar van een Engelse sportjournalist zonder dubbele agenda, die in één week het Oranjepubliek had beluisterd in de twee grootste voetbaltheaters van het land. Ajax had ooit óók zo'n lekker klinkend stadion, zo'n akoestisch voetbalwalhalla, en dan doelen we natuurlijk niet op het Olympisch Stadion. Daar stond je achter beide In levendige fasen sloeg de decibellenmeter uit zijn kastje. doelen onoverdekt en verwaaide het geluid op een manier die, wanneer de oude betonkolos kolkte van vreugde, weer een geheel eigen charme had. We doelen op Ajax' echte thuis haven aan de Middenweg 401, waar het meemaken van een voetbalwed strijd alleen al op zuiver akoestische gronden een feest was en waar de meest gangbare aanmoediging in al zijn afgemeten, onopgesmukte rechtlijnigheid door de stilte sneed als een scherp mes door koele boter: AAAAAJAX! (klap-klap-klap), A-JAX! (klap-klap-klap), A-JAX! (klap-klap-klap). Nagalm Het allermooist was de klank onder het dak van de Diemenzijde, want van die tribune - in het bijzonder de middenvakken F en G - rolde de aanvuring meestal: een scherp uit de stilte gekerfde klank, schel, fel, krachtig, met veel sprong- en stootkracht. Het plofte niet; het kla terde. De klappende handen maak ten een hard, kletsend geluid met veel nagalm. Waar in de Arena alle afzonderlijke handklappen versmel ten tot een klont, was het in De Meer alsof je ze allemaal nog individueel onderscheiden kon. Klap-klap-klap wordt in de Arena plof-plof-plof; in De Meer werd het tsjak-tsjak-tsjak Van de talloze dingen die indruk op me maakten toen ik het Ajaxsta- dion voor het eerst betrad, was de akoestiek er een. 7 oktober 1984. Ajax - Go Ahead Eagles 7-2, waar bij aangetekend dat ik als jongetje, dat een of twee keer per seizoen naar Ajax mocht onder volwassen bege leiding, altijd in vak A zat, vanaf het veld bezien het rechtervak van de eretribune. Pas jaren later stond ik voor het eerst op de Diemenzijde, om daarna nooit meer een andere tribune van het stadion te betreden. Gloednieuw Wie de verbouwingsgeschiedenis van De Meer goed kent, weet dus dat ik de onoverdekte staantribunes nooit zag: de overkapping van de tri bunes achter de beide doelen kwam er in de zomer van 1984 op en was dus gloednieuw toen ik het stadion voor het eerst betrad. De klankkleur van het half over dekte Ajaxstadion van vóór 1984 ken ik niet, maar die van daarna des te beter en die van de Diemenzijde in het bijzonder. Ik herinner me alle klankvarianten. Achter de tri bune, voor de wedstrijd, galmde het geschuifel, gestap en gepraat van de toestromende toeschouwers tussen de achtermuur van de tribune en de stinkende 'pismuur'. Je tribunevak betrad je in de laat ste jaren via een rode zeecontainer, waarin je door een piepend, ramme lend draaihekje moest. Alles bonkte en galmde in die container: stem men, gelach, voetstappen, gestamp. Daarna de trap op, schoenzolen op Klap-klap-klap werd in De Meer tsjak-tsjak-tsjak. het geverfde, verweerde cement, een schurend, haast sissend geluid dat weerkaatste tussen de bakstenen muren van de opgang. Op die plek klonk De Meer als een lege nieuw bouwwoning. Applaus was er als een luid ruisende waterval of een lawine van kiezelstenen, ratelend op een ijzeren plaat. Zelfs het geroezemoes van het publiek, voor de wedstrijd, kon onder de kap van de Diemenzijde aardig hard klinken. Het is heel gek: in de Arena ervaar ik dat gekwetter als stilte, hoe hard de housebeats en de reclame-uitingen er ook overheen dreunen, maar in De Meer was het lawaai. Aanmoediging Zodra de wedstrijd begon, stopte het geroezemoes en kon de voorstelling beginnen. Geen trommels, geen con tinu gezang zoals tegenwoordig in de Arena, maar met de wedstrijd mee golvende vocale begeleiding, waarbij de decibellenmeter in levendige fasen uit zijn kastje sloeg door een hecht gescandeerde aanmoediging, afge vuurd vanaf de F-side. In De Meer was het Ajaxpubliek als geheel helemaal niet vocaler inge steld dan in de Arena. Dat is een mythe. Het publiek was er reactief: 'Engelser' dan tegenwoordig in de Bijlmer. Niet alleen de akoestiek is in de Arena anders; de supporterscul tuur is dat evenzeer. Zelfs de stilte klonk mooi in De Meer. Stilte in de Arena is dof, alsof het stadion wordt bedekt door een wollen deken. Stilte in De Meer was eigenlijk geen stilte. Hij had reliëf: een harde ondergrond waarop sis sende, schuivende geluidjes stuiter den tussen de transistorklanken van menselijke conversatie. Als ik mijn best doe en mijn ogen even sluit, kan ik het nog tevoorschijn toveren uit mijn geestelijke archief van Ajaxherinneringen: het geluid van De Meer, compleet met die stilte die geen stilte was. Ik mis het wel eens en ja: dat is oudemannengezeur.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2015 | | pagina 13