Springen, juichen en roken. Veel roken rnrmmr De Supportersvereniging Ajax bedankt alle leden voor hun steun! Bijgeloof tijdens de zenuwslopende finale Walsend ajaxlife Het is twintig jaar gele den dat Ajax onder lei ding van Louis van Gaal aan een gouden Cham pions Leaguecampagne begon. In deze rubriek blikken we terug op het succesvolle seizoen 1994/1995. In het laatste deel: de vreugde na de finale. Magisch 4 HISTORIE 21-05-2015 DOOR EROL ERDOGAN Ajax' goudomrande Champions Leaguewinst op 24 mei 1995 staat voor veel Ajacieden in het geheugen gegrift als een moment van euforie en gelukzaligheid. Logisch. Het puntje van Kluiverts voetbalschoen in Wenen bracht heel voetbalminnend Amsterdam in extase, en mij dus ook. Maar gemakkelijk was het niet. Zelfs niet voor deze luie supporter die de finale op tv zag. 'Niets doet wat het moet doen zonder geloof', zong een wijze Amsterdamse zanger eens. Of hij het ook over bijgeloof had, daar ben ik niet zo zeker van. Man, man, man, wat deed ik een rare dingen tijdens Ajaxwedstrijden, en zeker die finale avond. Alles moest kloppen, anders ging het fout. Ik moest mijn voetbalmaat Paul links naast mij hebben. Links ja, rechts kon echt niet. Ik droeg een paar witte sokken met een blauw en rood streepje van mijn huidige vrouw (en ja, die zaten natuurlijk veel te strak). Biertjes, ook belangrijk. Niet te veel, niet te weinig. Te veel bier zou het resultaat direct negatief beïn vloeden. Te weinig was ook niet goed. Want dan werd ik - en dus Ajax, ja! - te nerveus. Bij iedere corner tegen moest ik schreeuwen: "Jongens, nu scherp!" Anders ging-ie erin. En roken. Jongen, wat was het superbelangrijk dat ik tijdig een verse Camel opstak. Ging het wat slechter met Ajax (en dat was gedurende de eerste 75 minuten van de finale het geval), dan moest ik doorstomen. Geen excuses. Paul, toch al geen jongen met blozende appelwangen, was bleek. En stil. Hij staarde (links naast me, gelukkig) naar de Ajacieden op het tv-scherm. Ik vroeg of het ging. "Tjeetje man, die spanning! Ik kan het niet aan!" Achteraf denk ik dat hij een driekwart nicotinevergiftiging had. Van het meeroken. Noem het magisch denken, noem mij gek, maar toch verwacht ik dat veel mensen het idee hebben dat ze invloed hebben op winst of verlies. Het grote 'Ik' als allesbepalende factor. Team manager en perschef van Ajax David Endt liep de laatste minuten voor het affluiten in het Ernst Happel Stadion constant heen en weer. "Keep wal king, David, keep walking," zei de Uefa-official tegen hem. Iets doen en blijven doen. Bijgeloof. Magische handelingen. Je denkt dat het werkt, je voelt dat het nodig is. Ik hoorde dat in het Weense sta dion een man liep met lange zwarte krullen, in een gifgroen pak. Geen official, maar hij mocht overal komen. Zonder kaart. In de catacomben, bij de kleedkamers. Bij de Ajax-spelers. Na afloop zelfs op het veld. Ajacieden duwden hem weg tijdens het eufori sche juichen na het laatste fluitsig naal. Hij deed volgens mij een soort Amsterdamse voodoo, magische din gen. David Endt zag 'm ook, maar liet hem gaan. Toch had deze man een mystieke functie. Bijgeloof? Of meer? Ik toog na de zege zingend en springend naar het Rembrandtplein. Nog wat rare liedjes over Milan mee gezongen. En de dag daarna was het Ajaxdag op het Museumplein en op de Amsterdamse grachten. Totaal euforisch. Bijgeloof, magisch denken - rot op. Ajax had de Cup! Een dag na de finale was er geen ruimte meer voor bijgeloof, alleen voor euforie. "Tebsve^

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2015 | | pagina 4