Hoe voetbal van bijzaak
een soort religie werd
Ronald Pieloor zag door zijn lens de supporterswereld veranderen
Ronald Pieloor, bestuursraadslid van Ajax en
voormalig F-sider, werkte mee aan de expo
sitie Voetbal Halleluja! in het Amsterdam
Museum. In deze Ajax Life vertelt hij over wat
voetbal en religie voor hem inhouden.
MET KORTING NAAR VOETBAL HALLELUJA!
ajaxlife
ACHTERGROND 4 W
30-10-2014 X
DOOR RONALD PIELOOR
In het begin van de jaren zeventig
behoort een bezoek aan Ajax niet
bepaald tot een vanzelfsprekend
onderdeel van de opvoeding. Het
kost weken- en soms maandenlang
zeuren om mijn vader over te halen
om bij de sigarenboer kaartjes te
kopen. Het uitje moet dan nog wel
even verdiend worden met bovenge
middelde rapportcijfers. Ajax is ver
weg en bestaat alleen uit krantenar
tikelen, vage zwart-wit televisiebeel
den en op zondagmiddag het verslag
van Ir. Ad van Emmenes bij Langs
de Lijn.
Minstens zo saai zijn de dagen
op de christelijke scholengemeen
schap Pascal in Amsterdam West.
Godsdienstleraar en dominee Alma
heeft de hopeloze taak om ons, een
klas volstrekt ongeïnteresseerde tie
ners, iets over het geloof bij te bren
gen. Het heeft geen enkel effect.
Voor mij is de praktische beleving
van religie en voetbal nagenoeg
gelijk.
De inkomsten uit het zaterdag
baantje in een supermarkt vormen
de sleutel tot ontsnapping uit de
geestdodende sleur. Het geloof kan
mij gestolen worden, maar de aan
trekkingskracht van stadion De
Meer is onweerstaanbaar. Per toeval
beland ik in vak F waar ik niet de
enige ben op zoek naar afleiding en
avontuur. Geïnspireerd door onze
Engelse voorgangers richten we in
1976 de F-side op en bezoeken we
elke zondag trouw onze voetbaltem
pel.
Dagboek
Het rauwe supportersleven staat
in schril contrast met de voort
kabbelende zondagmiddagen aan
de keukentafel. Het surrealisti
sche supportersspektakel waar ik
mij wekelijks in bevind, vormt de
aanleiding om in dagboekvorm
verslag te doen met het vage idee
daar in de toekomst een boek over
te schrijven. Een bij de vuilnisbak
gescoorde aftandse typemachine
komt hierbij prima van pas en ik
leg met het tweevingersysteem
de gebeurtenissen zo nauwkeurig
mogelijk vast. Vanzelfsprekend
archiveer ik het verslag zorgvuldig
in een groene 17-rings multomap.
Aangezien beelden vaak
meer spreken dan woorden, is de
overstap naar de fotocamera een
logische. Als 'embedded' aspirant
fotograaf maak ik van binnenuit de
supporterswereld foto's die later
gretig aftrek vinden op de tribune.
Niet veel later wil ik wedstrijdfoto's
aan het assortiment toevoegen,
want fotograferen door een
Heras-hekwerk schiet natuurlijk
niet op. De vraag is hoe, want
het gebied achter het doel is het
exclusieve domein voor de officiële
sportfotografen. Daar is geen
plaats voor wannabee's zonder
perskaart.
Een feestwinkel in de Amster
damse Pijp biedt de oplossing en
verkoopt voor 25 gulden en tegen
inlevering van een pasfoto een pers
kaart van het fictieve 'Nederlands
Supportersbeleving in Lausanne, 1978.
Het uitvak bij AZ - Ajax in 1978, met hekwerk, gefotografeerd vanaf het veld.
Repetoire
De filmbeelden van de Champions
Leaguefinale liggen door omstan
digheden negentien jaar op de
plank, maar genereren na publicatie
op YouTube een golf van enthousi
aste reacties. Het historische mate
riaal roept niet alleen nostalgische
gevoelens op, maar ook de vraag
hoe het mogelijk is dat bepaalde
supportersgezangen geruisloos uit
het repertoire verdwijnen.
Persbureau'. Het officieel ogende
document opent deuren die tot
dan toe gesloten blijven. Geregeld
marcheer ik, met een uitgestreken
gezicht, tussen mijn nieuwe col
lega's het veld op richting een van
de doelen om daar pontificaal op
mijn fotokoffer plaats te nemen.
Ook buitenlandse stadionpoorten
zwaaien open, al kost het daar vaak
wat overtuigingskracht om de gel
digheid van de feestwinkelpas aan
te tonen.
Gehannes
De drang om unieke belevenissen te
willen vastleggen, nog steeds voor
'later', komt in 1995 weer opzetten
bij de Champions Leaguefinale in
Wenen. De kans om de hoogmis
van het moderne voetbal vanuit het
supportersperspectief vast te leg
gen, kan ik niet laten lopen. Het
gezeul met de videocamera en het
gehannes met zware accu's neem ik
dan maar op de koop toe.
Toch stellen praktische proble
men mij voor grote dillema's ten
aanzien van wel of niet filmen. Zon
der de zekerheid van een toegangs
kaartje is het meenemen van een
camera zinloos. Maar ook de steeds
strengere stadionregels frustreren
het meenemen van camera's, zoals
ik ooit in Basel heb mogen ervaren.
Overijverige stewards proberen
mijn camera in beslag te nemen,
maar zij leggen het uiteindelijk af
tegen mijn jarenlange marathoner
varing.
Achteraf gezien zou het prachtig
zijn om nu sfeerbeelden te kunnen
bekijken van historische wedstrij
den in Athene (Ajax - Lokomotiv
Leipzig), Hamburg (Duitsland -
Nederland) of van de avontuurlijke
uitstapjes naar Rotterdam of Den
Haag.
Wie anno 2014 op Vak 410 het
oubollige olé-olé-lieduit 1976 durft
in te zetten, krijgt vermoedelijk
meewarige blikken toegeworpen.
En waar is het 'hij is een hondelul'
gebleven dat twintigduizend Aja-
cieden in Wenen uit volle borst zin
gen na een dubieuze scheidsrechte-
lijke beslissing? De unieke beelden
tonen aan dat het meeslepen van
een camera de moeite waard is
geweest.
Met het verstrijken van de jaren
evolueren mijn filmpjes tot mini-
documentaires over de sfeer van
de wedstrijddag. Niet alleen de
supportersrituelen zijn veranderd,
ook de plaats van het voetbal in de
samenleving is dat. Voetbal was
ooit de belangrijkste bijzaak in het
leven, maar lijkt een steeds centra
lere plaats te veroveren. Is voetbal
verworden tot de moderne tegen
hanger van religie?
Als over vijfhonderd jaar arche
ologen een door de tijd weggevre
ten groene multomap uit de klei
opgraven en mijn harde schijf met
supportersfilmpjes uitlezen, dan
verkeren ze op zijn minst in grote
verwondering en verwarring. Na
grondige bestudering van de voet
baltempels, gezangen, rituelen en
tenslotte een poster van 'De Verlos
ser', zonder kruis maar met voet
bal, trekken ze eensluidend de con
clusie dat voetbal in onze tijd een
religie moet zijn geweest.
Niet voor het zingen de kerk uit, wel na het behalen van de titel in 1979 het vak uit
én het veld op.
Voetbal Hallelujagaat over helden,
rituelen en (bij) geloof. Interessant
voor de gemiddelde voetballiefheb
ber, maar vanwege de vele Ajaxi-
tems nog leuker voor Ajacieden.
De tentoonstelling in het
Amsterdam Museum is bovendien
interactief. Zo kun je een quiz spe
len, een strafschoppenserie keepen
en je voorkeur voor het huidige of
oude Ajaxlogo uitspreken.
De meerwaarde van deze
tentoonstelling zit vooral in de
niet-alledaagse voetbalrelikwieën.
Dat varieert van opzienbarende
voodootaferelen tot de dubieuze
stropdas van Ajacied Nordin Woo-
ter uit 1995.
SVA-LEDEN
Voor leden van de Supporters
vereniging Ajax geldt op vertoon
van je Ajax Life-clubcard boven
dien een korting op de entreeprijs
van vijftig procent, waardoor een
kaartje 5,50 euro kost.
De expositie loopt nog door tot
en met zondag 4 januari.