ÈÉSSpW 1 V i it Ad il' i r\/\ 7J&. AJAX I aaidas 'OOK IK WERD IN 1999, AAN BOORD VAN DE GEINLIJN, SPONTAAN OMHELSD DOOR FANS UIT HAIFA' Een broederlijke sympathie voor Ajax vanuit Israël Voetbal is een wereldsport en Ajax een wereld club. Elk land heeft wel iets met het Amsterdamse voet bal bolwerk: voet ballers die Ajacied waren, plekken waar Ajax geschiedenis schreef. In 'Gren zeloos Ajax' brengt schrijver en Ajacied Menno Pot de Ajax- factor van Europese landen in kaart. In het laatste deel: Israël. v ViEi 1 GRENZELOOS AJAX 4 W ajaxlife 04-05-2013 X VE5TLA# J!';.-:.!. 3jp ftïfjijij ■ui sasSS: DiADCiHA iS^2ÜÏ3$ 13-14 w bot™ Sympathie ■I. Meer vlaggen dan voetballers DOOR MENNO POT Stel dat tijdreizen mogelijk zou zijn. Stel dat het mogelijk zou zijn om de enige Israëlische Ajacied ooit, het gestrande talent Roni Kalderon, in zijn Ajaxkloffie van 1969 naar 27 november 2002 te flitsen: naar de kolkende Amsterdam Arena, pal voor de aftrap van Ajax - Valencia in de Champions League. Hij zou zijn blik naar de Zuid H-tribune hebben gewend en een werkelijk immense Israëlische vlag hebben gezien, die - boven de hoofden uitgerold - vrijwel het hele tribunedeel bedekte. Wat zou hij hebben gevoeld? Hij, Kalderon, die zeventienjarige aanvallende middenvelder, hét supertalent van Israël, in de zomer van 1969 tot zijn tomeloze geestdrift door Rinus Michels naar Amsterdam gehaald, nog niet wetende dat hij vanwege de Israëlische dienstplicht en allerlei gedonder met de Israëlische bond nooit het eerste elftal van Ajax zou bereiken? Zou hij trots hebben gevoeld? Of toch vooral verwondering, net als Nirit Peled, de Israëlische documentairemaakster die in Amsterdam woont. Zij vertelde me vorig jaar dat ze werkt aan een film over die wonderlijke, op zich wel verklaarbare, maar toch ook bizarre geuzennaam van de fanatieke Ajaxsupporters. Wat betekent het voor ze? Wat willen ze met die vlaggen en Davidsterren zeggen? Israëliërs vinden het curieus maar sympathiek, zegt Peled, die er ook op wijst dat niet alle Israëliërs rcSIImj$! - j»]# j Ajax - Valencia in 2002: een enorme Israëlische vlag overdekt de F-side. Prominenten Toen Kalderon in 1969 naar Amsterdam kwam, bestond er nog geen F-side en werd de latere geuzennaam nog niet via vlaggen, liederen en spreekkoren uitgedragen, terwijl Ajax toen meer Joodse prominenten kende dan nu: Kalderons ploeggenoten Sjaak Swart en Bennie Muller, voorzitter Jaap van Praag, geldschieter Maup Caransa - hij zal ze hebben gekend, hij zal het hebben geweten. Maar hij kon onmogelijk voorzien hoe dominant het subcultuurtje in de jaren tachtig en negentig zou worden, om (dat mag ook wel eens gezegd) na de megavlag bij Ajax - Valencia gaandeweg minder hoor- en zichtbaar te worden. De twee keer dat Ajax in Europees ver band aan een Israë lische tegenstander werd gekoppeld (het Aziatische land is als voetbalnatie bij de Uefa aangesloten), leken de Israëliërs die wedstrijden als ontmoetin gen met broe ders of op zijn minst sym pathisanten op te vatten. Ook ik werd in 1999, aan boord van de Gein- lijn, spontaan omhelsd door fans uit Haifa. Net als mijn mede-Ajacieden liet ik me de vriendelijkheid ver baasd aanleunen. Zowel tegen Hapoel Haifa (Uefa Cup, najaar 1999) als Maccabi Tel Aviv (Champions League, najaar 2004) boekte Ajax in de eerste wedstrijd een overwinning van 3-0 en was het over twee duels te sterk voor de Israëlische opponent, maar tegen beide tegenstanders beleefde Ajax toch ook een smadelijke avond: Hapoel won in de Arena (0-1), in Tel Aviv ging Ajax tegen Maccabi af als een gieter (2-1). In beide gevallen waren de taferelen van verbroedering na afloop wonderlijk, een tikje bizar eigenlijk. Het senti ment leefde in 1999 en 2004 ook veel sterker dan in 1951 en 1961, toen Hapoel Tel Aviv vriendschappelijk in Amsterdam speelde, of 1967 en 1977, toen Ajax Tel Aviv bezocht en er oefende tegen Israëlische gelegen heidsselecties. Joods zijn. Anders dan veel Joodse Nederlanders, bij wie het 'gejood' pijnlijk schuurt op oorlogswonden, vinden veel Joodse Israëliërs de uitingen amusant: ze voelen een warme, broederlijke sympathie voor Ajax en vatten de vlaggen in Amsterdam niet zelden op als een steunbetuiging aan de staat Israël, terwijl het daar voor veel Ajacieden juist niets mee van doen heeft. Daniel de Ridder - zijn moeder is Israëlisch - speelde wel in Ajax' hoofdmacht. •kKUtt n W j"A ltt>\* ^COIADORA op®. J In zijn memora bele Hard Gras aflevering Ajax, de Joden, Nederland (2000) beschrijft Simon Kuper de aangeleerde en ingebakken sympa thie van de spelers van Hapoel Haifa voor Ajax. Hun winst in de Arena vonden ze dub bel goed nieuws: gewonnen, maar Ajax naar de vol gende ronde, het kon niet beter. Ze dachten dat Johan Cruijff Joods was. En Aron Winter. In 2005 had Ajax bijna een Isra ëlische international in het eerste elftal gehad. Daniël de Ridder, die een Israëlische moeder heeft, werd opgeroepen door de bondscoach van Jong Israël, maar de Fifa stak er een stokje voor omdat de Ajacied al voor Jong Oranje had gespeeld. De Rid der bleef'voetbal-Nederlander'. Wel speelde hij in 2010 een half seizoen in zijn tweede thuisland, bij Hapoel Tel Aviv, waarmee hij de Israëlische 'dubbel' won. De Ridder was een succesvolle Ajacied in Israël, maar waar blijft die Israëliër in Ajax 1? En: waar is die ene Israëlische Ajacied gebleven die het net niet haalde? Met Kalderon liep het droevig af. Na zijn dienstplicht, in 1971, hoefde Ajax hem niet meer, raakte zijn carrière in het slop en hijzelf aan lager wal. Hij belandde in de drugshandel en zat gevangenisstraffen in Brazilië en Israël uit. Hij zou nu 61 jaar moeten zijn, maar geen mens weet waar hij uithangt. Israëlische hoogtepunten bij Ajax? Een losse, betekenisloze overwinning van Hapoel Haifa en het verhaal van Kalderon in het boekje Eeuwig Ajax, opgetekend door Tom Egbers, dat is het eigenlijk wel. En af en toe een vlaggetje. Roni Kalderon

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2013 | | pagina 14