ESCUDE WILDE DE STAD LEREN
KENNEN, ER ZIJN HOND UITLATEN,
RESTAURANTJES ONTDEKKEN,
CAPPUCCINO'S DRINKEN
ajax
•EIWFICa
Frankrijk brengt Ajax niet alleen liefde
ajaxlife
Amsterdamse voetbalbolwerk: voetbal
lers die Ajacied waren, plekken waar Ajax
geschiedenis schreef. In 'Grenzeloos Ajax'
brengt schrijver en Ajacied Menno Pot de
Ajaxfactor van Europese landen in kaart. In
deel 11Frankrijk.
Uitg'lijders
Beroepsvoetbal
f.
Voetbal is een wereldsport en Ajax een
wereldclub. Elk land heeft wel iets met het
GRENZELOOS AJAX 4 W
31-01-2013 X
DOOR MENNO POT
Bijna had ik, op 30 oktober 2002,
een paar vingers achtergelaten in
het uitvak van het Stade de Gerland
in Lyon. Ik stond voorin het vak en
greep met mijn vingers het hek vast,
zoals ik dat als klein jongetje in De
Meer deed. Een Franse ME'er rea
geerde als door een wesp gestoken:
hij mepte met zijn wapenstok op het
hek (kleng!), waarvan ik gelukkig in
een reflex mijn vingers had afgetrok
ken. Moest dat nou zo?
Tweemaal volgde ik Ajax naar
Frankrijk (na de prachtige zege
in Lyon volgde een nederlaag in
Auxerre) en beide keren vroeg ik me
af waar het toch allemaal voor nodig
was: drooglegging van de binnen
stad, zeer nerveuze politieoptredens.
Ze zijn in Frankrijk kennelijk erg
bang voor Hollandse hooligans, maar
waar de slechte naam van de Ajacie-
den nou precies op gebaseerd is?
De betrekkingen tussen Ajax en
voetballand Frankrijk zijn binnen
kort precies honderd jaar oud. In
maart 1913 voerde het tweede buiten
landse reisje uit de clubhistorie naar
Parijs, de voor Nederlanders haast
onbevattelijk grote hoofdstad van een
wereldrijk. Bestuur en spelersselec
tie bekeken de stad per 'omnibus' en
fotografeerden vanzelfsprekend de
Eiffeltoren, toen het hoogste bouw
werk ter wereld.
Gevoetbald werd er ook, tijdens
het Paastoernooi van thuisclub Red
Star. Van de gastheren werd verlo
ren (2-0), maar AS Franpaise moest
voor Ajax buigen (1-3). Wisselende
resultaten dus. Zo is het tegen Franse
tegenstanders eigenlijk altijd geble-
Tienmaal stuitte Ajax in officieel
Uefa-verband op Franse tegenstan
ders, voor het eerst in oktober 1971,
voor het laatst in november 2011.
Viermaal was Ajax de betere over twee
duels, driemaal waren de Fransen dat.
Daarnaast waren er drie tweeluiken
in de groepsfase van de Champions
League die - ook wat doelsaldo betreft
- netjes in balans eindigden.
Opvallend is dat Ajax overwegend
goede herinneringen bewaart aan de
twee grote Olympiques (Marseille en
Lyon) en de neo-grootmacht Paris
St. Germain nog nooit officieel trof,
maar uitgerekend tegen het kleine
AJ Auxerre enkele zeer pijnlijke uit
glijders beleefde.
Drie van Ajax' vier bezoeken
aan het Stade de l'Abbé-Deschamps
eindigden in een nederlaag. Twee
maal gold het knock-outprincipe en
vloog Ajax eruit. Beide malen vond
een prominente Ajacied in Auxerre
zijn Waterloo: eerst (in maart 1993)
verspeelde doelman Stanley Menzo
voorgoed zijn basisplaats door een
voorzet in eigen doel te slaan, jaren
later (in februari 2005) zag trainer
Ronald Koeman zijn ploeg verzuipen
(3-1) en stapte hij op.
Auxerre is een ware Europese
Angstgegner voor Ajax. Laten we het
er maar op houden dat ze zo sterk zijn
omdat hun voetbalfilosofie nogal op
die van Ajax lijkt.
Opmerkelijk genoeg speelde Ajax
zijn twee beroemdste wedstrijden
op Franse bodem tegen niet-Franse
tegenstanders en ook daar zien we
evenwicht: er was verdriet (de Euro
pacup Il-finale van 1988 in Straats
burg, tegen KV Mechelen), maar
ook glorie, in het voorjaar van 1969.
Ajax had in Amsterdam kansloos
verloren van de Europese groot
macht Benfica, maar stuntte door in
Lissabon met dezelfde cijfers te win
nen (3-1). Een beslissingswedstrijd
in het Parijse Stade de Colombes
moest de beslissing brengen. Der
tigduizend Ajacieden reisden mee en
zagen Ajax in de verlenging zomaar
uitlopen naar een legendarische 3-0.
Het bleek de beslissende stap richting
Ajax' eerste Europacup I-finale: de
proloog van Ajax' gouden jaren was
een reisje naar Parijs.
Julien Escudé was tot nu toe de enige Fransman in Amsterdamse dienst. Hij schopte het tot aanvoerder, maar raakte in 2006
vrij plotseling uit de gratie.
Ooit, in de vroege jaren vijftig, was
Frankrijk in Nederland een gehaat
voetballand, omdat men er (anders
dan in Nederland) beroepsvoetbal
kende en Franse clubs steeds meer
Nederlandse topspelers verleidden.
0,?„
",X""
Een hoogtepunt van Ajax in Frankrijk: in 1969 won de ploeg de beslissingswedstrijd in het Europa Cup l-toernooi van Benfica
met 3-0 in Parijs.
In 1950 vertrokken de Ajacieden
Cor van der Hart (Olympique Lille)
en Joop Stoffelen (Racing Club de
Paris), tot woede van de KNVB en
afschuw van het publiek.
Slechts één Fransman bewan
delde de omgekeerde weg, maar
Julien Escudé deed het in 2004 wel
bewust, zoals hij al zijn keuzes wel
bewust maakte. In de perskamer
van de Arena vertelde hij me ooit
dat hij beslist in hartje
Amsterdam wilde
wonen, in een zelf
gekozen woning, en
niet in een suburbaan,
ingericht appartement.
Hij wilde de stad leren
kennen, er zijn hond
uitlaten, restaurantjes
ontdekken, cappuccino's
drinken.
Apetrots was Escudé
toen een sterke periode
(bekroond met een hand
jevol doelpunten) hem de
aanvoerdersband ople
verde. Hij wilde de taal
goed leren, vond dat hij dat
als Ajaxaanvoerder verplicht
was. Zijn Nederlands was beter dan
hij publiekelijk heeft kunnen demon
streren, want hij raakte in 2006 vrij
plotseling uit de gratie, om bij Sevilla
te bewijzen dat hij in Amsterdam wat
werd onderschat.
Jammer, want Escudé had Ajax
hoog zitten. Als competitie is de
Ligue 1 weliswaar sterker dan de ere
divisie (het financiële verschil is altijd
blijven bestaan), maar geen enkele
Franse topclub kende zoveel succes
sen als Ajax. Wat dat betreft is het
ironisch dat Ajax door 'Franse toe
standen' werd gedwongen profclub te
worden, en dat de club zich juist in
Parijs voor het eerst bij de beste vier
van Europa schaarde.
Of de Franse politie toen minder
overspannen deed, zou ik dan weer
niet weten.
Soms met de
Franse
slag