NA NEGENTIG MINUTEN STOND HET 16-2 VOOR RAPID, NOG ALTIJD DE GROOTSTE NEDERLAAG DIE AJAX OOIT LEED Ajax beleeft tot 1995 weinig lol aan Oostenrijk Dubbelmonarchie Voetbal is een wereld- sport en Ajax een wereldclub. Elk land heeft wel iets met het Amsterdamse voet bal bolwerk: voet ballers die Ajacied waren, plekken waar Ajax geschiedenis schreef. In 'Gren zeloos Ajax' brengt Menno Pot de Ajax- factor van Europese landen in kaart. In deel 7: Oostenrijk. Afbraakvoetbal GRENZELOOS AJAX Bjlixlife 15-11-2012 17 Ajax' eerste bezoek aan Oostenrijk was een mijlpaal in de clubhistorie en een onvergetelijk hoogtepunt voor iedereen die het meemaakte: in juni 1912, dit jaar een volle eeuw geleden, maakte Ajax zijn allereerste reis naar het buiten land. Het was voor die tijd nogal bij zonder dat het niet om een retourtje Antwerpen of Keulen ging, maar om een verre reis naar Oostenrijk- Hongarije, toen nog een deftige dubbelmonarchie onder keizer Franz Joseph I. Ajax' allereerste wedstrijd bui ten Nederland werd op 2 juni in het Hongaarse deel van de tweelingstaat gespeeld (bij MTK Budapest, 5-1 verlies), maar een dag later toog Ajax naar Wenen, waar tegen Wie ner Sportclub opnieuw werd verlo ren (2-0). In de jaren twintig en vooral dertig speelde Ajax geregeld vriendschap pelijk duels tegen Oostenrijkers, waarbij overwinningen aanzienlijk schaarser waren dan nederlagen, want Oostenrijk was in het inter bellum een sterk voetballand. Het absolute sportieve dieptepunt was in Wenen op 21 juni 1930, toen Ajax wel klaar dacht te zijn voor een krachtmeting met Rapid Wien, toen een Europese topclub. Na negentig minuten stond het 16-2 voor Rapid, nog altijd de groot ste neder laag die Ajax ooit leed. Het zal pijn gedaan hebben, maar écht pijnlijk werd Ajax' 'Oos tenrijkse' geschiedenis acht jaar later, op 19 april 1938, toen Admira Wien te gast was in De Meer voor het Paastoernooi. Een dikke maand eer der had Oostenrijk zich geweldloos, zelfs met graagte, laten inlijven door het Duitse Rijk van Adolf Hitler. In De Meer wenste Admira alleen te voetballen indien de hakenkruisvlag gehesen mocht worden. Ajax sput terde tegen, maar ging akkoord, waarna de spelers van Admira voor de aftrap, stram in het gelid, de Hit lergroet brachten op het veld van De Meer. De Ajacieden deden niet mee. Dat dan weer niet. beschamender dan 19 april 1938 was 27 september 1989, de dag van het 'staafincident' in De Meer tegen Austria Memphis Wien. Toen de ultradefensieve Oostenrijkers in de verlenging de fatale 1-1 scoorden, raakte de gemoederen op vak F zo verhit dat weldra de stukken losge broken hekwerk het veld op vlogen. Een lange ijzeren staaf raakte doel man Franz Wohlfahrt op de rug. Einde oefening, waarna de tucht- commissie van de Uefa ook nog slecht te spreken bleek over de grap pen die gastspeaker Freek de Jonge over het Oostenrijkse naziverleden had gemaakt. De gebeurtenissen kwamen Ajax op een jaar uitsluiting en nog wat aanvullende straffen te staan. Het kostte de toch al noodlij dende vereniging bijna de kop. Maar Ajax overleefde, herrees en begon aan de tweede Europese zegetocht die geen mens nog voor mogelijk hield. Van 'Austria Wien 1989' naar 'Wenen 1995'; voor Ajax veranderde er nogal wat in de tus senliggende zes jaren. Als die schit terende, goudomrande Champions Leaguecampagne van 1994/1995 al een dieptepunt kende, dan was het het kurkdroge tweeluik tegen - jawel - het Oostenrijkse Casino Salzburg in de groepsfase: 0-0 in het Weense stadion dat Ajax later dat seizoen nog zou terugzien, gevolgd door een dorre 1-1 in Amsterdam. Was het om een knock-outronde gegaan, dan zou Ajax door de taaie, kleurloze Oostenrijkers zijn uitgeschakeld. We bedoelen maar. Vloek uit de Alpen DOOR MENNO POT Ja, natuurlijk, die avond in Wenen op 24 mei 1995, die staat op het netvlies van elke Ajacied: afscheid van Fran- kie, Louis 'Bruce Lee' van Gaal, het puntertje van Patje, de totale gekte aan de rood-witte kant van het Ernst Happel Stadion. Het was een van de mooiste triomfen uit de Ajaxgeschie- denis en alleen al daarom heeft Ajax iets met Oostenrijk. Maar er zijn meer Oostenrijkse mijlpalen, en niet allemaal mijlpalen waaraan Ajax graag terugdenkt. Ajax en Oostenrijk, het was niet altijd een gelukkige combinatie. En dan heb ben we het niet over de twee Oosten rijkse voetballers die in Amsterdam op de loonlijst stonden, want dat waren beste kerels, al was hun inzet royaal onvoldoende voor een plek in de eregalerij van legendarische Aja cieden. Heinz Schilcher, verdedigende middenvelder, maakte twee van de drie gouden seizoenen mee (1971- 1973) als tamelijk onopvallende reservespeler. In 2006 begon Schil- chers tweede carrière als Ajacied: hij werd scout voor Zuid- en Oost- Europa. En dan had je nog Felix Gas- selich, een stijlvolle, maar wat trage linksmidden, die van 1983 tot 1985 Ajacied was. In zijn thuisland luidde zijn bijnaam Der Zauberer (De Tove naar), maar in De Meer hielden de supporters het op Felix Gas en Licht. Ajax speelde in 1994/1995 twee keer gelijk tegen Casino Salzburg; een kurkdroge tweeluik. Het lijkt wel alsof vanaf dat moment een vloek rustte op de combinatie van Ajax en Oostenrijk, hoe sympa thiek en weldenkend de betrokken Oostenrijkers ook waren. Trainer Karl Humenberger, bij Ajax aan het roer van 1954 tot 1959, greep in vijf jaar maar één landstitel en werd verweten dat hij Ajax verde digend afbraakvoetbal liet spelen. Ook Joseph 'Pepi' Gruber was wei nig succesvol als trainer in De Meer: geen titel, geen beker (1962/1963). De verguisde trainer Kurt Linder stond overigens (ook in Amsterdam) bij velen te boek als Oostenrijker, maar is Duitser. Ajax' echte 'Oostenrijkse' diep tepunt moest toen nog komen. Nog Felix Gas en Licht Gasselich was een stijlvolle, maar wat trage middenvelder.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2012 | | pagina 14