17 'DE VIER DUITSERS DIE HET AJAXSHIRT DROEGEN, WERDEN NOOIT ONVRIENDELIJK BEJEGEND' De vriendelijke relatie met Duitsland ajaxlife Voetbal is een wereld- sport en Ajax een wereldclub. Elk land heeft wel iets met het Amsterdamse voet- balbolwerk: voet ballers die Ajacied waren, plekken waar Ajax geschiedenis schreef. In 'Gren zeloos Ajax' brengt schrijver en Ajacied Menno Pot de Ajax- factor van Europese landen in kaart. Afle vering 3: Duitsland. Thuiswedstrijd GRENZELOOS AJAX 13-09-2012 Leren van een goede buur DOOR MENNO POT Je kunt alleen maar hopen dat het op 18 september, in Dortmund, weer zo kan verlopen als op 6 maart 1996, voor aanvang van de Champions Leaguewedstrijd tussen Borussia en Ajax: geen combi, geen drooglegging, geen stadscentrum als een militaire vesting. In plaats daarvan was een Fantreff georganiseerd: een ontmoetingszone waar geel-zwarte en rood-witte supporters samen een biertje konden drinken. Het werkte. Verbroedering en sportiviteit alom. De dag was prachtig, de avond in het Westfalenstadion nog mooier: 2-0 voor Ajax, na een zoveelste demonstratie van macht door de ploeg van Louis van Gaal. Geen supporter van Borussia had een beter resultaat verwacht. Niet Een Duits onderonsje: 'Ajaxlegende' Horst Blankenburg in gesprek met landgenoot Franz Beckenbauer bij Bayern München - Ajax, in 1973. alleen was Ajax titelverdediger en al anderhalf seizoen ongeslagen in de Champions League; de Amsterdamse conduitestaat tegen Duitse tegenstanders was ook nog eens geweldig goed. Als je de afgevaardigden uit de ehemalige DDR ook meetelt, was Ajax tot 1996 dertienmaal in Ajax speelde in 1991 drie 'thuiswedstrijden' in het Rheinstadion in Düsseldorf. Uefa-verband op een Duitse ploeg gestuit en slechts eenmaal hadden de Amsterdammers over twee duels gezien aan het kortste eind getrokken (tegen Bayern München, in de herfst van 1980). Verder bezorgde Duitsland Ajax bijna alleen maar plezierige herinneringen. Ajax' allereerste Europacupwedstrijd, op 20 november 1957, werd met 3-1 gewonnen bij het vergeten Oost-Duitse SC Wismut. Tegen een andere vergeten ploeg uit de DDR, Lokomotive Leipzig, werd in mei 1987 de Europacup II gegrepen. Zelfs in sportief moeilijke tijden wist Ajax zich op te richten tegen grote Duitse clubs, zoals in de herfst van 1987, toen spits Hennie Meijer zijn finest hour als Ajacied beleefde tegen Hamburger SV. Hij scoorde beslissende goals, zowel uit als thuis. In Duitsland voelt Ajax zich historisch gezien aardig thuis. Niet voor niets is Duitsland het land waar Ajax, na Nederland, het vaakst officieel een thuiswedstrijd speelde. In het najaar van 1991 moest Ajax, als straf voor het 'staafincident' van 1989, drie Europese thuisduels op minstens 100 kilometer van Amsterdam spelen. De keus viel op het Rheinstadion in Düsseldorf, waar (voor weinig publiek, maar met goede luim) met drie overwinningen de mars richting de Uefa-Cupwinst van 1992 werd ingezet. Vervelende ervaringen tegen Duitsers kende Ajax in de twintigste eeuw opmerkelijk weinig. Het zegt wel iets dat de meest traumatische een onofficiële wedstrijd was (het woord 'onofficieel' past hier beter dan 'vriendschappelijk'): 7 november 1978, Ajax - Bayern München, de afscheidswedstrijd van Johan Cruijff. Bayern had enkele fikse Europese nederlagen te wreken, was getergd door de Hollandse arrogantie en werkte, op zijn zachtst gezegd, niet mee aan het feestje: met de latere Ajaxtrainer Martin Jol in de gelederen walsten de Zuid-Duitsers met 8-0 over een verrast en verbijsterd Ajax heen. Nog meer nare ervaringen met de Duitsers in de twintigste eeuw? Het is verleidelijk hier een flauwe grap over de Tweede Wereldoorlog te maken, maar dat doen we natuurlijk niet. Sterker: ironisch genoeg waren zelfs Ajax' vroegste oorlogservaringen met de oosterburen niet eens zo negatief. In 1940 werden Duitse militairen ingekwartierd in stadion De Meer, maar de Wehrmacht betaalde netjes huur en opperde zelfs het plan een vriendschappelijk wedstrijdje te spelen tegen Ajax. Het ging de club te ver om het eerste team tegen de bezetter te laten ballen, maar een veteranenelftal deed het uiteindelijk wel en won met 14-1, een aardige voorbode van de Europese resultaten die na de oorlog zouden volgen. Vijandigheid Ach, 'de oorlog'. Juist in het voetbal zijn naoorlogse Duitsers er vaak onheus en onfatsoenlijk mee geconfronteerd, maar het moet gezegd: in Amsterdam minder dan elders. Waar Duitse tegenstanders (en zelfs eigen spelers uit Duitsland) bij Feyenoord vaak op onverholen vijandigheid konden rekenen, werden de vier Duitsers die het Ajaxshirt droegennooit onvriendelijk bejegend: Werner Schaaphok (1959- 1965) gold als 'halve Nederlander', Horst Blankenburg (1970-1975) werd een legende door met Ajax drie Europacupfinales te spelen (en te winnen), de dartele aanvaller Arno Steffenhagen (1973-1976) werd een publiekslieveling in De Meer en de zes duels van Peter Lübeke (1977) werden gewoon vergeten. Zelfs Ajax' laatste bezoek aan Duitsland leverde een knappe zege op (1-0 bij HSV in november 2008), maar de eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat dat tegen die tijd toch was gaan gelden als een bescheiden stunt. De voorbije tien jaar ervoer Ajax dan toch eindelijk dat Duitsland een flink maatje groter is dan Nederland, en de Bundesliga normaliter een maat groter dan de eredivisie. De meest re cente Europese bezoekjes aan Bayern München (september 2004) en Werder Bremen (februari 2007) leverden Ajax twee kletsende draaien om de oren op: 4-0 en 3-0, respectievelijk. Het is veelzeggend dat ik, als meereizende supporter, zelfs aan die Duitslandtrips vooral positieve her inneringen bewaar, want wat waren ze gastvrij en vriendelijk, de fans van Bayern in de tenten van het Okto- berfest en de supporters van Wer der die om twaalf uur 's nachts in een kroeg massaal meeproostten op mijn 32e verjaardag. Ze vertoonden, de uitslag ten spijt, niet de minste neiging een lange neus naar ons te maken en spraken respectvol over Ajax. Van zulke buren kunnen we als Nederlanders, als Ajacieden, iets leren.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2012 | | pagina 14