OP DE STADSPLATTEGROND MOETEN MEER NAMEN VAN GROTE AJACIEDEN VERSCHIJNEN 1V\ ui Sporen van Ajax In de serie Spo ren van Ajax zoekt Ajacied en schrij ver Menno Pot plekken op die een Ajaxverhaal te vertellen hebben. Soms zijn de spo ren nog zichtbaar, soms ook niet. In deel 23: de Ande- riesenstraat. ajaxlife Straat iPÉii Politieman HISTORIE 4 Q 01-03-2012 lO De eenzame naar Ajacied vernoemde straat DOOR MENNO POT In 2003 stelde mijn Amerikaanse Ajaxvriend Jim me tijdens een wan deling de vraag of er in Amsterdam straten naar Ajax of bekende Ajacie- den zijn vernoemd. Ik had hem net de bescheiden herinneringstekens laten zien op de plek waar vroeger stadion De Meer stond. Nu wan delden we door de Watergraafsmeer richting een bushalte van lijn 15. Hij had geconstateerd dat de stra ten in het huidige Park De Meer naar buitenlandse stadions zijn vernoemd waar Ajax succesvol was en dat de bruggen in het woonwijkje (twaalf in getal) de namen dragen van spelers van het Gouden Ajax uit de jaren zeventig. Maar ja, namen van houten bruggetjes zijn geen officiële straat namen. Ik antwoordde hem, destijds naar waarheid, dat er maar één Amster damse straat de naam van een Aja cied droeg: het Anderiesenhof, een weinig inspirerend hofje met flatge bouwen, in de westelijke buitenwijk Geuzenveld, genoemd naar Wim Anderiesen Sr., die tussen 1925 en 1940 liefst 309 competitieduels voor Ajax speelde. "En deze straat dan?" vroeg hij, wijzend naar het straat naambordje. Ik keek op. We bleken in de Maxwellstraat te lopen. De aanleg van het Anderiesenhof, in 1957, vernoemd naar Wim Anderiesen Sr. Hilarisch voorval, maar Jim wist even goed als ik dat de naam van het straatje tegenover De Nieuwe Oos- ter natuurlijk niets te maken met de Braziliaanse linkspoot. Eigenlijk is dat jammer, want Amsterdam kan wel wat meer straten met namen van Ajacieden gebruiken. De Van Tijenbuurt in Geuzenveld is op de schop gegaan: per 1 janu ari 2008 werd het Anderiesenhof opgeheven en in de jaren daarna werd, haaks op het voormalige hof, de nieuwe Anderiesenstraat aange legd. Het aantal naar Ajacieden ver noemde straten in Amsterdam blijft vooralsnog onverminderd steken op één. Op geen enkele andere locatie die we in het kader van deze serie bezoch ten, liggen feitelijk zo weinig sporen van Ajax als in de Anderiesenstraat: er was vast een kleine Ajaxdelegatie aanwezig toen de gemeente op 16 mei 1957 het Anderiesenhof opende. Wellicht was zijn zoon Wim Anderie sen Jr. erbij, die tussen 1951 en 1961 ook tien jaar in de hoofdmacht van Ajax speelde. Maar meer Ajaxge- schiedenis werd hier niet geschreven. Toch vonden we dat de Anderie senstraat niet mocht ontbreken in deze serie, al was het maar omdat Wim Anderiesen Sr. een groot Ajacied was. De in 1903 geboren Amsterdammer speelde als tiener in de Amsterdamsche Volksvoet balbond, als spits, maar zijn eerste club was 't Gooi in Hilversum, waar hij spil werd en later linksmidden. Vanaf 1925 verdedigde hij vijftien seizoenen de kleuren van Ajax, dat al vanaf zijn jeugd zijn droomclub was geweest. De rijzige Anderiesen werd aanvoerder en gold als de lei der van de ploeg. In zijn 309 duels voor Ajax scoorde hij niet overdreven vaak (twintig goals), wat overigens met verve werd gecompenseerd door de griezelig doeltreffende 'Goaltjes Piet' van Reenen. Met Anderiesen en Van Reenen in de gelederen werd Ajax, onder trainer Jack Reynolds, in vijftien jaar tijd tienmaal afdelingskampioen en vijfmaal landskampioen - en dus (eigenlijk voor het eerst) een echte topclub in Nederland. Tussen 1936 en 1939 kwam Anderiesen boven dien 46 maal uit voor Oranje, genoeg om tot veertig jaar na zijn laatste interland Ajax' recordinternational te blijven. Pas in 1979 haalde Ruud Krol hem in. tingen van zijn eigen ploeggenoten kon volgen. Aan die curieuze situatie kwam een einde toen hij aan de slag ging als portier bij De Nederland- sche Bank, toen gevestigd aan de Oude Turfmarkt. Op 26 mei 1940, toen Nederland nog maar elf dagen door de nazi's was bezet, speelde de 36-jarige Anderiesen op het terrein van FC Haarlem zijn laatste duel in Ajax 1, maar tragisch genoeg zou hij de bevrijding vijf jaar later niet meer meemaken. In 1944, vlak nadat hij over zijn voetballoopbaan het char mante kleine boekje Voetbalherin neringen had gepubliceerd, kreeg hij een longontsteking die hem op 18 juli 1944 fataal werd, op slechts veer tigjarige leeftijd. De Van Tijenbuurt in Geuzen veld is er beslist mooier op gewor den, dat moet gezegd. Verdwenen zijn de lelijke flatgebouwen uit de jaren van naoorlogse wederopbouw. Er loopt nu een korte straat waar langs vriendelijke, lage woningen uit rode baksteen zijn opgetrok ken. Het hoge pand op de westelijke kop, aan de Nolensstraat, met ronde bakstenen balkons in de stijl van de Amsterdamse School, staat ongeveer waar vroeger het hof was. Dat het Anderiesenhof een echte straat is geworden, mogen we als een upgrade voor Wim Anderiesen Sr. zien, maar laten we eerlijk zijn: het is nog steeds te weinig. Op de stads plattegrond moeten meer namen van grote Ajacieden verschijnen; daar moet elke Amsterdammer het toch mee eens zijn en zou iemand op het stadhuis zich voor moeten inzetten. Tot het zover is, moeten we af en toe maar even gniffelend stilstaan bij het feit dat Rotterdam (in de wijk Hille- gersberg-Schiebroek) een Ajaxstraat heeft, en Eindhoven (in de wijk Woensel-Zuid) een Ajaxlaan. Dat is dan wel weer geinig. Anderiesenstraat Tegenwoordig is het Anderiesenhof de Anderiesenstraat. De flatgebouwen zijn weg. Dat Anderiesen als Ajacied wel eens een wedstrijd moest laten schieten, had alles te maken met zijn beroep: hij was politieman en had soms dienst op zondag, waarbij het zelfs wel eens voorkwam dat hij in het Ajaxstadion moest surveilleren en zo de verrich-

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2012 | | pagina 11