13 I mm 7 1 fïRT iïWwfM j Sporen van Ajax In de serie Sporen van Ajax zoekt Ajacied en schrijver Menno Pot plekken op die een Ajaxverhaal hebben te vertellen. Soms zijn de sporen nog zichtbaar, soms ook niet. In deel 18: het Museumplein. mm ajaxlife l!i! Krioelend Verkeersplein M HISTORIE 02-12-2011 Van karatetrap tot kwetsbare jongeren DOOR MENNO POT UPER XJAX \msterdum Persoonlijk had ik helemaal niet in de gaten hoe erg het uit de hand liep tijdens de kampioenshuldiging van Ajax op 15 mei 2011. Mijn vrienden en ik waren blijven hangen aan de zuidzijde van het plein, de Concertgebouwkant, ver van het podium waarop de Ajacieden werden verwacht. We kletsten uitgelaten, kochten flesjes bier van een particuliere rugzakverkoper en kregen niets mee van de ongeregeldheden. Pas de volgende ochtend las ik over de schade aan de omliggende museumpanden, die in de tonnen liep. Ik was verbijsterd: wéér een prachtlocatie in het oude hart van Amsterdam waar vermoedelijk nooit meer een Ajaxhuldiging zal mogen plaatsvinden. Het aantal huldigingen in de achtertuin van het Rijksmuseum zal wel beperkt blijven tot drie. Wat beleefde ik er een prachtige, legendarische momenten. 25 mei 1995. De ochtend nadat Patrick Kluivert in Wenen de beslissende 1-0 langs Milankeeper Sebastiano Rossi had gepunterd, sprong ik dwars door mijn dreunende kater heen uit bed. Ik liet de heerlijke werkelijkheid nog eens tot me doordringen: in bed lag het meisje op wie ik zo lang Het Museumplein op 25 mei 1995. 250.000 Ajaxfans wachten op de Champions Leaguewinnaar. hopeloos verliefd was geweest, maar sinds een maandje was ze de mijne - en vandaag moest ze mee naar het Museumplein, want Ajax was Champions Leaguekampioen. Ik was Champions Leaguekampioen! Immens was de massa op het plein, 250.000 Ajacieden. Badend in euforie wachtten we, met spreekstalmeesterWim Bohnenn nog maar eens de yells repeterend voor Patrick, Frankie, Jari, Louis en al die anderen. Daar was het vliegtuig uitWenen, het cirkelde even over de stad, zodat de spelers konden zien hoe het trechtervormige plein in de diepte was gevuld met krioelend rood en wit. Kijk, ze zwaaiden naar ons! De piloot liet het toestel wiegen boven het Museumplein. De vleugels wuifden: tot straks supporters, we komen eraan en we hebben 'm bij ons! "Wat is-ie mooi hè," zei Patrick Kluivert, een kerstmuts op zijn Het vernieuwde Museumplein, met rechts het 'ezelsoor'. hoofd. "Hij is van jullie hoor." En daar was Louis van Gaal, die bij zijn opkomst op het grote podium voor het Concertgebouw de karatetrap van de Milanees Marcel Desailly nog eens imiteerde. De uitvoering was iets minder indrukwekkend dan die tijdens de finale, maar dat gaf niet. Een halljaar later stonden we opnieuw op het Museumplein, nu in de novemberkou. Ditmaal was er geen frivool wuivend chartertoestel, want de terugvlucht uit Tokyo was vermoeiend geweest: Danny Blind had Ajax de officieuze Wereldbeker voor clubs bezorgd door de beslissende strafschop binnen te schieten tegen het Braziliaanse Grêmio, maar daarna waren er tegenslagen geweest. Ajax mocht van de autoriteiten niet over Siberië vliegen en moest terug naar Tokyo. De huldiging was in alle opzichten koeler dan die van zes maanden eerder, maar opnieuw massaal en onvergetelijk; al was het maar vanwege het beroemde staaltje volksmennerij van Louis van Gaal, die brulde dat Ajax niet alleen de beste van de wereld was, maar ook de beste van Eindhoven en de beste van Rotterdam. In de vijftien jaren zonder Museumpleinhuldiging die daarna volgden, veranderde er veel. Je zou schamper kunnen vaststellen dat het Museumplein sinds 1995 mooier is geworden, in schrille tegenstelling tot Ajax. Het plein, in 1883 aangelegd voor de Wereldtentoonstelling en in 1903 officieel Museumplein gedoopt, was in 1995 een groot, bestraat verkeersplein omringd door bomen. In 1999 werd het heringericht: er kwam een vijver aan de Rijksmuseumzijde met daaromheen een levendige kring van kiosken, cafeetjes en museumwinkels. De rest van het plein werd een grasveld, waarvan architect Sven Ingvar Andersson het zuidwestelijke puntje 'optilde' om onder het ezelsoor een Albert Heijn en een parkeergarage te schuiven. Ajax, ondertussen, verkaste naar de Amsterdam Arena, werd hard geraakt door het 'Bosman arrest', werd een beursgenoteerde onderneming, worstelde onder tal van trainers en bestuurders opzichtig met de eigen identiteit en moest met lede ogen toezien hoe eerst de Europese top uit zicht raakte en vanaf 1999 gedurende een paar jaar zelfs de Nederlandse. De landstitel van 2011 markeerde het einde van een grimmige, voor Ajacieden tot op het bot frustrerende periode van zeven jaren zonder landskampioenschap of Europese campagne van betekenis: zo slecht was het in de moderne Ajaxgeschiedenis niet eerder. Het gehuldigde elftal was geen onverslaanbare Europese topploeg, maar een kwetsbaar jong team met vele gebreken, dat zich (terwijl binnen de club een bestuurlijke machtsstrijd woedde) op bewonderenswaardige wijze oprichtte en met enig fortuin het kampioenschap greep, onder leiding van een jonge trainer (Frank de Boer) die de twee eerste Museumpleinhuldigingen als speler meemaakte. Toen De Boer op 15 mei 2011 het podium beklom, zal hij het zich ook hebben gerealiseerd: verrek, in 1995 stonden we aan de andere kant. Destijds stond het podium niet aan de noord- maar aan de zuidzijde van het plein en keek de jubelende massa richting het Concertgebouw, in plaats van richting het Rijksmuseum. Stadsschouwburg, Rijksmuseum, Concertgebouw. De kans dat die prachtige, historische Amsterdamse gebouwen ooit nog het décor zullen zijn van een Ajaxhuldiging lijkt na de vernielingen van 15 mei 2011 zo goed als nihil. Eeuwig zonde. Museumplei llUüüï Eg!SKS!Sï!>>!=!ii^

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2011 | | pagina 11