i
I
ZELFS IN DIE 35 JAAR WAREN HULDIGINGEN OP
HET 'LEIDSE' GEEN VASTE PRIK, ZOALS VEEL
SUPPORTERS IN RETROSPECTIEF GELOVEN
Sporen van Ajax
In de serie
Sporen van Ajax
zoekt Ajacied en
schrijver Menno
Pot plekken op die
een Ajaxverhaal te
vertellen hebben.
Soms zijn de sporen
nog zichtbaar,
soms ook niet.
In deel 17: de
Stadsschouwburg,
Leidseplein.
l. liy. ii
ajaxlife
Ajaxterras
Discussie
HISTORIE 4 Q
18-11-2011 lU
Plastic schaal en glasscherven
DOOR MENNO POT
Zondag 5 mei 2002. Ajax is voor
het eerst sinds 1998 landskampioen
geworden door in Nijmegen met
2-0 van NEC te winnen. Door de
vreugde heen is in de combibussen
echter enige teleurstelling voelbaar.
De huldiging van het elftal is al
op voorhand een afknapper: de
aangewezen locatie is P2, het
tussen De Toekomst en de Arena
gelegen parkeerterrein. Sfeerlozer
bestaat niet. Een flink deel van
de trouwe, vaste aanhang heeft al
vóór het kampioensduel besloten
de huldiging links te laten liggen en
elders feest te vieren.
Waar? Op het Leidseplein natuur
lijk. Daar willen Ajax-supporters
hun landstitels vieren, officieel of
onofficieel. Bij P2 aangekomen,
kijkt het welkomstcomité van de
mobiele eenheid met verbazing toe
hoe de busladingen niet richting
het feestterrein lopen, maar recht
streeks richting de metro.
Op het Leidseplein heerst
joligheid. "Kampioenen!
Kampioenen!" wordt er
gescandeerd richting het bordes
van de Stadsschouwburg, waarop
geen Ajacied zal verschijnen.
Of toch? Daar klautert een
supporter omhoog. Hij wurmt
zich over de balustrade, een plastic
kampioensschaaltje tussen zijn
tanden. Hij houdt het prul op het
beroemde bordes triomfantelijk
tifc iMi itei Lit' LM> 'Mi tMl
Ajax wordt in 1971 voor de eerste keer gehuldigd op het Leidseplein.
omhoog, alsof hij het toont aan
een uitzinnige menigte. Beneden
juichen de Ajacieden. Toeristen
slaan het droogkomische tafereel
verwonderd gade. Ik vind het een
geweldig leuk kampioensfeest zo.
Helaas slaat de sfeer om.
Gaandeweg stromen meer
kwaadwillende groepjes het
Leidseplein op. De politie voelt
de bui hangen en laat versterking
komen. Tegen het einde van de
middag weet iedereen weer waarom
een huldiging op het Leidseplein
onbespreekbaar was. Om déze
reden dus: geweld. Het is te vaak
gebeurd. Tijd om naar huis te gaan.
De fapade van de Stadsschouwburg
ziet er bijna tien jaar later nog vrijwel
hetzelfde uit, maar voorin het pand
zit nu restaurant Stanislavski. Dat
heeft als voordeel dat je voor een
bezoekje aan het bordes, en de
foyer erachter, tegenwoordig geen
schouwburgkaartje meer nodig hebt.
Het bordes van de Stadsschouwburg is nu het Ajaxterras. Een verwijzing naar het
verleden, niet naar de toekomst.
Het bordes op de eerste verdieping
heet nu Ajaxterras. Beneden
wijzen zwarte letters op strakke
witte wanden je de weg. Je kunt er
koffie drinken of een broodje eten,
genietend van het uitzicht dat zoveel
succesvolle elftallen van de club
ooit hadden. De zee van in rood en
wit gehulde supporters, fakkels en
opgehouden Ajaxsjaals moet je er
zelf even bij denken.
Er stond al in 1774 een theater
op deze plek, maar dat was goeddeels
uit hout opgetrokken en droeg door
de jaren heen namen als Staats-,
Hof- en Stadstheater. In 1874
werd het ingrijpend verbouwd en
verrees een imposant classicistisch
theater met een entree van
strenge Griekse zuilen. Juist deze
nieuwe, 'brandveilige' schouwburg
brandde in 1890 volledig uit,
waarna tussen 1892 en 1894 de
huidige Stadsschouwburg in neo-
renaissancestijl verrees, naar een
ontwerp van architect Jan Springer.
De schouwburg van vandaag stond
er dus al toen Ajax werd opge
richt, maar grootschalige publieke
huldigingen, aangeboden door de
gemeente Amsterdam, waren in de
oertijd van het voetbal ongebruike
lijk. Pas op 3 juni 1971, toen Ajax
voor het eerst de Europacup voor
landskampioenen had gewonnen,
stond het elftal van Rinus Michels en
Johan Cruijff voor het eerst op het
bordes. Zelfs daarna werd overigens
bepaald niet elke nationale hoofd
prijs zo uitgebreid en grootschalig
met de aanhang gevierd.
De winst van de Europacup II in
1987 wél, en dat was meteen ook de
eerste keer dat het op het Leidseplein
totaal uit de hand liep. De winst van
de Uefa Cup (1992) en de landstitel
van 1994 werden er heel wat vreed
zamer gevierd. Ik bewaar er heerlijke
herinneringen aan.
Na de Champions Leaguetriomf
in 1995 was de Ajaxgekte zo
enorm dat werd uitgeweken naar
het grotere Museumplein, een
dag nadat de spontane viering
op het Leidseplein helaas weer
was geëindigd in rellen. De
Stadsschouwburg stond in die
tijd al ernstig ter discussie als
locatie voor Ajaxfeesten. Kon
het nog wel? Viel het nog wel te
verantwoorden?
De landstitels van 1998 en 2002
vierde Ajax in 'ballingschap':
op het terrein van het gesloopte
stadion De Meer en op P2. In
2004 mocht Ajax weer eens een
schaal vanaf het bordes van de
Stadsschouwburg aan de fans
tonen. De viering verliep vrij
ordelijk, waarna het dilemma
zichzelf oploste: Ajax won
jarenlang geen kampioenschappen
meer. Er viel weinig te huldigen.
Toch volgde er nog één viering,
in mei 2006, na de winst van
de KNVB-beker. Het werd een
veldslag, waarna vanuit het
stadhuis de mededeling kwam dat
het Leidseplein nooit meer het
decor van een Ajaxhuldiging kon
zijn.
De uit de hand gelopen viering van
mei 2006 markeert het droevige
einde van een traditie die 35 jaar
duurde. En eerlijk is eerlijk: zelfs in
die 35 jaar waren huldigingen op
het 'Leidse' geen vaste prik, zoals
veel supporters in retrospectief
geloven.
Bijna elke Ajacied maakte wel
eens een prachtfeest mee op
het Leidseplein, de blik gericht
naar het afgeladen bordes van de
Stadsschouwburg, maar de sporen
van Ajax bestonden hier te vaak
uit glasscherven en losgerukte
straatstenen, zodat de huidige
naam Ajaxterras helaas verwijst
naar een verleden, en niet naar
een toekomst.
i.hé'ci'da gabler T
Stadsschouwburg