Sporen van Ajax
J. V.V
In de serie
Sporen van Ajax
zoekt Ajacied en
schrijver Menno
Pot plekken op die
een Ajaxverhaal
te vertellen
hebben. Soms zijn
de sporen nog
zichtbaar, soms
ook niet. In deel
16: het Mosveld.
ajaxlife
ZUIDOOST:
8? êlSë^Ssjfe'ivk
Vierdeklasser
HISTORIE 4 Q
28-10-2011 lÜ
Slaapkamer als skybox Mosveld
a b n5
Mosveld
1961/1962 knap mee. Tegen het
einde van het seizoen kwam Ajax
op bezoek, dat een dikke week
eerder als eerste Nederlandse club
een internationaal prijs (je) had
gewonnen (de Intertoto Cup), maar
op het Mosveld op 6 mei 1962 hard
onderuit ging: 3-1.
Het was een van de laatste
glorieuze Mosveldmomenten.
Na een uitwedstrijd bij DOS, op
30 september 1962, kreeg Daan de
Jongh in de bus een hartaanval. De
geliefde trainer stierf voor de ogen
van zijn jongens, die prompt geen
schim van zichzelf meer waren en
degradeerden. Er was iets weg, op
het Mosveld leek een betovering
verbroken. Een jaar later volgde de
verplichte verhuizing en verdween
het idyllische stadionnetje.
Met De Volewijckers kwam het nooit
meer helemaal goed: na tien jaar
in de marge voegde de proftak zich
in 1974 bij de jonge fusieclub FC
Amsterdam. Het eerste team van
de amateurtak is nu een bescheiden
vierdeklasser.
Wat rest is een winderig, veel te
groot plein, doorkliefd door een
autoweg. Ik merk dat ik loop te rillen,
maar glip toch even onder de weg
door naar het smallere, noordelijke
deel van het huidige Mosveld.
Ik herken het huizenblok en de
ingang van de Latherusstraat van
de prachtige voetbalfoto's uit de
jaren zestig. Tegenover pizzeria
San Remo, op nummer 74, ligt een
voetbalpleintje met kleine doeltjes.
De bal rolt hier kennelijk nog, dat is
mooi. Als Daan de Jongh hier nog
rondwaart, vermoed ik dat hij na
schooltijd hier positie kiest, om te
kunnen kijken naar de voetballertjes
die een heel klein beetje Mosveld-
baby's zijn, al hebben ze daar zelf
geen weet van.
DOOR MENNO POT
Het Mosveld in Amsterdam-
Noord is een deprimerende plek
op deze grauwe dinsdagochtend in
oktober. De shabby cafés zijn nog
dicht, de huizen ogen aftands en
er is vandaag geen markt. Metalen
geraamten van kramen staan als
het Mosveld met 3-1 van Ajax.
op Amsterdam-Noord van juli
1943, dat meer dan 150 levens
kostte, speelden De Volewijckers
hun thuisduels in De Meer en de
beslissende kampioensduels in het
Olympisch Stadion. Stadsderby's
tegen Ajax waren er dat seizoen
trouwens niet: de clubs speelden
in verschillende afdelingen van
de eerste klasse. Na de oorlog
veranderde dat: Ajax moest in
oktober 1947 met 1-0 buigen op
het Mosveld, maar won er ook wel
eens fors, zoals in januari 1949
(0-7). Een tweede, naoorlogse
glorieperiode van De Volewijckers
leverde geen landstitel op, maar
'slechts' een promotie naar de
eredivisie (1961). Toch spreekt
dat succes misschien wel meer
tot de verbeelding dan het
oorlogskampioenschap van 1944,
juist omdat De Volewijckers nu
wél echt thuis konden spelen.
Al-lichting
1961 was het gloriejaar van
de 'Mosveld-baby's', met een
knipoog naar de beroemde 'Busby
Babes' van Manchester United.
Een getalenteerde Al-lichting
belandde vrijwel geheel in het
eerste team, waarvan Daan de
Jongh trainer werd, en ook een
beetje vader. Onder hen spelers
als Frits Soetekouw, die als
Volewijcker Oranje haalde en later
Ajacied werd, en Hassie van Wijk,
die als assistent-trainer van Ajax
in 1984 een tragisch ongeluk zou
krijgen: het betonnen dak van een
dug-out verbrijzelde zijn voeten.
Via een radioverbinding konden
supporters op het Mosveld live
beluisteren hoe zich op 5 juli 1961
het 'Wonder van Zuilen' voltrok
in de uitwedstrijd bij Elinkwijk:
een spectaculaire 4-4 bracht De
Volewijckers naar de eredivisie.
Daar deden de baby's in
Het Mosveld is tegenwoordig een groot plein,
De Volewijckers zijn niet meer dan een vierdeklasser.
korenschoven op het plein, dat
onnatuurlijk groot oogt, zeker
wanneer je bedenkt dat de 'fly-over'
van de Johan van Hasseltweg het
nog in tweeën breekt.
Met dit plein is iets raars. Het is een
kaal gat in de stad. Vielen hier in de
oorlog bommen? Stond hier ooit een
gebouw?
Bommen vielen er inderdaad
(Amerikaanse, in juli 1943), maar
het gat wordt vooral verklaard
door het feit dat hier van 1927 tot
1964 drie voetbalvelden lagen, in
de lengte op een rij. Het middelste
was een knus stadionnetje met
vijftienduizend plaatsen, thuishaven
van De Volewijckers. Na de
Amsterdam Arena, De Meer en het
Olympisch Stadion is het Mosveld
het vierde terrein in Amsterdam
waar Ajax eredivisievoetbal speelde.
Afslag
Oude foto's laten zien hoe gezellig
het Mosveld was: staantribunes pal
voor de voordeuren. De slaapkamers
van de arbeiderswoningen moeten
gewilde skyboxen geweest zijn.
In 1964 moest het stadion tegen de
vlakte. De Johan van Hasseltweg
6 mei 1962: De Volewijckers winnen op
(afslag SI 18 voor verkeer van en
naar de IJtunnel) moest worden
aangelegd. Men zegt dat de weg
precies over de lengteas van het
vroegere speelveld loopt: over de
twee doelen heen. Ik betwijfel of
dat waar is (daarvoor lijkt de weg
te ver naar de noordelijke kant van
het plein te liggen), maar het idee is
mooi, dus we houden het erop.
Ooit waren ze fantastisch goed,
De Volewijckers van 1920, die
in 1927 neerstreken op het
Mosveld, in het hart van een
hechte arbeidersgemeenschap. Er
werden promoties gevierd tijdens
de bezettingsjaren en uiteindelijk
(in 1944) zelfs een landstitel.
Rond de club hing het aureool
van 'verzetsclub', vanwege de
activiteiten van de broers Gerben en
Douwe Wagenaar.
Het landskampioenschap kon
niet op het Mosveld worden
gevierd. Na het bombardement