'JEZUS, WAT GEBEURT
HIER, DE MAN KAN ECHT
WEL DINGEN'
Met Ooijer en Litmanen in de kleedkamer
In deze twintigdelige serie gaat Ajax Life op zoek naar de
speciale betekenis die Jari Litmanen heeft gehad voor de
stad Amsterdam in het algemeen en Ajax in het bijzonder. De
mysterieuze Fin nader ontleed, als voetballer en mens. In deel
5: Jari's eerste seizoen in Ajax 2.
ajaxlife
Mondiger
ir
Instincten
IN DE BAN VAN JARI 4 W
14-10-2011 X i
heen. En nu ben ik zelf dus zo'n
speler..."
Wanneer hij traint met een jonge
speler als Ricardo van Rhijn, dan
kijkt Ooijer naar zichzelf. "Dan
dwalen mijn gedachten weieens
af naar de dagen dat ik er zelf net
bijkwam. Naar de oudere spelers
van toen, zoals Danny Blind, Frank
en Ronald de Boer, die je altijd
hielpen. Wat dat betreft is er in
twintig jaar veel veranderd. Jonge
spelers zijn mondiger geworden.
Maar ja, de hele maatschappij is
veranderd hè? In 1992 was er nog
geen mobiele telefoon, om maar iets
te noemen."
We dwalen af.
Dat Ooijer negentien jaar later nog
zou voetballen hadden weinigen
verwacht. "En al helemaal niet bij
Ajax." Maar dat Jari Litmanen,
die gekscherend ook wel de 'Man
van Glas' wordt genoemd, op z'n
veertigste nog altijd actief zou zijn,
had niemand voorzien. Behalve
Ooijer dan, zegt hij zelf.
"Als je zo met je lichaam omgaat
zoals Jari, dan is het eigenlijk best
logisch dat hij nog speelt. Jari is een
fenomeen. Simpel."
Respect voor spelers die durven te
investeren in zichzelf, zegt Ooijer.
"Dat doe ik ook nog altijd, juist op
m'n 37ste. Ik zal wel moeten. Het
wordt steeds moeilijker om fit te
blijven, naarmate je ouder wordt.
Vroeger nam je een lekkere Bossche
Bol en de volgende dag was-ie weer
weg. Tegenwoordig neem je een
Bossche Bol en dan zit-ie er de
volgende dag nog gewoon aan."
Misschien gaat hij wel net zo lang
door als Jari."Weet jij veel. In
principe is dit mijn laatste jaar,
maar je weet nooit. Voor mij is
het belangrijkste dat ik er zondag
sta, als ik nodig ben. Het moment
waarop anderen zeggen dat het
mooi is geweest, wil ik voor zijn.
Maar ik heb nog altijd het gevoel dat
ik van waarde kan zijn voor Ajax."
Jari Litmanen zorgt uitermate goed voor zijn lichaam. Ooijer: 'Hij is een fenomeen. Simpel."
c
O
CD
s
O
-c
co
Eeuwig rekken
en strekken
gelukkig dat hij het heeft mogen
meemaken. Ontmoetingen met
Litmanen en - in een eerder
stadium - ook met Stefan Pettersson
hebben zijn opleiding in Amsterdam
kleur gegeven. "Terugkijkend heb
ik als jonge speler profijt gehad
van zulke persoonlijkheden om me
DOOR MARK VAN DEN HEUVEL
Veel groener dan André Ooijer
zaten ze niet in de kleedkamer van
Ajax 2, in de zomer van 1992. Net
achttien jaar geworden, opgeleid
in een keiharde cultuur, keek de
eerstejaars prof z'n ogen uit.
"Wat ik zag vond ik echt geweldig,"
vertelt Ooijer. "Jari stond altijd,
maar dan ook echt altijd te rekken
en te strekken, tot onder de douche
aan toe. Voor de trainingen, na de
trainingen, voor de wedstrijden,
na de wedstrijden, altijd. Hij was
eeuwig aan het rekken. De manier
waarop Jari toen al met z'n lichaam
omging, met z'n verzorging, was
ronduit indrukwekkend."
Stilzitten was geen optie.
De lange weg van de 37-jarige
Ooijer begon op z'n twaalfde in de
C-junioren van Ajax en eindigde,
via de B-junioren, de A2 en de Al
in het tweede elftal. Wat volgde was
een carrière langs FC Volendam,
Roda JC, PSV, Blackburn Rovers
en weer PSV. Overgekomen
uit Eindhoven was de geboren
Amsterdammer vorig seizoen de
oudste door Ajax zelf opgeleide
debutant ooit.
Als Ooijer terugdenkt aan zijn
eerste jaar in het tweede elftal
van Ajax, dan denkt hij ook aan
de grappen die in de kleedkamer
werden gemaakt over al het gerek en
gestrek van die nieuwe jongen uit
Finland. "Maar die grappen werden
niet, zoals tegenwoordig, door de
jonge spelers gemaakt. Destijds
hoefde je niks te zeggen als jonge
jongen, dan hield je toch vooral je
mond dicht."
De lachers kregen overigens
ongelijk, want wat Litmanen toen
deed, bleek later niet meer dan
normaal te zijn. Wat dat betreft was
hij zijn tijd vooruit.
Nee, een uitzonderingspositie had
Litmanen niet in de kleedkamer,
zegt Ooijer. Hij dreef vooral op zijn
sociale instincten. "Jari voelde zich
nergens te goed voor. Hij was drie
jaar ouder dan eerstejaarsprofs zoals
Kanu en ik zelf. Maar hij stond niet
boven ons. Integendeel, hij hielp de
jonge spelers juist, al was het alleen
maar door zich onze problematiek
aan te trekken. Hij was er altijd
bij. En Jari is ook, tot de dag van
vandaag als ik hem tegenkom, de
vriendelijkheid zelve gebleven."
Z'n herinnering laat Ooijer af en toe
in de steek. We praten immers over
negentien jaar geleden. Litmanen
en Ooijer zijn drie voetbalgeneraties
verder, dus zo gek is het niet dat het
grote verhaal een beetje uit beeld is
verdwenen.
Maar de details zijn gebleven. "Ik
weet echt niet meer wanneer of
tegen wie het was," zegt Ooijer,
"maar ik herinner me wel een
weergaloos doelpunt van Jari. Hij
stond zo'n beetje op de achterlijn
en in plaats van de bal voor te
geven met rechts, tikte hij de bal
met de binnenkant van z'n voet
naar binnen en scoorde hij met z'n
buitenkant. Uitgevoerd in één snelle
voetbeweging. De andere spelers
keken elkaar aan met een blik van:
Jezus, wat gebeurt hier allemaal, de
man kan echt wel dingen. Ja, dat is
voor mij een blijvende herinnering
aan Jari."
Ook al speelde hij destijds geen
officiële minuut in het eerste elftal
van Ajax, toch prijst Ooijer zich
Alvast opwarmen op de fiets, daarna de nodige rek- en strekoefeningen.