13
Sporen van Ajax
In de serie Sporen
van Ajax zoekt
Ajacied en
schrijver Menno
Pot plekken op die
een Ajaxverhaal
te vertellen
hebben. Soms zijn
de sporen nog
zichtbaar, soms
ook niet. In deel 12:
De Nieuwe Ooster,
Kruislaan 126.
ajaxlife
Bekertoernooi
Driemaal scheepsrecht
Uitbreiding;
HISTORIE
19-08-2011
Haarms voor
langs de lijn
eeuwig
In 1909, een maand voordat Ajax het Gouden Kruis zou winnen op Oud-Roosenburgh, speelde het Nederlands elftal tegen Engeland op het sportpark.
DOOR MENNO POT
Indrukwekkend gezicht, al die
Ajacieden die op zaterdag 13 juni
2009 de laatste reis van oer-Ajacied
Bobby Haarms begeleidden: van
De Toekomst, waar de prachtige
afscheidsdienst was, naar zijn
rustplaats op De Nieuwe Ooster. Ik
liep niet mee, ik was verhinderd.
Zo kon het gebeuren dat ik drie
dagen na de uitvaart, op een
stille dinsdag, helemaal alleen de
lommerrijke begraafplaats in de
Watergraafsmeer betrad, via de
statige entree aan de Kruislaan,
en de portier vroeg waar Bobby
lag. Ik vond het wel fijn: even
alleen zijn met Bob, zodat hij mijn
geprevelde bedankje kon verstaan,
ik mijn rozen (rode en witte) rustig
kon neerleggen en goed in me
kon opnemen hoe schitterend De
Nieuwe Ooster is, de groene oase
waar de eeuwige assistent voor
altijd mag blijven.
"Ik wil begraven worden op de
Oosterbegraafplaats," zei hij ooit
in een interview, "zodat ik zicht
heb op het oude Ajax. Dat is
clubliefde." Een mooiere plek was
inderdaad niet denkbaar geweest.
Op De Nieuwe Ooster (het woord
'begraafplaats' verdween uit de
naam toen er in 1994 ook een
crematorium kwam) is Bobby niet
alleen dicht bij De Meer, maar ook
dicht bij het huis van zijn jeugd:
Middenweg 210, randje Betondorp.
Hij is er bovendien onder
Ajacieden: materiaalman Sjaak
Wolfs werd er gecremeerd, voor
Cor van der Hart staat er een
plaquette, Wim Anderiesen Sr.
ligt er begraven, net als Joark, de
beroemde F-sider.
De meeste Ajacieden weten dat
hier Ajacieden rusten, maar wat
velen niet weten, is dat Ajax op
het huidige terrein van De Nieuwe
Ooster zijn allereerste echte
prijs won. Op 20 mei 1906 legde
Ajax hier beslag op het Gouden
Kruis, een destijds vrij prestigieus
bekertoernooi voor Amsterdamse
clubs.
Het terrein waar dat gebeurde,
heette Oud-Roosenburgh, naar
het landgoed waarvan het deel
uitmaakte. Het zou in 1916 worden
opgeslokt door De Nieuwe Ooster.
Het huidige bezoekerscafé, even
rechts van de ingang aan de
Kruislaan, heet Oud-Roosenburgh,
maar landgoed en sportterrein
lagen wat verder naar achteren,
richting de Rozenburglaan in het
zuiden.
Het sportterrein was
paardenrenbaan én thuisbasis
van de voetbalclub RAP, in 1887
ontstaan door de fusie van de
cricketclubs RUN, Amstels en
Progress. RAP werd in 1899 de
allereerste officiële landskampioen
voetbal van Nederland en zou
die prestatie in de jaren daarna
nog viermaal herhalen. Met
vijf landstitels staat RAP nog
altijd zesde op de ranglijst van
Nederlandse landskampioenen.
Ajax zou zijn vijfde landstitel pas
in 1934 grijpen.
Topclub RAP zou snel wegzakken.
Na degradatie uit de toenmalige
eerste klasse (1905) was de club
uit de Watergraafsmeer in 1914
zo ver afgegleden dat een fusie
werd aangegaan met Volharding.
De Volharding RAP Combinatie
(VRC) heet nu VRA (Volharding
RAP Amstels) en speelt weer
uitsluitend cricket. In Amsterdam
is nu een voetbalclub actief die
RAP heet, maar die heeft niets van
doen met het oude RAP.
Ajax, dat destijds in Amsterdam-
Noord voetbalde, schreef zich
in het seizoen 1902/1903 voor
het eerst in voor het toernooi
om het Gouden Kruis en haalde
meteen de finale, maar op Oud-
Roosenburgh was RAP met 4-1
te sterk. Ook de finale van 1904,
tegen Volharding op het AFC-
terrein, werd verloren.
Op 20 mei 1906 bleek driemaal
scheepsrecht. De tegenstander in de
finale, AFC, stond in de competitie
(de tweede klasse West BI) ver
boven Ajax, maar moest op Oud-
Roosenburgh met 4-3 buigen voor
de Ajacieden, toen nog spelend in
de rood-wit gestreepte tenues met
zwarte broek, die we nu kennen als
het 'Spartatenue'. De allereerste
echte onderscheiding kon het
teleurstellende seizoen 1905/1906
(met de vierde plek in de competitie)
overigens niet helemaal redden.
Ajax zou het Gouden Kruis nog
driemaal op rij winnen: in 1909,
1910 en 1911. Een van die finales,
tegen Blauw-Wit op 16 mei 1909,
werd opnieuw gespeeld op Oud-
Roosenburgh, dat een maand eerder
het decor was geweest van een
heuse interland tussen Nederland
en het Engelse amateurteam (0-4).
Twee jaar later, in april 1911, zou
Nederland de Engelse amateurs nog
eens op Oud-Roosenburgh treffen.
Die wedstrijd liep bijna uit op een
'stadionramp' toen een overvolle
noodtribune achter een van de
doelen instortte: elf gewonden.
Een kleine maand na die bijna-
ramp diende Oud-Roosenburgh
als landingsterrein voor de eerste
vlucht boven Nederland met
een bestuurbaar luchtschip: de
zeppelin-achtige Parseval V. Het
was feitelijk een experiment van
het ministerie van Oorlog, dat
luchtvaartmogelijkheden wilde
onderzoeken.
RAP verdween, Nederland bleek
tussen 1914 en 1918 godzijdank
geen luchtmacht nodig te hebben
en Oud-Roosenburgh werd een
stukje Nieuwe Ooster, gereserveerd
voor de doden. Het was de eerste
uitbreiding van de begraafplaats,
die in 1894 was geopend.
Als je op een moderne plattegrond
een rechte lijn trekt vanaf van de
ingang aan de Kruislaan naar het
meest zuidelijke punt van het park
(daar waar Betondorp begint), dan
lag het voetbalterrein ongeveer
op tweederde. Inderdaad: héél
erg dicht bij het graf van Bobby
Haarms, de goede beul die zo tóch
nog een beetje langs de lijn staat bij
de Gouden Kruisfinale van 1906, al
werd die 22 jaar voor zijn geboorte
gespeeld.
Het graf van Bob Haarms ligt dicht bij het voormalige veld van RAP.
De Nieuwe
Ooster