EEN TEMPEL VAN FRUSTRATIE
EN VERDRIET VOOR AJACIEDEN
Sporen van Ajax
In de serie Sporen van Ajax zoekt Ajacied
en schrijver Menno Pot plekken op die
een Ajaxverhaal hebben te vertellen.
Soms zijn de sporen nog zichtbaar,
soms ook niet. In het laatste deel van dit
seizoen: de Amsterdam Arena.
Irrrn i
TITELMOMENT VAN... MENNO POT
ajaxlife
Bijbenen
Transferiumbeton
Oppoetsen
HISTORIE 4 Q
03-06-2011 lO
Thuiskomen in de Arena
DOOR MENNO POT
Amsterdamsche
Bos
Amstelveen
Amsterdam
Arena
Het fluitsignaal waarmee
scheidsrechter Pieter Vink Ajax op
15 mei 2011 voor de dertigste keer
landskampioen maakte, verloste
Ajax van een trauma (eindelijk weer
kampioen, eindelijk die derde ster!),
maar was ook voor de Amsterdam
Arena een bevrijding: de Arena was
een kolkende vesting geweest, een
onneembaar bolwerk.
Ajax greep de titel van 2011 dankzij
het stadion, en dus niet óndanks,
zoals het in 1998, 2002 en 2004 een
beetje voelde. Ajax - FC Twente
was als een definitieve inwijding, na
vijftien jaar nurkse onwennigheid.
Hoort de Amsterdam Arena
eigenlijk wel in deze 'Sporen van
Ajax'-reeks? Is het niet te jong, te
zeer verbonden met het nu?
Ik heb erover nagedacht, maar vind
dat het stadion in deze serie hoort.
Omdat er toch alweer vijftien jaar
Ajaxgeschiedenis ligt, omdat het
Arenagebied in die vijftien jaar
ontzettend veranderde en omdat
het stadion een Ajaxverhaal heeft te
vertellen, al was het niet altijd een
opbeurend verhaal.
In het najaar van 1989 kwam bij
het nog prille Ajaxbestuur van
voorzitter Michael van Praag het
hoge woord eruit: Ajax moest weg
uit De Meer. In september moest
de club het 'staafincident' tegen
Austria Wien bekopen met een
seizoen Europese uitsluiting, in
oktober was in vak P een spijkerbom
ontploft met veertien gewonden
als gevolg. Het ging niet langer.
Bovendien: als Ajax de Europese
top financieel wilde
bijbenen, moest er een
groter stadion komen,
waar meer geld kon
worden verdiend.
De lobby begon, Ajax
zette zich aan het
financiële plan (secretaris Uri
Coronel voorop), architect Rob
Schuurman ging aan de slag. Het
nieuwe stadion, met transferium,
schuifdak en 'Stadion Amsterdam'
als voorlopige naam, moest verrijzen
aan de Burgemeester Stramanweg
in Amsterdam Zuidoost. Na vier
jaar lobbyen en steggelen, was
er op 10 maart 1993 groen licht.
Bouwkosten: 96 miljoen euro.
Oplevering: zomer 1996.
"Ik droom van een Europacup in
het nieuwe stadion," had voorzitter
Van Praag al in 1989 gezegd, maar
hij rekende buiten de aanstormende
lichting talenten en de hoofdtrainer
die in 1991 aantrad: Louis van
Gaal. Nog vóór de verhuizing in
1996 won Ajax de Uefa Cup, de
Champions League, de Europese
Supercup, de Wereldbeker én drie
landstitels op rij.
Prachtig voor Ajax, maar de
ultramoderne ufo in de Bijlmer
werd nu wel met veel meer argwaan
bejegend door de Ajaxaanhang.
Daar kwam in december 1995
het Bosmanarrest bij, dat een
einde maakte aan het oude
transfersysteem en voetballers de
rechten van 'gewone' Europese
werknemers gaf. De uitspraak
kwam voor Ajax op een rampzalig
moment: net toen Ajacieden de
meest gewilde voetballers ter wereld
waren, torpedeerde 'Bosman' hun
marktwaarde en konden ze gaan en
staan waar ze wilden.
Zo werd de Amsterdam Arena
na de inwijding op 14 augustus
1996 (het vriendschappelijke
openingsduel werd met 3-0
verloren van AC Milan) het
theater waar de sportieve neergang
inzette, al was die vermoedelijk
onafwendbaar.
Op het transferiumbeton, onder het
schuifdak, wilde geen gras groeien,
zodat Ajax jarenlang op armetierige
plaggen speelde en er om de
haverklap een nieuw veld moest
komen. De sfeer? Waardeloos. De
club greep de verhuizing aan om de
'lastige' harde kern over het stadion
De Arena in aanbouw. Het stadion zou langer een leeg gevoel geven dan dat de omgeving daadwerkelijk onbebouwd bleef.
te verspreiden. De tienduizenden
nieuwe seizoenkaarthouders
moesten zich het stadionrepertoire
nog eigen maken. Gevolg: een
doodse sfeer die de Ajaxaanhang
bijnamen als 'bioscooppubliek'
opleverde.
Stewards in nette kostuums.
Toiletjuffrouwen. Betalen in
'Arena's'. Brede, betonnen grachten
rond het veld. Gapende tochtgaten
in de hoeken. Geen Ajaxuiting
te bekennen. Was dit nou een
Ajaxstadion?
Sportief gezien viel het begin nog g
mee (halve finale Champions
League in 1997, de 'dubbel' in
1998), maar in i§
1999 begon Ajax üi
aan wat het slechtste
decennium sinds
de invoering van ts,
het betaalde voetbal
zou worden. Twee
landstitels en slechts één Europese
kwartfinale in tien seizoenen.
Vierde, vijfde, zelfs zésde in de
eredivisie. Een eindeloze serie
thuisnederlagen tegen PSV.
Elftallen waar niets Amsterdams
"Als ik later terugdenk aan het kampioenschap van
2011, zal ik denken aan de ochtend voor de wedstrijd.
Om 10.00 uur afgesproken met mijn vrienden bij café
't Loosje. Vroeger deden we dat vaak, tegenwoordig
komt het er minder vaak van. Relaties, drukke banen,
kinderen. Nu was iedereen er, geen minuut te laat.
Meteen aan het bier. Urenlang voorbeschouwen in de
ochtendzon tot je zeker weet dat het niet mis kan gaan.
Ouderwets. Heerlijk."
Met het behaalde kampioenschap dit seizoen is de Arena eindelijk echt het Ajaxstadion geworden. Een thuis.
De Arena werd het symbool van de
teloorgang, een tempel van frustratie
en verdriet voor Ajacieden, mikpunt
van leedvermaak voor de rest van
het land. De 'dubbels' van 1998
en 2002, de prachtige Champions
Leaguecampagne van 2003, een
handvol sfeervolle topwedstrijden en
een reeks sfeerverhogende ingrepen
in het stadion (rood-witte balustrade,
Ajaxvlaggen in de nok, versmalde
grachten aan de lange zijden,
luidruchtige supporters herenigd)
konden de reputatie niet oppoetsen.
De beroerdste jaren moesten nog
komen.
Maar toen werd het 15 mei 2011Na
afloop van Ajax - FC Twente keek ik
uit over de boulevard en realiseerde
ik me hoeveel er is veranderd. In
augustus 1996 stond hier nog niets:
geen Heineken Music Hall, geen
Pathébioscoop, geen winkels of hoge
kantoorgebouwen. Het treinstation
Bijlmer was een klein stationnetje,
met twee kleine kroegjes (Het Vervolg
en de Skybox) onder de sporen.
De Arena stond als een immense
snelkookpan in de leegte.
Er is nog wel het nodige te doen
(dicht die hoekgaten!), maar laten we
15 mei 2011 maar beschouwen als
de dag waarop het 'nieuwe stadion'
eindelijk een 'thuis' werd.
Dit zvas het laatste deel van 'Sporen van
Ajax' van dit seizoen. Bij het begin van
het nieuwe seizoen start een nieuwe reeks
van tien afleveringen.