SCHAAMTE 'IK HEB OOK WEL EENS DE KLEEDKAMERDEUR EXPRES HARD DICHTGEGOOID' MEDELIJDEN VERTROUWEN LIEFDE TITELMOMENT VAN... CARLO L'AMI ajaxlife voetballend uit zo'n situatie kunt komen, voorkom je zo'n opleving. Je moet dan ook weten wanneer je op balbezit moet spelen. Dat is ervaring." Wanneer was je nog meer echt woedend? "Bij Willem II. In de rust. Als je beseft waar het om gaat, dan kun je niet zo slap spelen als wij deden, en je laten verrassen door een tegenstander die bijna is gedegradeerd. Je moet weten dat ploegen agressief spelen. Dat ervaar je in de jeugd al. Na de nederlaag bij ADO Den Haag was ik meer teleurgesteld, maar was er ook een bepaalde woede. We waren zo dichtbij, waren zo hard aan het knokken. Dan denk je op dat moment dat je het kampioenschap hebt verspeeld door een paar knullige situaties, waardoor je de wedstrijd uit handen geeft." Hoe uit je je woede? "Ik krop niets op. Sommige mensen doen dat wel, maar ik kan het niet. Als speler kon ik al medespelers helemaal verrot schelden als ze iets verkeerd deden. Vooral mijn broer. Maar dan was ik het wel meteen kwijt en konden we verder. Ik zit nooit boos in de auto, dan ben ik al weer rustig. Denk ik na over oplossingen. Nee, mijn vrouw heeft nooit een woedende Frank de Boer op de bank zitten. Het is ook nooit iets persoonlijks als ik boos op een speler ben, het gaat om situaties. Ik merk nu ook dat sommige spelers er toch moeilijk mee om kunnen gaan." Een voorval tijdens het trainingskamp in Turkije is een treffend voorbeeld. De Boer legt vier keer een positiespel neer omdat een simpele afspraak niet wordt nagekomen. Miralem Sulejmani is de laatste dader. Naast een preek van De Boer krijgt hij ook op zijn donder van Demy de Zeeuw. De Serviër reageert woedend en moet door teamgenoten worden tegengehouden. "Mickey is zo'n jongen die dan vijf minuten van slag is. Dan moet je je als trainer wel afvragen of je dan je doel hebt bereikt of niet. Je wilt een speler ergens bewust van maken, niet dat hij helemaal van slag raakt. Ik gaf laatst Lorenzo Ebecilio nog op zijn donder tijdens de training. Ik was daarmee de gebeten hond. Eigenlijk moet het besef uit het team zelf komen dat Lorenzo Frank de Boer heeft als hoofdtrainer van Ajax nog geen schaamtevolle momenten meegemaakt. Hij probeert integer te zijn. Als het achteraf niet de beste keuze blijkt, is dat jammer. Maar schamen hoeft hij zich niet. Er is slechts één voorval in zijn op dat moment de verkeerde keuze maakte. Wat Demy deed bij Mickey vond ik ook goed." "Het niet kunnen accepteren van kritiek, is ook iets van deze maatschappij," vervolgt hij. "Ik hoefde vroeger niets tegen Jan Wouters in te brengen. Hij schopte je dan lachend door midden in een duel. De trainer zei daar niets van. Dat is veranderd. Ik heb zelf als trainer wel eens bijna neus tegen neus gestaan met Attila Yildirim (oud-jeugdspeler bij Ajax, red.). Dat ging om een situatie waarin hij vond dat ik het spel moest stilleggen. Hij was altijd degene die een beetje moest zeiken. Ik zei dus: 'Nu ophouden, gewoon doorgaan.' Het was ook heel snel weer over. Hij was wel iemand die het snel weer kon loslaten." De Boer noemt zichzelf een optimistisch mens. Het glas is eerder halfvol dan halfleeg. "Ik vind niet dat ik een doemdenker ben," stelt hij. "Er zijn mensen die vaak al over problemen nadenken terwijl het nog geen probleem is. Ik ga er pas goed over nadenken als het probleem er echt is." Je zou dat ook anticiperen kunnen noemen. "Jawel. Maar ik bedoel meer dat mensen er dan echt al hoofdpijn van kunnen krijgen voordat het probleem er daadwerkelijk is. Dat gebeurt bij mij niet. Ik heb in mijn leven nog geen hoofdpijn gehad, geen aspirientje of paracetamol geslikt." De eerste kennismaking van Nederland met de hoofdtrainer De Boer is er een van vertrouwen. Het is op 7 december, op Schiphol. De Boer is dan nog geen dag interim trainer na het vertrek van Martin Jol. "Ik ben er klaar voor," luidt de boodschap van de man die een dag eerder nog de Al trainde. Een halfjaar later vindt De Boer niet dat hij op Schiphol blufte. Zijn conclusie klinkt nog steeds hetzelfde: hij was op dat moment echt klaar voor het hoofdtrainerschap. "Natuurlijk kan ik me nog doorontwikkelen, maar ik heb het werk niet verkeerd ingeschat. Ik wist carrière waarvoor hij zich wel schaamt: de lastercampagne met broer Ronald tegen trainer Morten Olsen in 1998, om zo een vroegtijdig vertrek bij Ajax te forceren. "Ik schaamde me op dat moment al. Ik had er een heel slecht gevoel bij. In het als assistent-bondscoach al wat er bij komt kijken. Ik heb nu meer te maken met scouting en randzaken, maar in zulke zaken rol je snel genoeg. Ik heb veel gewonnen door zorgvuldig mijn staf uit te kiezen, met ervaren mensen. Maar zelfvertrouwen moet je sowieso hebben als je zo'n job aangaat." Heb je ooit gespeeld dat je vertrouwen had, terwijl je je toch zorgen maakte? "Nee. Zelfs in Milaan niet toen ik zei dat we een goed elftal hadden. Ik heb tegen de jongens gezegd: 'Ik weet wat jullie kunnen. Jullie weten wat Ajax wil zien, omdat jullie in de jeugd ook zo hebben gespeeld.' Ik zou het ook niet heel goed kunnen, een hele act houden. Leo Beenhakker kon dat goed. Dan begon hij met zijn haar achterover te strijken, en een beetje te zuchten. Daarna kwam een monoloog. Dat was zijn kracht. Maar als je het te vaak doet, prikken mensen er doorheen. Dat is een gevaar." Was jij er als speler wel gevoelig voor? "Als jeugdspeler wel. Dan heeft zo'n act meer impact. Dat heb ik als jeugdtrainer ook gemerkt. Ik heb ook wel eens de kleedkamerdeur expres hard dichtgegooid. Dan hoorde je later wel terug dat die jongens schrokken. 'Hij was echt kwaad.' Daar probeerde ik wel mee te spelen. Bij een A-selectie werkt dat veel minder." Ruim veertien jaar speler van Ajax, nu vijf jaar verbonden aan de club als trainer. De Boer zegt met recht dat hij van Ajax houdt. Maar wat is dat, houden van een club? "Misschien is echte liefde een beetje te zwaar, maar Ajax zit wel in mijn hart. Zoiets groeit vanzelf. Ik was natuurlijk al Ajaxsupporter voordat ik hier als jeugdspeler terecht kwam." De Boer zegt ook van zijn spelers te houden, wat weer een andere definitie van 'houden van' is. "Ik waardeer ze enorm, probeer ze zo eerlijk mogelijk te behandelen. Dat is ook belangrijk. Vandaar dat ik als ik boos ben ook wel eens zeg: 'Ik hou evengoed van je.' Ik ben boos op de speler, niet op de persoon. Die scheiding moet je kunnen maken. Ik ben ook niet haatdragend. Alleen als je me een kunstje flikt, moet je heel wat doen om mijn vertrouwen terug te winnen. Ik ben lang niet de moeilijkste." begin heb ik Olsen nog wel ontlopen, om de confrontatie niet aan te hoeven gaan. Maar dat houd je niet vol. Toen het eindelijk zo ver was, viel het reuze mee. Dat tekent ook de goedheid van Olsen. Ik heb nu een heel goede band met hem." INTERVIEW 4 4 03-06-2011 XX "Het affluiten was ultiem, maar direct na de 3-1 dacht ik al: ja, we hebben 'm! Er kon na de eerste twee goals nog van alles gebeuren. We moesten geconcentreerd blijven en konden niet te vroeg juichen. Vanaf de 3-1 geloofde ik erin. Het moest i I wel heel raar gaan lopen. Bij het doelpunt van J Siem hoefde ik niet meer gereserveerd blij te zijn. De 3-1 was de opluchting, de ontlading volgde bij het laatste fluitsignaal." Het zijn grimmige tijden bij Ajax. Het bestuur en de raad van commissarissen hebben na de strijd met Johan Cruijff hun functie ter beschikking gesteld. Algemeen Rik van den Boog nam al afscheid van de club. "Ik leef wel met deze mensen mee," aldus Frank de Boer. "Dat is ook een soort van medelijden. Al denk ik niet eens dat zij dat willen. Ik voelde me ook wel rot voor de mensen die hier jarenlang altijd alles hebben gegeven voor de club en die dan hoorden dat ze er volgens de plannen niet meer welkom waren. Van dat soort Heb je ook medelijden met Mounir El Hamdaoui gehad, vanwege de manier waarop de supporters met hem omgingen? "Dat zeker. Zoiets wens ik niemand toe. Ik snap het ook niet. Het helpt dingen krijg ik wel een knoop in mijn maag. Ik ben best een gevoelig mens, moet ik zeggen. Ik blijf er niet al te lang mee rondlopen. Zo is het leven. Kijk naar de Giro d'Italia. De ene dag overlijdt er een wielrenner, een paar dagen later gaat alles gewoon weer verder, en lijkt haast niemand er meer mee bezig." Mounir niet - ik begrijp dat ze dat ook niet willen - maar het helpt de ploeg ook niet. Elke persoon gaat er anders mee om. Mounir zei dat hij er geen last van had. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik heb het zelf meegemaakt in Barcelona, als 'zoon' van Van Gaal. Dertigduizend mensen die je uitfluiten, is niet leuk. Ik maakte gelukkig nog het winnende doelpunt in een Europacupwedstrijd destijds. Dat was wel lekker. Ik heb toen wel bijna mijn middelvinger opgestoken. Ik heb uiteindelijk mijn vuist maar gebald."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2011 | | pagina 11