13
y»
'ZELFS AL WAS-IE HIER GEBOREN,
DAN NÓG STONDEN JULLIE NAAR
HET VERKEERDE RAAM TE GLUREN'
Sporen van Ajax
O mm
In de serie Sporen
van Ajax zoekt
Ajacied en schrijver
Menno Pot
plekken op die een
Ajaxverhaal hebben
te vertellen. Soms
zijn de sporen nog
zichtbaar, soms
ook niet. In deel 8:
het 'geboortehuis'
van Johan Cruijff,
Akkerstraat 32.
\r
ajaxlife
Verkeerde
raam
Groentewinkel
Oosterbegraafplaats
HISTORIE
06-05-2011
Een fruitmand van Cruijff
DOOR MENNO POT
Hier zag hij dus het levenslicht, in
dit kleine huisje aan de Akkerstraat
32, in het arbeiderswijkje Betondorp
in de Watergraafsmeer: Hendrik
Johannes Cruijff, de man die Ajax als
voetballer groot maakte, als trainer
opnieuw een Europese hoofdprijs
naar Amsterdam haalde en nu als
fluwelen revolutionair van zich doet
spreken. Fotograaf Jasper en ik
zeggen even niets, toch een beetje
onder de indruk van het op zichzelf
zo intens bescheiden huisje. We kijken
naar de bovenetage: achter een van
die raampjes moet hij zijn geboren.
25 april 1947.
Niet dus. De voordeur zwaait
open en de joviale bewoner van
tegenwoordig stapt naar buiten, krant
in de hand, leesbril nog op de neus.
"Daar was het niet, hoor," zegt hij
en hij wenkt ons naar binnen. Hij
informeert namens welk medium
we op reportage zijn en vertelt dat er
tamelijk vaak toeristen en journalisten
naar het huisje komen kijken. Laatst
nog een Spaanse cameraploeg. De
huidige bewoner is het wel gewend,
hij is graag bereid de mensen wat
informatie te
verstrekken.
De Buitenspelers, 2007) wordt
Akkerstraat 32 op pagina 19
aangeduid als 'geboortehuis'.
"Zelfs al was-ie hier geboren," grijnst
onze gastheer, "dan nóg stonden jullie
naar het verkeerde raam te gluren."
Hij laat zien hoe dat zit: de
bovenetage hoort helemaal niet bij
nummer 32. Alle vertrekken van de
woning, ook de slaapkamers, liggen
op de begane grond: ze zijn als het
ware om de straathoek gevouwen.
De ouderlijke slaapkamer, waar
moeder Nel Cruijff-Draaijer zich bij
thuiskomst in bed installeerde met
haar pasgeboren zoontje, heeft een
De feiten zijn
anders dan we
dachten. Om
te beginnen
werd Johan
Cruijff niet thuis geboren, maar
in het Burgerziekenhuis aan
de Linnaeusstraat. De meeste
geschiedenisboeken draaien
om dat feit heen. Zelfs in de
grote 'Cruijffbijbel' (uitgeverij
raam aan de Tuinbouwstraat: het
raam tussen de nummerbordjes 69A
en 71A, dat kamertje was het eerste
thuis van Johan Cruijff.
Het huis is verbouwd, maar ziet er
van buiten nog precies uit als in 1947,
zoals in heel Betondorp de tijd lijkt
te hebben stilgestaan: de gordijntjes,
de tuintjes, de stilte op straat, de
'poorten' waar de jonge Johan Cruijff
eindeloos oefende met een bal...
Zelfs wanneer je richting de
Middenweg kijkt, richting de plek
waar vroeger stadion De Meer lag,
zie je wat de jonge Cruijff in de jaren
vijftig zag: géén lichtmasten. Die
verrezen pas in 1971.
Vader Manus Cruijff bestierde in
de Akkerstraat een groentewinkel.
'Bij geboorte, jubilea of fuif: een
fruitmand van Cruijff,' stond er op
zijn visitekaartje. Elke
dag stonden de kisten en
kratten tegen de gevel.
Manus' onverwachte
dood, in juli 1959, was
een breekpunt in Johans
leven. Het gedaalde
gezinsinkomen maakte
ook een verhuizing
noodzakelijk: naar de
Weidestraat 37, een goedkopere
woning, twee dwarsstraten richting
Middenweg.
Voetballen deed Johan vanaf het
moment dat hij kon lopen. De
oudst bekende foto waarop hij een
Ajaxshirt draagt, dateert uit 1951,
toen hij nog geen vijf jaar oud was.
"We hebben ons nooit bij Ajax
aangemeld, we speelden er gewoon,"
zei hij ooit, daarmee suggererend
dat de club voor buurtkinderen een
tamelijk open karakter had. Op zijn
tiende verjaardag kreeg hij officieel
zijn 'Ajaxdiploma' en was hij lid van
de vereniging waar hij ook een tijdje
catcher was bij de honkbalafdeling,
met Arie van Eijden als ploeggenoot.
Johan Cruijff zou in de Weidestraat
blijven wonen tot 1968, toen hij al
vier jaar speler van Ajax 1 was. Hij
woonde er toen hij op 15 november
1964 zijn officiële eredivisiedebuut
maakte in de uitwedstrijd tegen
GVAV in Groningen, toen hij in
1965 zijn eerste landstitel won, toen
hij in september 1966 zijn debuut
voor Oranje maakte en toen hij
in december 1966 voor het eerst
met Ajax van zich deed spreken op
Europees niveau, in de legendarische
'mistwedstrijd' tegen Liverpool in het
Olympisch Stadion (5-1).
Altijd weer keerde hij terug naar
De Meer, haren gekamd, voetbaltas
over de schouder, en wandelde hij
Betondorp in. De wandeling over
de klinkers van de Tuinbouwstraat,
richting de Middenweg, moet
hij vele duizenden keren hebben
gemaakt. De wandeling naar de
Oosterbegraafplaats, ten noordwesten
van Betondorp, waar zijn vader
Manus begraven ligt, evenzeer. "Als
ik langs de Oosterbegraafplaats rijd,
zeg ik mijn vader altijd gedag," zou
hij jaren later eens vertellen.
Zelf heb ik ook Cruijff- en
Ajaxherinneringen aan Betondorp.
Toen ik me in 1993 als neo-
Amsterdammer in de stad vestigde,
woonde ik het eerste jaar in de
Bijlmermeer. Naar Ajax reisde ik
niet vanuit de stad, met tram 9,
maar met stadsbus 59 of streekbus
120, door Diemen.
Vanaf de uitstaphalte aan de
Rozenburglaan wandelde ik door
Betondorp naar het stadion, en
uiteraard koos ik dan voor de
Tuinbouwstraat, onderweg even
snel een blik werpend op de huisjes
aan Akkerstraat 32 én Weidestraat
37, als een zwijgend eerbetoon aan
Ajax' grootste. Het werd een soort
bijgeloof en dat leverde in 1994
natuurlijk de landstitel op... maar
da's logisch.
,Wonin
i 0 Johan Cruijff
terdamsche
mstelveen
De groentewinkel van Manus Cruijff, in de Akkerstraat. Hier groeide Johan Cruijff op, tot de dood van zijn vader in 1959,
AKKERSTRAAT
Akkerstraat 32 zoals het tegenwoordig is. Nog altijd is de woning een trekpleister voor toeristen en journalisten.