'BIJ ECHT SNELLE TEGENSTANDERS MOET IK MAAR SLIM ZIJN' Daley Blind maakt de balans op Daley Blind (20) is vernoemd naar de zeer succesvolle Engelse tienkamper Daley Thompson. De Ajacied praat over tien belangrijke facetten in het voetbal. ajaxlife Linkerbeen Communicatie Snelheid Voorzet Naam Kopkracht Tackles Eindconclusie INTERVIEW 04-03-2011 'Veel punten om aan te werken' DOOR MIKE VAN DAMME Rechterbeen "Het lukt me aardig om de bal met rechts mee te geven, maar ik trap niet met rechts zoals ik dat met links kan. Ik heb mijn rechterbeen wel proberen te ontwikkelen. In de jeugdopleiding van Ajax werd al aandacht besteed aan tweebenigheid, al heb ik daar nooit echt het talent voor gehad als bijvoorbeeld Wesley Sneijder. Bij FC Groningen speelde ik vorig seizoen als rechtsback. Dan word je gedwongen om je rechterbeen meer te gebruiken." "Ik heb een vrij sterk linkerbeen. Ik kan met gevoel passen, heb een goede lange bal en crossbal. Al gebruik je die laatste minder als back. In de jeugd stond ik vaak centraal, maar heb ik wel eens als linksback gespeeld. Voor mij is die positie dus niet helemaal nieuw. Toen ik terugkwam van FC Groningen spraken mensen vooral over de rechtsbackpositie. Gregory (van der Wiel, red.) is als rechtsback de onbetwiste nummer één. Het is voor mij anders gelopen. Het is sowieso moeilijk om bij Ajax echt aan de bak te komen, op welke positie ook." "Communiceren is belangrijk. De trainer hamert daar ook steeds op. Het gaat bij ons steeds beter. We zetten elkaar steeds beter neer, laten elkaar beter spelen. Ik praat in het veld vooral met Jan (Vertonghen, red.) en Lorenzo (Ebecilio, red.) over hoe we het elkaar zo gemakkelijk mogelijk kunnen maken. Het heeft geen zin om helemaal naar Gregory te schreeuwen. Dat hoort hij toch niet. In de kleedkamer ben ik ook best aanwezig. Soms moet je serieus zijn, maar we proberen zo vaak mogelijk lol te hebben. Daar probeer ik ook een aandeel in te hebben." "In de jeugd werd vaak tegen me gezegd dat mijn snelheid niet mijn sterkste punt was. Ik ben wel sneller geworden, dankzij looptrainingen van Ruben Jongkind. Ik liep puur op kracht, heb van hem geleerd meer op gevoel te lopen, met een betere pass. Dan gaat het soepeler en ben je na een sprint van vijftig meter niet al moe. Het aanpassen van je looptechniek duurt wel een tijdje. Ik had het er voor over, omdat ik wist dat het een van mijn mindere punten was. Ik ben nog steeds niet zo snel als Gregory of Lorenzo, maar ik word er niet meer echt uitgelopen. En bij echt snelle tegenstanders moet ik dan maar slim zijn." "Ook als back van Ajax is het geven van voorzetten belangrijk. Ik haal een of twee keer per wedstrijd de achterlijn. Dat kan beter. Lorenzo trekt vaak naar binnen, dus er is wel ruimte. Maar omdat hij sterk is één tegen één, wil ik die ruimte voor hem ook weer niet kleiner maken door over hem heen te gaan. Voor mij is het een nieuw concept. Bij FC Groningen speelde ik op rechts, en kwam dus zelf ook vaak naar binnen om de combinatie te zoeken. Als centrale verdediger ben je helemaal niet bezig met het geven van voorzetten. De dag voor een wedstrijd oefenen we er vaak op." "Voor mijn debuut werd al gezongen dat ik 'een echte Ajacied' was. Dat heeft natuurlijk te maken met mijn vader. Hij is een echte Ajacied. Ik voetbal al vanaf mijn zevende bij Ajax, ben een echte Blind, en inmiddels ook wel een echte Ajacied. Er is gesuggereerd dat de problemen tussen Martin Jol en mijn vader een probleem van de families leek te worden. Ik weet dat natuurlijk niet precies. Ik heb daar nooit over gesproken. Ik hoop in elk geval niet dat dit de reden was waarom ik niet aan spelen toekwam. Over wat de werkelijke reden is, heb ik nooit met Jol gesproken. Maar het heeft ook weinig zin om er nu nog over na te denken." "Het gaat steeds beter met koppen. Ik ben er met De Boer veel mee bezig geweest. Hij zei op een gegeven moment: 'We gaan er wat mee doen.' Dat was al voor de uitwedstrijd tegen FC Utrecht, en dus het kopdoelpunt van Duplan. Ik had eerder moeten springen in die situatie. Ik win steeds meer duels, maar het koppen is nog steeds niet mijn sterkste punt." Conditie "Ik wil natuurlijk elke wedstrijd spelen, maar het was niet verkeerd om tegen VVV-Venlo wat rust te nemen. Ik had een halfjaar amper gespeeld. Ook weinig bij Jong Ajax. Dan is het zwaar om ineens vaak in actie te komen. Mijn lichaam is dat nog niet gewend. De Boer heeft daar begrip voor, daar ben ik blij mee. Ik moet mijn rust pakken als dat kan. Ook tijdens wedstrijden. Zoals na de 2-0 tegen Anderlecht thuis. Als ik niet hoef op te komen, blijf ik op die momenten maar even achterin staan. Voor het publiek is dat minder leuk, dat snap ik. Zij hebben het liefst dat je altijd mee naar voren gaat." "Dat is niet echt mijn ding. Ik heb haast geen gele kaart gepakt. Ik had het er toevallig met mijn vader over vlak voor de wedstrijd bij Anderlecht. Daar pakte ik wel gelijk geel. Ik moet sommige duels harder ingaan. Ik denk nog te vaak het met slimmigheid op te kunnen lossen. Dat lukte bij Jong Ajax en in de jeugd wel. Op dit niveau gaan tegenstanders er echter hard in. Dat moet ik dus ook doen. Het zit niet echt in mij. Ik moet misschien maar gewoon een keer doorhalen, geen angst hebben. Maar dan niet op een gevaarlijke positie." Tactiek "Dat is meer mijn ding. Ik ben wel tactisch ingesteld, zie het spelletje goed, weet de vrije man te vinden, hoe de tegenstander speelt. Net als met tackles, moet je dat in je hebben. Ik was in de jeugd ook al niet de snelste en grootste. Dan word je wel gedwongen sneller te reageren dan anderen. Ik heb dat de afgelopen jaren wel goed ontwikkeld." "Er zijn nog veel punten waar ik aan moet werken. Ik merkte in het begin dat het allemaal wat moeizamer ging. Misschien had dat ook met zelfvertrouwen te maken. Bij FC Groningen speelde ik nog onbevangen. Ik ging bij Ajax te veel nadenken, was bang fouten te maken. Zou het publiek gaan fluiten, of de trainer me wisselen? Nu krijg ik het vertrouwen van de trainer, mag fouten maken. Als ik maar hard werk. Het gaat dus steeds beter."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2011 | | pagina 13