ALLEEN HANDTEKENING
VAN EEN ROCKBAND
'IK DACHT ECHT EVEN DAT
IK WEER IN DE A1 SPEELDE'
Christian Eriksen blij met herkenbaarheid
Na een jaar vol nieuwe indrukken, gedijt
Christian Eriksen (18) momenteel bij
herkenbaarheid: onder trainer Frank
de Boer spelen als nummer 10 van Ajax.
ajaxlife
INTERVIEW 4 W
22-01-2011 X i
Blij of niet?
Eriksen was tijdens de
korte winterstop voor het
eerst sinds de zomer weer
in Denemarken. Tijdens een
zaal voetbal wedstrijd van
zijn zus ging de aandacht
in de hal vooral uit naar de
achttienjarige Ajacied, die net
was benoemd tot Deens talent
van het jaar.
Tot grote verbazing van zijn
aanwezige oma, staarden de
jonge voetballiefhebbers in
de hal naar de international.
"Voor mijn oma leef ik in een
heel andere wereld. Ze zag
allemaal jongentjes naar me
kijken, en zei steeds: 'ze willen
je handtekening' of 'hij wil met
je op de foto'. Ze vond dat heel
Kleine stappen
gek. Ik merk ook dat er meer
aandacht voor me is. Dat is
apart. Een paar jaar geleden
keek ik zelf nog zo naar andere
voetballers."
Een handtekeningenjager is
Eriksen zelf nooit geweest.
Een van weinige krabbels die
hij veroverde, was die van de
Deense rockband Nephew,
waarmee de nationale ploeg
van Denemarken voor het
WK een plaat opnam. Hij kan
zich niet herinneren wanneer
hij voor het laatst een
handtekening van een bekende
voetballer vroeg. "Ik ging ook
nooit bij trainingen kijken. Ik
vond het veel leuker om zelf te
voetballen." (MvD)
Zijn plek in het nationale team van Denemarken
en uitverkiezing tot Deens talent van het jaar
hebben van Christian Eriksen een bekendheid
gemaakt. En dat is wennen.
Déja vu als opkikker
Christian Eriksen voelt zich weer helemaal fit. 'Ik was door het WK vooral mentaal moe.'
DOOR MIKE VAN DAMME
'Déja vu'. Als Christian Eriksen
ooit een biografie laat maken, zal
het hoofdstuk dat zijn doorbraak
beschrijft ongetwijfeld die titel
krijgen. Het volgt na passages over
zijn debuut bij Ajax en de Deense
nationale ploeg, en zijn prestaties
als jongste international op het
WK in Zuid-Afrika. Het contrast is
aansprekend: na een jaar vol nieuwe
ervaringen, wordt zijn doorbraak
juist versneld door iets herkenbaars.
Als de schrijver met
zijn lezers wil spelen,
kan hij nog even in het
midden laten om welke
herinnering het gaat,
en eerst de vormdip
beschrijven waarin de
achttienjarige Deen enkele maanden
na het WK terechtkwam. 'Een
downperiode.' Wellicht volgt een
kritische noot naar hoofdtrainer
Martin Jol, die Eriksen de laatste
maanden vooral korte invalbeurten
gunde, als linkshalf.
De achttienjarige Ajacied zou het
in zijn biografie grotendeels voor
zijn voormalige trainer opnemen,
zoals hij ook nu doet. "Het is niet
de schuld van Jol dat ik minder
speelde. Dat is te gemakkelijk
gezegd. Ik was vooral mentaal moe,
door het WK. Ik probeerde iets
te forceren, en gaf daardoor juist
slechte passes. Als Jol mij linkshalf
zet, is dat zijn keuze. Dan moet ik
dat zo goed mogelijk invullen. Dat
heb ik niet gedaan."
Het hoofdstuk krijgt bij de datum
6 december 2010 een wending.
Althans, zo verwacht de lezer
met een goed geheugen. Het is
de avond dat Jol ontslag neemt.
Voor Eriksen verandert voor zijn
gevoel echter nog niets, zal hij
laten opschrijven. Ook niet als hij
diezelfde avond nog verneemt dat
Frank de Boer, goed een jaar zijn
trainer bij de Al, het roer (tijdelijk)
overneemt. "Ik wist niet of ik blij
moest zijn of niet blij. Ik heb goed
gevoetbald in de Al als nummer
tien, maar De Boer kon ook van
visie zijn veranderd over mij. Er
ging veel in mijn hoofd om die
avond. Voor mij was het ontslag van
een trainer ook iets nieuws. Het
was heel vreemd."
En dan komt het moment
dat de titel van het hoofdstuk
duidelijk wordt. De déja vu. Op
dinsdagochtend. In de kleedkamer.
De Boer die zijn praatje houdt en
aantekeningen maakt op een bord.
Eriksen die aandachtig luistert. "Ik
kreeg een flashback," zal hij zijn
woorden uit een interview met Ajax
Life uit 2011 herhalen. "Het was
precies als in de Al. Het voelde zo
vertrouwd. Ik dacht echt even dat
ik weer in de Al speelde. Een soort
déja vu. Ik heb dat gevoel een paar
dagen gehad. Zelfs nog een beetje
in Milaan."
Beangstigt een déja vu vaak
mensen, Eriksen kikt er helemaal
van op. Tegen AC
Milan speelt de Deen
als nummer tien bijna
foutloos, onbevangen.
Dat krijgt een vervolg
tegen Vitesse en AZ. En
na het trainingskamp in
Turkije tegen Feyenoord. Het talent
van de toekomst lijkt ineens een
dragende speler van vandaag.
Natuurlijk heeft die omslag
niet alleen te maken met
het déja vu-moment van die
dinsdagochtend. Eriksen heeft
onder De Boer echter wel de voor
hem herkenbare stijl van voetballen
teruggevonden. Bij zichzelf, en
bij het elftal. Drie spitsen, hij als
nummer tien erachter. Ballen
opeisen in de as van het veld.
Kaatsen. Kort dribbelen. Hij deed
het in de Al, hij doet het weer in
Ajax 1.
"Ik moet de bal vaak aanraken,
anders speel ik niet lekker,"
erkent de Deen. "De bal vaak
krijgen was als linkshalf toch
lastiger. Daardoor kreeg ik het
gevoel dat ik niet zo goed speelde.
Onder Jol wisselden we ook af en
toe van systeem, speelden we ook
vaak 4-4-2. Hij was zoekende, wij
waren zoekende."
Hoe gaat de biografie verder?
Eriksen denkt in kleine stapjes,
zegt hij in januari 2011.
Eerst maar zorgen dat hij zijn
basisplaats behoudt. En stiekem
denken aan het kampioenschap.
En het EK voor spelers onder
21 jaar. Ook in dat toernooi de
titel pakken. En misschien het
winnende doelpunt maken. "Dan
zou ik zelfs 2010 overtreffen."
Zijn dat kleine stapjes? "Voor mij
voelde alles wat in 2010 gebeurde
als kleine stapjes. Nu ik terugkijk,
is het allemaal toch erg snel
gegaan. Daardoor kregen mensen
ook hoge verwachtingen van mij.
Na mijn mindere interland tegen
IJsland werd er meteen over mij
gepraat en geschreven. Ik lees die
verhalen -negatief en positief-
uit de kranten wel, maar ik denk
er verder niet over na. Ik ga ook
geen rare dingen roepen of doen.
Ik blijf low profile. Je ziet mij niet
in de boulevardpers."
Dat zijn naam steeds vaker in
de sportjournalistiek wordt
genoemd, daar kan hij zelfs als
hij low profile blijft niets
aan doen. Het is het lot van
voetbaltalent. Als hij zelf niet
praat, doen anderen dat wel.
De Boer noemde hem in
Voetbal International al een
van de beste spelers in de
eredivisie. 'Mooie woorden'
vindt Eriksen. Zijn trainer ziet
zelfs een toekomst voor de Deen
weggelegd bij FC Barcelona.
Net als Eriksens grote voorbeeld
Michael Laudrup ooit voor
elkaar kreeg. Over hem is ook een
biografie geschreven.