15
Al
'WIJ KNOKKEN VANWEGE
DE TROTS, OM DE EER VAN
AMSTERDAM HOOG TE HOUDEN'
Joark: recht voor z'n raap
i v*
Dit weekeinde verschijnt een boek over Joark, misschien
wel de bekendste supporter die Ajax ooit heeft gehad. Een
Amsterdammer die zijn clubpassie op zijn eigen wijze invulde.
Auteur Maarten Bax legt uit.
ajaxlife
■9HDD
Openhartig;
Ziekte
Het boek kent een eerste
oplage van 2500 exemplaren
en is te bestellen via
www.boekjoark.nl.
Prijs: €14,95. Ajax Life geeft
vijf exemplaren weg.
Reageer voor 20 oktober
op prijsvraag@ajaxlife.nl.
Diskrediet
FANZONE
15-10-2010
'Mijn leven, mijn verhaal,
mijn Ajax'
Joark begeleidt Sjakie Wolfs bij diens afscheid in 2003. Links Joarks eigen steun en toeverlaat Mirjam.
"Het was ergens eind oktober 2008
dat mijn mobieltje ging. Joark... Ik
was verrast. Al een tijdje had ik hem
niet gesproken. En als iemand van
ons twee belde, was ik het meestal.
Zeker in de periode tussen 1995 en
2000, toen ik als sportverslaggever
voor de regionale televisiezender
AT5 werkte en Ajax op de voet
volgde.
Geregeld verzocht ik Joark in die
tijd zijn commentaar te geven op
bepaalde zaken
rondom Ajax en
de supporters.
Bijna altijd was
hij daar voor in.
Met oneliners vol
humor liet hij dan
weer weten hoe hij
en zijn achterban
over het een of
ander dacht. Op die ontmoetingen
met hem verheugde ik me altijd.
Het was lachen, maar ook recht uit
het hart, puur, vol emotie, zonder
politiek of wat dan ook.
Deze keer had ons telefoontje een
heel andere lading. Of ik een boek
over hem wilde schrijven. Joark zei
heel simpel: 'Ik denk namelijk dat ik
wel wat leuks te vertellen heb. En ik
ga toch dood.' Eigenlijk zonder na te
denken stemde ik toe. Zijn gedachte
erachter was duidelijk. 'Het lijkt mij
mooi als ze over vijftig jaar vragen:
"Heb jij Joark gekend?" En dat ze
dan kunnen zeggen: "Dan moet je
het boek van hem lezen!'"
We spraken nog dezelfde week
af, waarna we definitief besloten
samen het avontuur aan te gaan.
Hij kletsend, ik vragend en op mijn
voicerecorder opnemend. Zo zaten
we die maanden erop, met enige
over een Nederlandse hooligan
was geschreven en dat hij wellicht
een unieke blik in de keuken van
de F-side zou geven. Hij praatte
zelfs openhartig over de nasleep
van Beverwijk, de 'moeder aller
gevechten'. De veldslag daar lag
(en ligt nog) zo gevoelig dat de
betrokkenen hoogstens off the record
hun verhaal kwijt wilden. Joark niet.
Hij had niets te verliezen, wilde
zeker niet stoer overkomen en wilde
ook niemand
beschadigen.
Scheutig met
het noemen van
namen was hij
sowieso nooit.
diskrediet bracht, pareerde hij met:
'Je club in diskrediet brengen? Kijk
eens naar de spelers dan! Wat die af
en toe tegen elkaar te keer gaan... Of
een reclamebord in tweeën trappen.
Dat mag wel? Maar als ik een
telefooncel in elkaar schop, mag dat
weer niet.'
Hij begreep de mensen niet die een
achterlijke kantoorbaan hadden,
elke dag in de file stonden of hun
eigen vrouw sloegen. 'Wij knokken
vanwege de trots, om de eer van
Amsterdam hoog te houden. Wij zijn
Ajax, wij zijn van Amsterdam, wij
zijn arrogant, wij zijn de beste en dat
zullen ze weten,' klonk het, opnieuw
zonder stoer te willen doen.
Al zijn naasten, eigenlijk iedereen
rondom de F-side wist het: Joark
had niet lang meer te gaan. Mirjam
hielp hem jarenlang, ex-vriendin
of niet. Hij genoot van zijn zoons,
knokte voor hen. Natuurlijk, mooi,
constant weer was het beste voor zijn
cystic fibrosis. Maar aan emigreren
naar een warm, zonnig land dacht
hij nooit. Geen geld, geen vrienden,
geen Ajax. Bovendien wisten ze hier,
in Amsterdam, in het ziekenhuis
zo langzamerhand alles van hem.
Joark was er kind aan huis, dolde
regelmatig met de zusters. Maar hij
zei, schuifelend door zijn minuscule
woonkamer in Betondorp ook: 'Het
is voor mij momenteel een straf om
te leven en een straf is niet leuk.'
En zo nam hij, geheel overdacht
maar toch ook geheel onverwacht, op
2 juli jongstleden afscheid van zijn
zo avontuurlijke leven. Theo Damen,
de oud-agent die hij zijn 'papa'
noemde, maar ook Danny Blind,
Michael van Praag, zijn familie en
al zijn vrienden; ze lieten hem die
laatste uren niet in de steek. 'Ik was
geen crimineel zoals Holleeder,' riep
hij een week daarvoor nog. 'Ik was
hoogstens randje.' Feit is dat velen
met hem wegliepen. Hij was puur,
recht voor zijn raap, maar vooral
leippo van Ajax. Zijn laatste wens
was een eigen boek. Het is ervan
gekomen ondanks al zijn leed. Een
boek over 'mijn leven, mijn verhaal,
mijn Ajax'. Ook de titel koos hij zelf."
hiaten door zijn taaislijmziekte,
elke maandagavond eindeloos te
ouwehoeren over zijn leven en zijn
grote liefde. Ajax dus.
We spraken één ding duidelijk af.
Het moest puur zijn verhaal worden.
We zouden niemand anders spreken.
Alleen zijn mening deed ertoe.
Het zou zijn biografie worden. Hij
begreep dat en was het er helemaal
mee eens. Joark realiseerde zich ook
dat er nog nooit eerder een boek
Hij liet meerdere
malen duidelijk
merken dat hij baalde van het imago
van de harde kern supporters.
Natuurlijk wist hij dat hij en zijn
naasten geen lieverdjes waren,
maar 'Als andere mensen alleen
maar roepen dat wij sensatie lopen
te zoeken, pillen slikken en willen
slopen, dan zijn die niet goed bij hun
hoofd. Wij geven ons leven voor de
club en dat is wel effe iets meer dan
op een stoeltje op de tribune gaan
zitten.' En als je hem vroeg of hij
zijn club met al zijn 'acties' niet in
Ajaxvoorzitter Michael van Praag krijgt bij zijn afscheid in 2003 een 'voorzittershamer'
van Joark.