A.
Vurnon Anita
Vurnon Anita als linksback van Ajax,
hij had het zelf nooit kunnen bedenken.
Inmiddels is het al vier maanden
vaste prik. Toch blijft de nieuwbakken
verdediger scherp. 'De trainer kan
altijd gaan schuiven.'
ajaxlife
INTERVIEW
05-02-2010
Schommelen
tussen de linies
Vier jaar na zijn debuut heeft Anita zijn basisplaats. 'Misschien debuteerde ik te jong.'
DOOR DAVID KUIPERS
In de jeugd stond je altijd bekend
als groot talent en je trainers
hadden er alle vertrouwen in dat
je het eerste ging halen. Maar
nooit als linksback.
"Ikzelf ook niet. Voor dit seizoen
had ik pas één keer op die positie
gespeeld. Tijdens de Uefa-
Cupwedstrijd tegen Werder Bremen
mocht ik in 2007 een keer invallen als
back nadat Olaf Lindenbergh rood
had gekregen. Dit seizoen ben ik me
echt op de positie van linksachter
gaan richten en langzaam groei ik
in die rol. Grootste verbeterpunt is
de manier van opstellen in bepaalde
situaties. Vooral snelle buitenspelers
zijn moeilijk te bespelen. Dan moet je
kort op je tegenstander zitten en iets
minder naar binnen knijpen. In het
duel met NAC, tegen Leonardo, had
ik het de eerste twintig minuten erg
lastig, omdat ik wat te ver van hem af
stond. Maar daarna ging het een stuk
beter."
Leonardo zei na de wedstrijd
tegen NAC: 'Vurnon Anita is
geen linksback.'
"Ik weet het. Of hij gelijk heeft?
Van nature ben ik misschien geen
linksback, maar ik kan er wel spelen.
Ik snap ook niet echt dat hij zoiets
zegt."
Martin Jol was de eerste
trainer die in jou een
vleugelverdediger zag?
"Het is wel zijn vinding, als je het zo
wilt noemen. Hij zag dat ik daar kan
spelen en mijn ding kan doen. We
hebben nooit over die keuze gepraat,
maar ik heb wel gelezen dat de
trainer heeft gezegd dat ik de Philip
Lahm van Ajax kan worden. Dat
vind ik een compliment. Lahm is een
goede
speler,
al kijk ik
zelf meer
naar jon
gens als
Daniël
Alves
van Barcelona of Greg (van der Wiel,
red.). Ik kijk naar hoe zij opkomen,
aanvallend meedoen en zich daarna
weer verdedigend opstellen."
Knaagt het niet dat je jaren
bezig bent geweest om als
middenvelder een basisplaats
te verdienen en uiteindelijk
doorbreekt als linksback. Heb
je niet het gevoel dat je op de
verkeerde positie hebt gemikt?
"Nee, dat vind ik niet. Bij Jong
Oranje speel ik wel altijd op het
middenveld en dat gaat ook goed,
dus ik blijf toch tussen die twee
posities schommelen. En of ik nou
op het middenveld speel of als
linksback, dat maakt me niet veel uit.
Als ik maar in de basis sta."
Je hebt het sinds je entree in de
basis tegen Willem II ook goed
gedaan, maar laatst gaf je toch
aan nog niet helemaal zeker te
zijn van je basisplaats.
"Het gaat fout als je eenmaal
basisspeler bent en er dan vanuit
gaat dat je automatisch blijft staan. Je
mag daar nooit te gemakkelijk over
gaan denken. Een speler als Urby
(Emanuelson, red.) kan ook op mijn
plek spelen. Terwijl Ismaïl (Aissati,
red.) en Mickey (Sulejmani, red.)
ook staan te wachten op hun kans
aan de linkerkant. De trainer kan
altijd gaan schuiven en daar moet je
rekening mee houden."
Als zestienjarige debuteerde
je in het eerste, maar de
definitieve doorbraak beleef je
nu, bijna vier jaar later. Wat is
er in de tussentijd gebeurd?
"Mijn debuut tegen FC Groningen
in 2006 was een mooi moment
voor mij, maar ik kwam bij de
selectie omdat een aantal jongens
geblesseerd was. Dat was de reden
dat ik al zo jong, misschien wel
te jong, debuteerde. Daarna heb
ik een paar seizoenen tussen het
eerste en het tweede geschommeld
en ben ik geblesseerd geraakt aan
mijn heup. Ik heb geduld moeten
hebben, maar dat is geen probleem.
Onder Van Basten is wel even
sprake geweest van een verhuur,
maar toen was geen enkele club
geïnteresseerd. Achteraf bekeken is
het wel raar dat een situatie zo snel
kan veranderen."
Zeker als je bedenkt dat je
als achtjarige nog wilde
stoppen met voetballen.
"Ja, inderdaad. Ik woonde toen nog
op Curapao en daar is voetbal niet
zo'n grote sport. Ik speelde bij CVV
Willemstad. Dat was wel leuk, maar
het niveau was niet hoog en mijn
vriendjes wilden nooit voetballen.
Op Curapao is honkbal de grootste
sport en dat leek mij ook wel wat.
Ik wilde gaan honkballen, maar
gelukkig hielden mijn ouders me
tegen. Zij zagen dat ik talent had als
voetballer."
Je ouders besloten ook om
terug te keren naar Nederland,
zodat jij kon voetballen. Een
zware beslissing. Heb je daar
ooit last van gehad?
"Als kleine jongen besef je niet goed
wat voor een grote stap je ouders
voor je zetten, maar later is dat
besef wel gekomen. Mijn ouders
hebben me altijd gesteund en daar
ben ik ze erg dankbaar voor. En
gelukkig is alles goed gekomen.
Ik ga tijdens vakanties nog vaak
terug naar Curapao, want heel mijn
familie is daar nog en het is een
heerlijke plek om te ontspannen.
Wedstrijden van Ajax zijn daar
wel te zien, maar echt bekend ben
ik niet en ik kan gewoon rustig
over straat. Ik ben niet de David
Beckham van de Antillen."