100 jaar Ajax' trainers, van Kirwan tot Jol Humenberger geeft Ajax eerste trekjes van profclub 'HIJ BEGON NA EEN OVERWINNING TE ZINGEN IN DE BUS' BUQflUfili Volgend jaar zomer is het honderd jaar geleden dat Ajax zijn eerste hoofdtrainer aanstelde. Ajax Life blikt terug op het rijke en soms turbulente verleden in de dug-out. Dit keer de Oostenrijker Karl Humenberger, de trainer met wie Ajax het profvoetbal instapte. Vriendengroep ajaxlife 1954t/m1959 Karl Humenberger (00S) 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 De kampioensploeg, met trainer Humenberger naast Rinus Michels en achter aanvoerder Ger van Mourik. afvragen, sterker, misschien wel de vraag moeten stellen: „doorgaan of... liquideren?" We vrezen, dat het antwoord dan zal moeten zijn... liquideren!' Een snelle rekensom leert dat Ajax per seizoen tienduizend gulden nodig heeft om te overleven, en dat betekent dat er op elke thuiswedstrijd twintigduizend toeschouwers af moeten komen. En dat is een hels karwei. Voor Humenberger verandert er echter niet veel. De tegenstanders mogen een andere naam dragen en in veel gevallen beter zijn, voetbal blijft een spel van elf tegen elf, en de selectie van Ajax blijft bijna louter bestaan uit Amsterdammers. "We waren echt een vriendengroep," herinnert aanvoerder Ger van Mourik. "We gingen voor elkaar door het vuur. Ook voor Humenberger. Hij lag goed in de groep." De brief van de jeugdige speler Wim Kluft bevestigt dat, Bennie Muller, een van de jonkies onder Humberger, spreekt zijn oud-teamgenoot ook niet tegen. "Hij was een hele lieve man, net als Guus Hiddink nu bijvoorbeeld. Voor dat soort trainers doe je toch meer je best. Hij maakte het ook altijd gezellig. Na een overwinning in een uitwedstrijd begon Humenberger te zingen in de bus." In het eerste seizoen als semiprofclub wordt Ajax derde, en plaatst zich daarmee voor de eredivisie, die in 1955 wordt opgericht. Na een vierde plaats in 1955/1956 doet Ajax een seizoen later met succes een gooi naar het eerste landskampioenschap. Elke week zit De Meer meer dan goed gevuld, wat de penningmeester dan weer bekoort. De clubkas wordt zo toch goed genoeg gevuld om overeind te blijven. Aantrekkelijk is het spel van Ajax echter niet. Humenberger laat zijn ploeg defensief spelen. De Oostenrijker toont zich een realist: winnen is belangrijker dan mooi voetballen, helemaal nu het tijdperk van profvoetbal is aangebroken. "Humenberger heeft ons echt leren verdedigen," stelt aanvoerder Van Mourik zelfs. "We zijn kampioen geworden door negen keer 1-0 te winnen, volgens mij. Dat was niet des Ajax." Om de cijfers nog erger te maken voor de liefhebber van aanvallend voetbal: Ajax wint in dit seizoen veertien keer met slechts één doelpunt verschil. Het zijn van een profclub is duidelijk nog wennen voor Ajax in deze jaren. Het bestuur stelt nog wel een reorganisatiecommissie in om de transformatie in goede banen te leiden, maar deze commissie hervormt ook niet rigoureus. Zo blijft de elftalcommissie, die nog steeds de opstellingen maakt, gewoon bestaan. Alleen wordt deze driekoppige commissie omgedoopt tot de sectie betaald voetbal. Humenberger professionaliseert binnen zijn eigen bevoegdheden gewoon door, met de door Desmit verafschuwde warming-up, sauna en concentratiehotelletjes. Muller: "Voor belangrijke wedstrijden bleven we vaak in een hotel slapen. Dan wist Humenberger zeker dat er niemand ging stappen. Er waren een paar belangrijke spelers die dat anders wel deden. Dat Humenberger de warming-up heeft ingevoerd, weet ik zo net niet hoor. Onder Reynolds liepen we ook al warm." Binnen de club worden, zoals de brief van Desmit al vermoedt, enkele vraagtekens gezet bij de methodes van Humenberger. "Dat we zo vaak met een doelpunt verschil wonnen, werd niet leuk gevonden," herinnert Muller zich nog. "Maar het werd geaccepteerd, omdat we kampioen werden." Na het seizoen 1958/1959 valt alsnog het doek voor Humenberger en zijn 'Humbug'. Uiteindelijk vertrekt hij in goed overleg, omdat zijn vrouw graag naar Oostenrijk wil terugkeren. Voor leden als Desmit is het goed nieuws, voor de spelers niet. Muller: "Ik weet niet meer of we hebben geprobeerd hem bij Ajax te houden, maar ik weet nog wel dat we zijn vertrek erg vonden. Heel erg." In Ajax Life 8: Het strenge regime van Vic Buckingham. HISTORIE 22-10-2009 DOOR MIKE VAN DAMME Hij windt er geen doekjes om. Dolf Desmit, een toegewijd lid van Ajax, schrijft in het Ajax-nieuws van maart 1960 in een open brief aan trainer Vic Buckingham dat hij de nieuwe trainer 'bewondert'. 'Vooral de forse zwaai, waarmede u alle „Humbug", door uw voorganger bij gebrek aan werkelijke capaciteiten bij ons binnengebracht, zoals: concentratie-hotelletjes, saunabaden en niet te vergeten de Karl Humenberger „warming-up" van de tafel hebt geveegd, vond ik indrukwekkend.' Het mag duidelijk zijn, Desmit is geen fan van „Humbug" ofwel Karl Humenberger, de Oostenrijker die in 1954 is aangetrokken als opvolger van Walter Crook. Desmit toont aan dat de trainer in die tijd 'vijanden' binnen de club heeft gemaakt. Maar hij heeft ook voorstanders. Zo reageert Wim Kluft, speler van het eerste elftal, in de Ajax-nieuws op de brief van Desmit: 'Ik zou de heer Desmit er nog even op attent willen maken, dat Humenberger Ajax ten eerste in de eredivisie heeft gebracht, ten tweede kampioen van Nederland maakte, en ten derde in het laatste seizoen op de derde plaats heeft laten eindigen, dit alles al dan niet met „defensief" voetbal. Bovendien ben ik er van overtuigd dat iemand zonder werkelijke capaciteiten het geen 4 jaar (telfoutje, red.) bij Ajax had volgehouden." De meningen over Humenberger lopen dus uiteen. Daarmee past de Oostenrijker, die eerder actief was bij Charlois (België) en Helmstadt (Zweden), perfect in de tijdgeest bij Ajax halverwege de jaren vijftig. De verdeeldheid binnen de Amsterdamse club is groot. Belangrijkste reden: de invoering van het betaalde voetbal in 1954, dat zijn voor- en tegenstanders heeft. De al begonnen amateurcompetitie wordt na negen competitieronden (Ajax staat eerste in de eigen afdeling) stopgezet. Ajax belandt in de eerste klasse, afdeling D van het betaalde voetbal, en speelt ineens tegen ploegen als Eindhoven, VVV, De Graafschap en AGOVV. Het betaalde voetbal kost veel geld, en dat is er bij Ajax niet. Na één seizoen bereidt de redactie van het clubblad de leden alvast voor op een snelle terugtrekking uit de eredivisie. 'We zullen ons binnen afzienbare tijd Landskampioen 1957

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2009 | | pagina 5