5 100 jaar Ajax' trainers, van Kirwan tot Jol 'ONTMOEDIGEN IS DE P VOOR JE ELFTAL' DBDD Volgend jaar zomer is het precies honderd jaar geleden dat Ajax zijn eerste hoofdtrainer aanstelde. Reden genoeg om terug te blikken op het rijke en soms turbulente trainersverleden van de club. Dit keer de 'Engelse tussenpauzen' Harold Rose en Stanley Castle. ajaxlife 1910 ïj? I TRAINING, Ajacieden gebruik Dinsdag en Donderdag- auonds de nfeumsfe poeier van trainer Raise, merk „WIKKELS H1|HEN IN DE HRUïSliAAlT, Onjeübaan middel legen laksheid, krachte loosheid, uprmoeidhead, urlxuehl en dinerse andere AJAX-KWAALTJES. Geheel gratis op het lerrein verkrijgbaar. Door alle Doctoren marm aanheuolen. Attesten ter inzage. DE COMMISSIE 1970 1980 1990 2000 2010 HISTORIE 04-09-2009 Rose en Castle vechten voor trainersvak DOOR MIKE VAN DAMME Secretaris Jan Grootmeijer kan niet anders dan positief zijn in het jaarverslag van Ajax in 1925. De club heeft op 18 maart haar zilveren jubileum groots mogen vieren. 'Van het kleine clubje is langzaam maar zeker gegroeid het krachtige, ferme Ajax, dat organisatorisch nog steeds een van de beste plaatsen inneemt in de Nederlandsche voetbalbeweging', schrijft Grootmeijer. 'Welke club beschikt evenals wij over een 15-tal elftallen, over vijf voetbalgrounds, over een voetbal-, honkbal- en cricketafdeeling? Grootmeijer merkt terecht op dat het niet altijd 'rozengeur en maneschijn' is, vooral na het landskampioenschap in 1918 en 1919. 'De laatste jaren waren niet van dezelfde kracht, doch de boog kan niet altijd gespannen zijn. Niet altijd kan de kampioenswimpel wapperen! De secretaris brengt het luchtig, maar binnen Ajax worden in 1925 ernstige vraagtekens gezet bij de sportieve resultaten die trainer Jack Reynolds met zijn team brengen. Op 28 mei besluit het bestuur de trainer na tien jaar te ontslaan, en geeft hem drie maanden salaris mee. Zijn methoden zijn verouderd, en Ajax heeft nieuw elan nodig. Ajax reist wederom naar Engeland, waar ook de eerste twee trainers (Jack Kirwan en Reynolds) zijn gevonden. Door de contacten wordt Harold Rose 'warm aanbevolen', zo is te lezen in 100 jaar Ajax. Als speler heeft de Engelsman geen grote staat van dienst. Hij is wel iemand van de nieuwe lichting trainers, die een andere opvatting heeft over het spel dan de generatie Reynolds. Minder totaalvoetbal, meer direct op het doel af. En naar zo'n persoon is Ajax op zoek. Althans, het bestuur. De spelers lopen in deze periode nog niet bepaald warm voor de oefenstof van trainers. Arbeid is belangrijker, en pas na werktijd komt voetbal aan de orde. In het Clubnieuws der A. F. C. Ajax van 1 oktober 1925 schrijft de nieuwe voorzitter Frans Schoevaart (vader van Ajax-archivaris Wim Schoevaart) na een 4-1 overwinning op Enschedé Boys: 'Alleen zou ik den spelers den raad willen geven nu gezamenlijk te gaan trainen, daar we dan alleen kans hebben, een goed geheel te krijgen'. De trainingscommissie doet een paar pagina's verderop ook haar zegje. 'Het is eigenlijk „Uilen naar Athene dragen" (overbodig, red.) om hier nog eens het nut van een geregelde training onder deskundige leiding uiteen te zetten, maar het schijnt dat diverse spelers dit maar niet willen inzien. Wanneer men een goed voetballer wil worden, is het heusch niet voldoende dat men alleen Zondags een wedstrijd speelt.' Ajax 1 in 1926, onder leiding van Stanley Castle (staand, rechts) 1925 t/m 1926- Harold Rose (ENG) 1920 I -1927 t/m 1928 Stanley Castle (ENG) Kampioen eerste klasse: 1927, 1928 1930 1940 I 1950 1960 Het eerste elftal van Ajax in 1925, met trainer Harold Rose (tweede van rechts). Tijdens zijn eerste seizoen - waarin op twee punten het kampioenschap wordt misgelopen - laat Rose ook geregeld van zich horen in het clubblad. Na elke wedstrijdbeschouwing besluit de trainer met de boodschap dat het elftal grote successen kan boeken als er maar wordt getraind. Hij is in toon echter milder dan het bestuur en de trainerscommissie. Uit zijn beschouwingen blijkt sowieso dat de trainer niet met ijzeren vuist regeert. Zo staat te lezen in het Clubnieuws derA.F.C. Ajax van 18 november 1926: 'Kritiek, scherpe kritiek op spelers kan geen nut hebben! Het eenige wat je bereikt is dat de lui zenuwachtig worden. Ze gaan dan knoeien en vervallen van kwaad tot erger. Een voetballer weet heel goed of ie knoeide of op streek was! Je hoeft dat heusch nog niet eens in de kleedkamer komen te vertellen. Neen, meneer, geen spelers ontmoedigen! Dat is de p voor je elftal. Als alle critici hier meer rekening mede hielden, zouden verschillende spelers eerder beter dan slechter spelen.' Net als in het eerste seizoen vallen in 1926 de resultaten tegen het einde van de eerste competitiehelft tegen. De Amsterdammers gaan toch niet weer het kampioenschap in hun klasse mislopen? Rose zijn bijdrage aan het clubblad van 18 november 1926 blijkt uiteindelijk zijn laatste te zijn. Nog voor het nieuwe jaar besluit hij terug te keren naar Engeland. Over de reden wordt gezwegen. Zijn het privéproblemen, is het slechts heimwee, of heeft hij geen energie meer om elke week zijn spelers aan te sporen te gaan trainen en de criticasters te woord te staan? Op 29 december 1926 wordt bekendgemaakt dat Ajax wederom met een Engelsman in zee gaat. Stanley Castle heeft een rijkere voetbalcarrière achter de rug dan zijn voorgangers, speelde bij Reading (net als Rose), Crystal Palace, Tottenham Hotspur, Charlton Athletic en Chelsea. Ook is hij een begenadigd atleet, waardoor hij in de zomermaanden in Amsterdam ook de atletiektak onder zijn hoede neemt (lees: moet nemen). Gezien zijn achtergrond is het niet vreemd dat Castle de twee takken van sport wil combineren. Conditioneel valt nog genoeg te winnen bij de Ajacieden, en dat kan volgens de nieuwe trainer het beste geschieden door te rennen.In de eerste plaats moeten de spelers „Fit" worden, dus vooral de spykes gebruiken. Het viel me op, dat diverse leden die dingen „schuwen", en direct hun voetbal schoenen aan willen trekken. Vraag Uw leden mijn aanwijzingen op te volgen, zij zullen er geen spijt van hebben'. Castle slaat in het clubblad een fermere toon dan zijn voorganger aan, en zegt over de jeugdspelers: 'Dat staat maar goaltje te trappen, steeds met hun „goede voet" en liefst tegen een stilliggenden bal; merkwaardig zooveel éénbeenige voetballers Ajax heeft, 't Gaat bovendien alles even laks en vervelend.' Het strakkere bewind werpt in elk geval zijn vruchten af. Onder Castle wint Ajax vijf van de zes wedstrijden na de winterstop, en pakt de titel in de eerste klasse, afdeling I. In het kampioenschap van Nederland worden de Amsterdammers uiteindelijk derde, achter Heracles en NAC. In het seizoen 1927/1928 pakt Ajax wederom het afdelingskampioenschap. Opvallend is dat Castle zich ondanks dit succes niet laat lenen voor enkele bijdragen aan het clubblad, in tegenstelling tot zijn voorgangers Reynolds (de serie 'Uit en over de praktijk van het Voetbalspel') en Rose (tweewekelijks praatje met een redacteur over de verrichtingen) De kritiek op de trainingsmethoden van de Engelsman en het typisch Engelse long-passing voetbal zwelt aan, net als de roep om de terugkeer van Reynolds. Deze wordt versterkt als Ajax wederom de landstitel niet weet te winnen. In juli 1928 schrijft ene E.H. in het Clubnieuws derA.F.C. Ajax'Ik hoop dan ook dat onze training in het vervolg er niet alleen op ingesteld zal zijn, den spelers fit te houden, maar om dezen te leeren het voetbal, zoals dit gespeeld behoord te worden. Als dit gedaan wordt, behoeft Ajax nog niet aan den grond te zitten.' Niet lang daarna moet Castle plaatsmaken voor Reynolds, die volgens de inmiddels oud-secretaris Jan Grootmeijer 'het degelijke Schotsche spel als basis' heeft, 'met open spel als verrassing'. Het is het spel dat Ajax tot 1940 zal blijven spelen. «PifM*niHi|«*|ik(iUti4kiitiaiiiMHitiauiHFi'iiiariiriaii«iiMint aataiRaiaqpalaiaam i» ili ■■■■■■iiiii ■Mi«iiHiHiWkMkiiiaiiaiukiaaiaiaiMiHiiiaiiaiiMiHaHHai •■a-apiiiaiMiMipaa^akaaaa-aaacaa De trainingscommissie spoort de Ajacieden aan te gaan trainen. -1910t/m 1915 Jack Kirwan (IER) -1915 t/m 1925,1928 t/m 1940,1945 t/m 1947 Jack Reynolds (ENG) Landskampioen: 1918, 1919, 1931, 1932, 1934, 1937, 1939, 1947 NVB-beker: 1917 In Ajax Life 5: De Tweede Wereldoorlog zorgt ook voor onrust op de bank bij Ajax. In de crisistijd krijgen de Amsterdammers wel hun eerste Nederlandse trainers.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2009 | | pagina 5