Het dramatisch verlopen seizoen kent voor Luis Suarez nog enige lichtpuntjes. Hij maakte 22 doelpunten
en 14 assists in de competitie. De 22-jarige Uruguayaan won tevens de verkiezing van Ajacied van het jaar.
Met dank aan zijn 'garra charrüa'.
AJACIED VAN HET JAAR -f W
ajaxlife 15-05-2009 X
Leiders
Even geliefde als
gehate passie
DOOR MIKE VAN DAMME EN RAFAEL MIRALLES
niet toe is om Ajax' leider te zijn.
Wie weet dat hij volgend seizoen
die stap wel kan maken. Volgens de
Uruguayaan is het immers duidelijk
dat hij nog een jaar bij Ajax blijft.
Of Barcelona moet bellen. Zelfs nu
de Amsterdammers de voorronden
van de Champions League niet
hebben gehaald, ziet de aanvaller
geen reden om de stap naar een
andere club te maken. "Dat we het
niet hebben gehaald is erg, maar ook
dan kan ik volgend jaar nog genoeg
leren bij Ajax. Het is belangrijk dat
ik speel. Ik ben nu international en
wil die plek niet kwijtraken door
bij een andere club op de bank te
belanden."
Suarez wil met Uruguay naar het
wereldkampioenschap en met Ajax
kampioen worden van Nederland.
Aan zijn gedrevenheid zal het in elk
geval niet liggen.
Iedere Uruguayaanse sporter
heeft het in zich, meent Luis
Suarez. Of de slager op de
hoek ook elke dag gepassioneerd
zijn vlees snijdt, weet hij niet, maar
Uruguayaanse sporters zijn uiter
mate gedreven. In zijn geboorteland
hebben ze er zelfs een term voor: la
garra charrüa.
'Garra' is Spaans voor houvast, lef.
'Charrüa' is de naam van een volk
dat eeuwen geleden in Uruguay
leefde. Het nomadenvolk werd na
presidentiële orders nagenoeg geheel
uitgemoord in 1831, maar de naam
leeft nog voort in de nationale trots:
het doorzettingsvermogen dat vol
gens de overlevering Uruguay aan
de olympische voetbaltitel in 1924
en 1928, en de wereldtitel in 1930 en
1950 hielp. "La garra charrüa bete
kent dat je met je hart speelt," legt
Suarez uit. "Je geeft alles, desnoods
je leven. Voor je land, voor je ploeg."
Zelf vindt Suarez zijn tweede straf
schop tegen AZ een mooi voor
beeld van deze Uruguayaanse durf.
Zijn eerste penalty - een Panenka
- mislukte jammerlijk, waarna hij
per ongeluk keeper Joey Didulica
blesseerde. Twintig minuten later
trad hij gewoon weer aan bij Ajax'
tweede strafschop, en schoot de bal
onhoudbaar in de rechterhoek. "Je
moet plat gezegd je kloten tonen
bij die tweede strafschop," zegt hij
zelf. "Dat heeft te maken met per
soonlijkheid, kracht. Die gemiste
strafschap was ik op dat moment al
vergeten."
Hij praat alsof hij een afstammeling
is van de Charrüa-stam, wat goed
zou hebben gekund. Het nomaden
volk woonde vooral in het noord
oosten van Uruguay, waar ook de
geboorteplaats van Suarez - de stad
Salto - ligt. "Ik heb geen Charrüa-
bloed in me," zegt de Ajacied echter.
"Ik weet eerlijk gezegd niet wie mijn
voorouders zijn, waar ze vandaan
komen. Ik heb me daar nooit mee
beziggehouden."
Toch is Suarez onmiskenbaar een
ambassadeur van la garra charrüa.
Zijn gedrevenheid is een van de
belangrijkste wapens in zijn oppor
tunistische spel. Hij scoorde dit
seizoen in 42 wedstrijden 28 keer,
een prestatie waar de Charrüa's
bewondering voor zouden hebben.
Dat hij belangrijker is voor het elftal
dan vorig seizoen ziet de Ajacied zelf
als zijn belangrijkste ontwikkeling
dit jaar.
In Nederland wordt de 22-jarige
Ajacied echter even hard verguisd
als bejubeld om zijn passie. Je houdt
van hem, of haat hem. Voorstanders
zullen praten over zijn vele doel
punten, zijn onnavolgbare acties.
Tegenstanders praten over zijn
negen gele kaarten, zijn schwalbes,
zijn ongenoegzame blik als een actie
mislukt, en over zijn gemiste straf
schop tegen AZ. Zijn Panenka werd
in het wedstrijdverslag bij de NOS
zelfs 'arrogant' genoemd.
Suarez is inmiddels bekend met
het gezegde over het afhakken van
je hoofd als je boven het maaiveld
uitsteekt. "Dat vreet wel aan me. Als
ik drie keer scoor, hoor je niemand.
Pak ik een gele kaart, wordt er wel
overal over gepraat. Dat is typisch
Nederlands. Daar heb ik moeite
mee. Ik probeer mijn best te doen
voor mijn team, probeer positief
te blijven. Ik moet het accepteren
dat het zo gaat, ik kan het toch niet
veranderen."
De kritiek op de Uruguayaan lijkt
inherent aan het vertrek van Klaas-
Jan Huntelaar én de prestaties
van dit seizoen, die op zijn zachtst
gezegd heel erg tegenvallen. In zijn
eerste seizoen bij Ajax stond Suarez
nog in de schaduw van Huntelaar.
"Er wordt nu te veel naar mij geke
ken," meent hij. "Ook de andere
spelers zijn belangrijk, dat wordt wel
eens vergeten."
De Uruguayaan duwt zijn medespe
lers echter ook niet naar de voor
grond. Sterker, na het duel met PSV
(6-2) liet hij zich ontvallen dat Ajax
geen echte leiders heeft, waarmee hij
(onbedoeld) spelers als Rob Wie-
laert en Oleguer declasseerde. "Ik
bedoelde met die opmerking dat er
niemand is die een beetje oorlog kan
maken, of het team opzweept als dat
nodig is," legt hij nu verder uit. Na
het verloren duel bij Sparta (4-0)
had hij dezelfde woorden weer kun
nen spreken. Ajax speelde zielloos,
en dat juist op het moment dat de
tweede plaats nog volop in zicht was.
Deze instelling druist in tegen elk
gevoel dat 'la garra charrüa' Suarez
heeft meegegeven. Een verschil in
beleving kan de Uruguayaan wel
verklaren. "Het leven is in Uruguay
harder. Je moet vechten, krijgt niets
cadeau. We zijn op zeventienjarige
leeftijd al volwassen. In Nederland
word je op je 22ste nog steeds gezien
als jongen."
Zijn passie overbrengen op teamge
noten ziet de Ajacied echter nog niet
als een van zijn taken. "Daar ben
ik te jong voor. Ik ga niet iemand
uitschelden die ouder is dan ik. Dat
kan ik niet, zo ben ik niet opgevoed.
En ik zit met de taal. Ik ben het
Nederlands niet genoeg machtig
om alles te begrijpen en goed uit te
leggen."
Gezien zijn status bij Ajax zal er
echter niet gek opgekeken worden
als hij het heft in handen neemt. Van
Basten gaf hem dit seizoen al enkele
keren de aanvoerdersband, onder
meer in het Europacupduel met
Olympique Marseille. Suarez vond
dat naar eigen zeggen 'fantastisch'
en 'een hele eer'. "Een aanvoerder
moet het voorbeeld zijn. De trainer
weet welke spelers die rol het beste
kunnen vervullen, hij ziet ons elke
dag. Dat ik daarbij hoor, is een eer."
Maar hij herhaalt dat hij zelf nog