OPLEIDINGSCENTRA
ajaxlife
ACHTERGROND 4 4
03-04-2009 X X
Ajax is een van de clubs die tot het 'vwo' van de opleidingen
moet gaan horen. De KNVB heeft niet alleen naar de kwali
teiten van de clubs, maar ook naar de geografische ligging
gekeken. Zo is er ook plaats voor een topopleiding bü AZ, in de
kop van Noord-Holland. FC Volendam komt niet in de plannen
voor. "Maar dat betekent niet dat ze met hun jeugdopleiding
moeten stoppen," zegt Reynierse. "Volendam doet het juist
heel goed voor hun eigen club, maar leiden landelük gezien
spelers op voor onderin de eredivisie of top van de eerste
divisie. Daarnaast heeft de club minder middelen dan bü-
voorbeeld Ajax en AZ."
Niet alle veertien regionale opleidingscentra zün bekend, al
heeft de KNVB wel al een lijstje met deelnemers en mogelüke
deelnemers. In het noorden van Nederland komen twee cen
tra, bü FC Groningen en SC Heerenveen. In het oosten komen
FC Twente/Heracles Almelo, Vitesse/AGOVV en NEC/Top Oss.
In het hart van Nederland krügt FC Utrecht een opleidings
centrum, net als Feyenoord voor de regio Rotterdam en
ADO Den Haag voor Den Haag. In Brabant behoort PSV tot de
'gelukkigen', terwül NAC Breda en RBC Roosendaal net als
Willem II en RKC Waalwük met elkaar flirten.
In Limburg komt ook een opleidingscentrum, maar waar die
komt is afhankelük van de fusieresultaten in die provincie.
"Dat gaat nog niet meevallen," aldus Reynierse. "In Limburg
roepen ze bü alle clubs: 'ik lig liever naast je in het graf dan
dat we gaan samenwerken'."
slechts een formalisering van de hui
dige ontwikkelingen. Zo 'delen' FC
Twente en Heracles Almelo al jaren
één opleiding, net als Vitesse en
AGOVV, en NEC en Top Oss. NAC
Breda gaat hetzelfde doen met RBC
Roosendaal. Ajax werkt al nauw
samen met Haarlem en Omniworld,
AZ heeft banden met Telstar, PSV
met Helmond Sport en FC Eindho
ven. "Er verandert dus helemaal niet
veel," stelt Reynierse. "We scheppen
alleen duidelijkheid. Als je kijkt naar
de prestaties van alle jeugdteams, zie
je dat de clubs die betrokken worden
bij de veertien beoogde centra (zie
kader, red.) nu ook in veel of alle
leeftijdscategorieën al op het hoog
ste niveau spelen, en de grootste
talenten afleveren."
De jeugdcompetities moeten door
de komst van de opleidingscentra
alleen maar sterker worden. Daar
heeft volgens Reynierse een club als
Ajax ook alleen maar profijt van.
"Je kunt alleen maar beter worden
als de tegenstand ook groot is." Dat
clubs die niet in de plannen voorko
men er op achteruit gaan, bestrijdt
de projectleider. "De competities
blijven open, dus een club als FC
Volendam kan gewoon op het hoog
ste niveau blijven spelen met haar
jeugdteams, en zullen zich ook wil
len verbeteren om de concurrentie
aan te blijven gaan. Hetzelfde geldt
voor een goede amateurclub als
AFC, waarvan ook een paar teams
op een hoog niveau spelen."
Reynierse ziet nog een voordeel:
"Bvo's die nu eigenlijk alleen oplei
den voor de top van het amateur
voetbal, kunnen ervoor kiezen hun
opleiding stop te zetten. Dat kan
zo driehonderdduizend euro sche
len, wat weer voor het eerste elftal
gebruikt kan worden. Clubs zien zelf
ook steeds meer in dat dit een goed
alternatief is, vooral met de huidige
kredietcrisis."
Voor Ajax lijkt op het eerste gezicht
weinig te veranderen; De Toekomst
levert aan de lopende band voet
ballers af die hun plek vinden in
het betaalde voetbal. De huidige
A-selectie bestaat voor meer dan
de helft uit spelers die uit de eigen
jeugd komen. Daarnaast is de jeugd
opleiding van Ajax al min of meer
een dagopleiding, waar fulltimers
werken en waar spelers ook een
opleiding kunnen volgen.
Maar ook in Amsterdam valt nog
wat te veranderen, laat Reynierse
weten. Sinds een paar jaar heeft
Ajax verschillende teams van E- en
F-pupillen, een ontwikkeling die de
KNVB niet toejuicht. "Onderzoek
heeft uitgewezen dat talent pas later
zichtbaar wordt. Laat jongens van
zes of zeven jaar gewoon in hun
eigen buurt spelen," stelt Reynierse.
De KNVB zou (hand in hand met
de ontwikkeling van de regionale
opleidingscentra) graag een nieuwe
regel willen invoeren, waardoor het
voor clubs niet mogelijk is spelers
onder elf jaar aan te trekken die bui
ten een straal van vijftien kilometer
van de accommodatie wonen. Daar
mee moet de wildgroei aan F-teams
bij profclubs stoppen. "PSV wil bij
voorbeeld volgend jaar al het aantal
F-teams uitbreiden," zegt Reynierse.
"Daarmee geven ze eigenlijk aan het
met ons eens te zijn: je kunt van een
jongen van zeven niet zeggen of hij
talent heeft. Alleen zijn ze bang het
talent op latere leeftijd mis te lopen,
dus halen ze juist meer spelers van
die leeftijd binnen in plaats van
minder. Het rare is dat iedereen het
normaal vindt, terwijl we er niet aan
moeten denken dat bedrijven als
Philips en Unilever al op de kleu
terschool rondkijken op zoek naar
talent voor hun bedrijf."
Volgens Reynierse heeft Ajax, net als
enkele andere clubs, niet enthousiast
op de nieuwe regel gereageerd. "Ze
zijn het er niet mee eens. Maar de
clubs trekken vaak alleen maar jonge
spelers aan omdat hun buurman het
ook doet. Ze zijn echt bang dat een
andere club er met een talentje van
door gaat, terwijl ze nog niet kunnen
zien of het spelertje echt potentie
heeft. Dat wordt pas op zijn tiende,
elfde, of soms zelfs nog later duide
lijk. Het is voor de ontwikkeling van
een kind ook helemaal niet goed om
op zesjarige leeftijd al met preste
ren bezig te zijn. Als een speler op
elfjarige leeftijd bij Ajax komt, heeft
hij nog genoeg tijd om zijn talent te
ontwikkelen."
De KNVB ziet dus het liefst dat de
bvo's de F- en E-teams afschaffen.
De voetbalbond stelt daar een alter
natief tegenover: de Regionale Voet
bal Trainingen. Jonge amateurvoet
ballers worden dan een paar keer
per jaar door trainers van profclubs
getraind. Het mes snijdt volgens
Reynierse dan aan twee kanten: de
kinderen worden door die trainin
gen betere voetballers maar kunnen
wel in hun eigen omgeving blijven
spelen, en de profclubs kunnen de
talenten in de gaten houden zonder
ze bij de club te halen.
De clubs die meedoen aan het plan
voor de opleidingscentra, moeten
hun convenanten die ze met ama
teurclubs hebben ook ontkrachten.
In de praktijk betekent de samen
werking tussen bvo's en amateur
clubs - zoals Ajax die heeft met
diverse verenigingen uit Amsterdam
- dat de desbetreffende profclub als
eerste een talentvolle jeugdspeler
mag benaderen. "We zouden het
liefst zien dat de clubs van die rege
lingen afstappen," zegt Reynierse.
"We merken te vaak dat ouders
ervaren dat hun kind geen vrije
keuze heeft als ze door meerdere
profclubs worden benaderd. Daar
willen we van af."
Volgens de projectleider hoeft een
club als Ajax zich door de nieuwe
beperkingen geen zorgen te maken.
"Het inwonerstal van Amsterdam
geeft Ajax al een voorsprong, en
de club loopt nog steeds voorop
als het om opleiden gaat. En het is
ook ons doel om de opleidingen te
verbeteren, alleen moeten de clubs
hun energie in talenten vanaf elf jaar
steken. Nu slaagt 95 procent van
de talenten bij Ajax in het betaalde
voetbal. Dat moet honderd procent
worden."
maar 100 procent slagen'
Jong Ajax speelt al enkele seizoenen tegen een combinatieteam
van FC Twente en Heracles Almelo.