AJACIEDEN IN ORANJE Vertrouwen ajaxlife 'VAN BASTEN KIJKT PUUR NAAR KWALITEIT, NIET NAAR STATUS' 'ER ZIJN IN NEDERLAND NIET VEEL RECHTSBACKS ALS IK' OPSTELLING NEDERLANDS ELFTAL TEGEN IERLAND Maarten Stekelenburg en Gregory van der Wiel waren de enige twee Ajacieden in de selectie van het Nederlands elftal voor de oefenwedstrijd tegen Tunesië. De tijd dat Ajax hofleverancier was, mag dan voorbij zijn, veel internationals hebben nog steeds een verleden in Amsterdam. INTERVIEW 4 4 21-03-2009 XX Tegen ADO Den Haag kende Van der Wiel zo'n moment van onop lettendheid, waardoor zijn directe tegenstander Wesley Verhoek de gelijkmaker kon maken. De don derdag daarna, in Marseille, liep hij tegen Olympique Marseille tegen twee gele kaarten aan, moest nog voor de rust de kleedkamer opzoe ken, en miste automatisch de return in Amsterdam. Tot ongenoegen van de verdediger zelf. Hij heeft dit seizoen ondervonden wat het belang van Europees over winteren betekent voor de ontwik keling van een jonge speler. Sterkere tegenstanders betekent meer leer momenten dan in veel eredivisie duels. "Het is heel anders spelen tegen Fiorentina of Olympique Marseille dan tegen de meeste ploegen in de eredivisie. Er moet een tandje bij, je moet nog meer gefocust zijn. Het gaat er ook harder aan toe. In de eredivisie heb ik nog geen beuk gehad, maar tegen Fiorentina heb ik een bloedlip opgelopen en kreeg ik een beuk tegen mijn hoofd. Ik had het geluk dat hij (Felipe Melo, red) me niet goed raakte, anders zat ik wel even op een andere planeet." 'Jij bent sneller dan Marcellis, kunt beter koppen dan Marcellis, hebt een betere pass dan Marcellis. Dus dan is het eigenlijk gek dat Marcellis in Oranje staat en jij niet.' Met deze boodschap probeerde Van Basten - tot juli bondscoach - de jonge Ajacied te prikkelen. "Ik had het als kritiek kunnen opvatten, maar zo zit ik niet in elkaar. De opmerking van Van Basten gaf mij juist veel vertrouwen. Hij had ook al een tijdje voordat ik werd geselecteerd voor Oranje gezegd dat hij me al had opgeroepen als hij nog bondscoach was. Dat was ook mooi om te horen. Ik heb niet het gevoel dat ik nu op mijn top zit. Ik vind dat ik nog veel beter kan ontwikkelen. Het is mooi dat ik al bij Oranje heb gezeten, terwijl ik nog beter kan." Het rechtvaardigt zijn doel om het wereldkampioenschap mee te maken, volgend jaar in Zuid-Afrika. "Het was een droom, maar het is nu ook een doel. Ik heb een keer bij het Nederlands elftal gezeten, waarom zou het dus niet kunnen? Het ligt aan mezelf. Ik geloof in mezelf." Het WK is nog ver weg. Eerst moet Van der Wiel zijn volgende wedstrijd in Oranje spelen. In elk geval vier minuten, zodat hij Wille voorbij is. kan aanvallend mijn steentje bijdra gen. Maar het kan nog veel beter, ik voel dat ik nog steeds aan het groeien ben." Het contrast met de eerste wedstrijd tegen Feyenoord mag groot zijn, het verschil met de Van der Wiel in de zomer is helemaal enorm. Terwijl het Nederlands elftal onder Van Basten het EK speelde, was Van der Wiel nog steeds herstellende van een knieblessure die hij acht maanden eerder opliep. "Als je destijds had gezegd dat ik nu international zou zijn, had ik je echt voor gek verklaard. Ik was al blij dat ik kon trainen met Ajax, dat ik kon vechten voor een basisplaats. Nu heb ik die basisplaats en heb ik het Nederlands elftal gehaald." De vraag is hoe deze ontwikkeling zo snel tot stand is gekomen. Is het de hand van trainer Marco van Bas ten, komt het door de ervaringen in het Uefa-Cuptoernooi of is het eigen arbeid? Het antwoord moet (zoals vaak) in meerdere facetten gevon den worden. Het was Van Basten die de 21-jarige Ajacied het nodige vertrouwen gaf, maar de Amster dammer maakte vooral zichzelf wegwijs op de nieuwe positie. Van der Wiel toont zich een autodi dact, spreekt niet veel met teamge noten over wat te doen. Hij weet dat hij hoofdverantwoordelijke is voor zijn carrière, voor zijn ontwikkeling. Noem het gerust de belangrijkste nalatenschap van zijn tijd bij Haar lem, waarheen hij als onhandelbare jeugdspeler van Ajax verbannen werd. In Haarlem werden zijn ogen geopend, ontdekte hij dat talent alleen niet genoeg was, en knokte zich terug naar Ajax, waar hij in de Al terechtkwam. "Het is goed als mensen dingen zeggen, maar ik leer toch het meeste door zelf te kijken, zelf te ervaren. Als ik een fout maak, herken ik de situatie, en kan ik de volgende keer beter reageren. Wat ik nog moet leren? Knijpen, anticiperen. Soms heb ik het idee bij een tegendoel punt: als ik iets eerder naar binnen was gekomen, als ik iets eerder had gereageerd, had ik het kunnen voor komen. Maar ja, op zo'n moment is het te laat." goed ijkpunt in zijn ontwikkeling op die positie is de thuiswedstrijd tegen Feyenoord. Op 21 september kende de Amsterdammer in De Kuip een zeer moeilijke middag, en kreeg geen grip op de aanvallende grillen van Diego Biseswar. Vijf maanden later, op 15 februari om precies te zijn, had Biseswar in de Amsterdam Arena geen kans tegen Van der Wiel. Dat de Feyenoorder een slechte dag had, was slechts een deel van de oorzaak. Van der Wiel speelde al weken twee klassen beter dan in Rotterdam. De Amsterdamse verdediger geeft toe dat hij zonder die dramatische wedstrijd in De Kuip wellicht in de Arena niet zo goed had kun nen spelen. "Die eerste wedstrijd heeft me geleerd hoe het vooral niet moet als je rechtsback staat. Ik gaf Biseswar veel te veel ruimte, liet hem alles doen wat hij wilde. Ik had echt het gevoel: dit mag nooit meer gebeuren, ik mag me niet meer zo te Van Basten trainer blijft. "Een andere trainer had het mis schien anders gedaan," stelt Van der Wiel. "Naar mezelf kijkend, ben ik dus wel blij dat Van Basten is geko men. Hij kijkt puur naar kwaliteit, niet naar status of voor hoeveel geld een speler is gekocht. We moeten het op het veld laten zien." Zijn doelpunt tegen FC Utrecht, drie weken terug, illustreert de kracht van de opkomende back: Van der Wiel nam de bal halverwege de helft van FC Utrecht aan de zijlijn aan, speelde in op Eyong Enoh, liep door, kreeg de bal in het strafschop gebied terug via een slim hakje van Miralem Sulejmani, en scoorde. Met links. Zijn eerste treffer in het shirt van Ajax is loon naar werken. In een paar maanden tijd is Van der Wiel van een onzekere rechtsback veran derd in een stabiele factor binnen een moeizaam draaiende ploeg. Een schande laten zetten." "Sommige voetballers kunnen het accepteren als ze worden gepoort, ze vinden het niet erg. Ik kom van het straatvoetbal. Als je daar wordt gedold, joelt de hele buurt je uit. Dan baal je. Dat gevoel zal altijd in me blijven. Dat betekent niet dat ik in een actie soms het risico moet nemen om gedold te worden, dat hoort erbij. Maar het voelt niet goed als het dan gebeurt." "De thuiswedstrijd tegen Feyenoord was een test om te kijken hoe ver ik was. Ik mag wel concluderen dat ik veel ben gegroeid dit seizoen, dat ik me goed heb ontwikkeld als back. Ik ben sterker geworden, dek korter, STAAND, VAN LINKS NAAR RECHTS: Edwin van der Sar (Ajax), Clarence Seedorf (Sampdoria), Winston Bogarde (Ajax), Dennis Bergkamp (Arsenal), Danny Blind (Ajax), Patrick Kluivert (Ajax). ZITTEND, VAN LINKS NAAR RECHTS: Glenn Helder (Arsenal), Michael Reiziger (Ajax), Mare Overmars (Ajax), Edgar Davids (Ajax), Ronald de Boer (Ajax). Bondscoach Bert van Marwük reisde wellicht slechts met twee Ajacie den af naar Tunesië, de selectie was rijk aan spelers die het spelletje in Amsterdam leerden spelen: John Heitinga (Atlético Madrid), André Ooijer (Blackburn Rovers), Nigel de Jong (Manchester City), Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart, Klaas-Jan Huntelaar (allen Real Madrid) en Ryan Babel (Liverpool). Daarnaast hebben Henk Timmer (Feyenoord) en David Mendes da Silva (AZ) ook een verleden b(j Ajax. Het zijn de cijfers waar de Amsterdamse club het in het interlandvoetbal tegenwoordig van zal moeten hebben. Oude tijden, waarin zes of zeven 'echte' Ajacieden werden geselecteerd, zullen niet snel meer herleven. Of de Fifa moet een manier vinden om de 6+5-regel door te voeren, zodat Nederlandse topspelers langer in hun vaderland blijven spelen. Het kan altijd nog erger dan tegen Tunesië. Voor de oefeninterland tegen Zweden, op 19 november, riep Van Marwijk zelfs helemaal geen Ajacied op, door blessures van Stekelenburg en Huntelaar. Het was voor het eerst sinds oktober 2002 (Oostenrijk-Nederland) dat het Nederlands elftal 'Ajaxloos' was. Dat het ook een stuk beter kan, bewijst de opstelling van Nederland tegen Ierland, op 13 december 1995. Liefst acht spelers van Ajax, en twee spelers met een Ajaxverleden stonden ruim dertien jaar geleden in de basis voor de play-offwedstrijd, die moest uitwijzen of Nederland of Ierland een half jaar later naar het EK in Frankrijk mocht. Alleen Glenn Helder had geen banden met de Amsterdamse club. Orapje won, overigens, met 2-0, door twee treffers van Patrick Kluivert.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2009 | | pagina 10