Bob Haarms
b
Bob Haarms maakte als assistent- en hersteltrainer zo'n beetje alle clubsuccessen van nabij mee.
Zondag hoopt hij zijn 75ste verjaardag te vieren. Zelfs nu het eigen lichaam begint te sputteren, blijft hij
hard voor zichzelf. 'Ik moét die schaal nog één keer in mijn handen hebben. Daarna is het goed.'
ajaxlife
1
4 J\ INTERVIEW W"
i K 06-03-2009
Afscheid nemen
bestaat niet
Bob Haarms stoomt op de voor
hem bekende manier Frank Rijkaard
klaar na een blessure.
;4 rj
DOOR SANDER ZELDENRIJK
Het contrast is schrijnend: tien uur
nadat zijn eeuwige liefde stuntte
in Florence, schuift clubicoon Bob
Haarms verplicht aan in de eet-
keuken van zijn recent betrokken
Buitenveldertse verzorgingstehuis.
Zwijgzaam ontbijten met voetbal
leken is wel wat anders dan heftig
discussiërend natafelen in de trai
nerskamer of het spelershome.
"Bent u vanavond wél thuis, meneer
Haarms? Wat wilt u dan eten,"
vraagt de Surinaamse verzorgster
aan Bob en zijn vijf medebewoon
sters. Men kiest unaniem voor vis.
Bob eet zijn boterham op, excu
seert zich, pakt ADI Sportwereld en
wandelt met zijn loopwagen naar
het buitenterras, dat zo'n twee
pingpongtafels groot is. Onder een
afdakje beschermt hij zich tegen het
gure herfstweer. Drinken mag hij
om gezondheidsredenen niet meer,
maar zijn dag begint nog steeds met
een paar sigaretjes.
Het uitzicht is deze druilerige
ochtend niet bijster florissant. Vanaf
het terras kijkt Haarms uit over
een grauw parkeerterrein. Een dun
bebost hegje moet de bewoners ver
geefs privacy bieden. Hij klaagt niet
en lijkt vooral opgelucht dat hij zich
weer in de buitenlucht bevindt, het
klimaat waarin hij jarenlang spelers
fit stoomde voor een topprestatie.
Binnenzitten is niet zijn ding, ook
al wordt hij daar door lichamelijke
ongemakken soms toe gedwongen.
"Hoe is 't, snuit?", opent hij het
interview. "Wat een wedstrijd hé!
Ik woon met vijf dames. Allemaal
ontzettend meelevend, maar ze
begrijpen natuurlijk weinig van het
spelletje. Daarom heb ik de wed
strijd op mijn eigen kamer bekeken,
met visite met voetbalverstand. Ik
wil er natuurlijk wel over kunnen
ouwehoeren."
Ajax Life spreekt de Goede Beul
een week voor zijn 75ste verjaardag.
Als we het onderwerp ouderdom
aansnijden, wordt er op het raam
geklopt. Enthousiast bezoek met een
Ajaxsjaal. De maandagmorgenclub,
de seniorengroep die vrijwel iedere
ochtendtraining present is, brengt
een kamerplant ter gelegenheid
van Haarms' nieuwe onderkomen.
Onaangekondigde visite, maar
hij waardeert het des te meer. "Ik
hoorde net dat Henk Groot hier gis
teren op de stoep stond, maar toen
was ik er niet."
Haarms krijgt geregeld bezoek en
kan zijn week daarmee moeiteloos
vullen. Voor de zekerheid ligt er
naast zijn televisiestoel een agenda
waarin al zijn afspraken staan, ter
ondersteuning van de geest. "Ik ben
geen man voor achter de geraniums.
Alsjeblieft zeg! Ik bezoek nog zoveel
mogelijk wedstrijden, uit en thuis.
Dat is belangrijk voor me. Iedereen
staat voor me klaar, maar het is niet
eenvoudig. De mensen geven goed
bedoelde adviezen, maar als ik weer
alleen ben, val ik in een eenzaam
gat."
Sinds zijn vrouw besloot zonder hem
verder te gaan, is het leven er niet
rooskleuriger op geworden. Als hij
er over praat, staan de tranen in zijn
ogen. Dat zijn gezonde lichaam hem
óók steeds vaker in de steek laat,
maakt het extra moeilijk. Gelukkig
vindt hij afleiding in zijn Ajax, zoals
de club eigenlijk al zijn hele leven de
belangrijkste plaats inneemt.
Dat blijkt ook in zijn kamer, een
Ajaxmuseum op zich. Op zijn dres
soir ligt een steen uit De Meer, staan
miniatuurbekers van zo'n beetje
alle grote sportieve successen, en
verderop heeft ook de gemeentelijke
oorkonde 'Levend Monument' een
mooi plaatsje. Op de achtergrond
vertoont Eredivisie Live een uitzen
ding van Ajax TV. Afscheid nemen
bestaat niet.
Zelfs geleidelijk afstand nemen,
gaat moeilijk. Zijn geheugen plaatst
hem in een curieuze cirkel. Haarms
beleeft het verleden nog erg intens,
erkent hij. Dat werkt als een posi
tieve drug voor zijn lichamelijke
ongemakken. Als mensen langs
komen, gaan plakboeken open en