Drie topcoaches
over de geheimen
van hun succes
ANALYSE
ajaxlife 26-02-2009
Hangende koppies, verwijtende blikken, veel gezucht, weinig gepraat: de spelers van Ajax moesten na de reeks nederlagen in de
eredivisie uit een diep dal komen. Voor trainer Marco van Basten is het een situatie die hij in zijn prille loopbaan als trainer nog niet
heeft meegemaakt. Wat moet de trainer nu doen? Ajax Life vroeg drie gelauwerde coaches naar het geheim achter hun successen.
Robin van Galen behaalde met de Nederlandse
waterpolosters goud op de laatste Olympische
Spelen. De coach werd na deze unieke prestatie uit
geroepen tot 'coach van het jaar' op het Sportgala.
Europees kampioen, wereldkampioen en in 2008
ook nog eens Olympisch kampioen: de Nederlandse
hockeyvrouwen hebben onder leiding van Mare
Lammers alle denkbare prijzen gewonnen.
Lammers schreef twee jaar geleden het boek 'Coa
chen doe je samen'.
De nationale volleybalploeg leek met de doelstelling
goud te winnen bij de Olympische Spelen in 1996
slechts een droom na te jagen. Coach Joop Alberda
kreeg de ploeg echter net op tijd aan de praat,
waardoor de nagejaagde droom een droomprestatie
werd.
DOOR MIKE VAN DAMME
Robin van Galen
"We hebben drie jaar lang zes uur per dag getraind, afgezon
derd van de buitenwereld. In die uren hebben we veel aandacht
besteed aan mentale vaardigheden, zoals omgaan met span
ning, en het verhogen van de concentratie. Er zijn ook karak-
tertesten gedaan, zodat de speelsters beter konden begrijpen
hoe een ieder in elkaar steekt. Daardoor is veel meer begrip
ontstaan voor reacties die voor de test wel eens konden leiden
tot een ruzie.
Het verbaast me dat in het voetbal zo weinig aandacht is voor
mentale vaardigheden. Het is een ondergeschoven kindje, ter
wijl het gebrek aan mentale kracht juist een storende factor
kan zijn in een teamproces. Negentig procent van succes
bestaat uit hard werken en het hebben van talent, die laatste
tien procent komt neer op de mentale gesteldheid.
Welke aanpak je als coach ook wil gebruiken, het is belangrijk
dat spelers daar open voor staan. Het heeft mij ook veel moeite
gekost om veranderingen door te voeren. Na anderhalf jaar
trainen werden we negende op het wereldkampioenschap, dat
was een drama. Als technische staf hebben we toen met de
speelsters gepraat, individueel en als groep.
Het besef groeide dat het vijf voor twaalf was. We konden de
speelsters eindelijk overtuigen dat onze veranderingen nodig
waren om te kunnen presteren. Achteraf gezien heeft dat
slechte WK ons dus geholpen.
Van Basten moet zijn spelers ook overtuigen dat bepaalde ver
anderingen echt nodig zijn. Misschien dat het nu besef nu ook
komt na een reeks nederlagen. Anders wordt het heel moeilijk."
Mare Lammers
"Het is typisch Nederlands om te kijken naar wat niet goed
gaat. Dat gebeurt in de sport, maar ook op school. Van een vier
een zes maken is belangrijker dan van een acht een tien. Alles
moet voldoende zijn, terwijl je uiteindelijk toch wil excelleren in
wat je al goed kan.
In de sport wordt ook te veel gekeken naar wat niet goed gaat.
We willen van een schildpad een haas maken. Ik heb het zelf
ook geprobeerd bij Oranje. Sylvia Karres had moeite met haar
backhand. Ik liet haar daar dus vaak op trainen; haar teamge
noten zagen dat ze het niet kon en gingen haar onbewust juist
tijdens wedstrijden op haar backhand aanspelen. Ik riep op een
gegeven moment zelfs dat ze dat niet moesten doen.
Het brein kent echter het woord 'niet' niet. Als ik zeg: denk niet
aan een roze olifant, ga je daar juist wel aan denken. Een van
mijn speelsters zei toen: 'Hoe moeten we haar dan wel aan
spelen?' Ik wist het niet. Ik heb met Karres gepraat, en zij gaf
aan dat ze graag aangespeeld wilde worden op haar forehand,
omdat ze dan de bal kon tippen. Op het WK van 2006 werd ze
topscorer met zes treffers, waarvan vijf door een 'tip in'.
Door bezig te zijn met de dingen die sporters wel kunnen,
neemt het zelfvertrouwen toe. Van Basten heeft als voetbal-
coach echter de moeilijkheid dat zijn omgeving is gefocust op
de korte termijn, op de resultaten. Zijn die slecht, 'moet' er wat
gebeuren. Maar de resultaten zeggen ook niet alles over een
teamproces. AZ is daar een mooi voorbeeld van.
Vorig seizoen waren de resultaten slecht, maar keek Louis van
Gaal vooral naar de statistieken die het proces meten.
Die waren op zich goed. Dat komt er dit seizoen uit. Hij kreeg
de tijd en het vertrouwen. Die moet Van Basten ook krijgen."
Joop Alberda
"Tijd is inderdaad een hele belangrijke factor. Ik snap wel hoe
Van Basten zich momenteel voelt. Hij is overtuigd van een
aanpak, maar het komt er bij zijn ploeg niet uit. Bij de volley
balploeg hadden we precies hetzelfde. Ik dacht een jaar voor de
Olympische Spelen dat ik precies het goede concept had, maar
de resultaten bleven tegenvallen. Maar ineens vielen de puzzel
stukjes in elkaar, en begonnen we echt goed te spelen.
Voor een coach is het daarom belangrijk om vast te houden aan
zijn visie, hij moet deze als een terriër bewaken. Als die visie
helder is en eerlijk wordt uitgelegd naar buiten toe, zullen sup
porters ook gemakkelijker accepteren als het iets minder goed
gaat. Voor de spelers moet de filosofie ook motivatie genoeg
zijn om te blijven vechten. Wij wilden Olympisch kampioen
worden, de spelers stonden achter de filosofie en konden zich
zo door het dode punt knokken.
Om een hecht team te krijgen, moeten de spelers ook inzien in
welke mate ze afhankelijk van elkaar zijn. Bijvoorbeeld: Luis
Suarez moet bewust zijn hoe belangrijk Jan Vertonghen voor de
ploeg en voor hem is. Met een verdediger minder wordt aanval
len een stuk moeilijker.
Spelers moeten ook beseffen dat mensen rondom de ploeg heel
belangrijk zijn, en dat je dus echt met z'n allen binnen een club
moet doen. Mijn spelers namen geregeld een presentje mee
voor de sporthalbeheerder. Een smerige sporthal betekent min
der goed trainen en uiteindelijk dus minder goed presteren."