Hoe allrounder Rob Wielaert het tot Ajax heeft geschopt
"JE ZAG DAT HIJ ECHT IETS MET JE
COMMENTAAR PROBEERDE TE
DOEN, HIJ WILDE ZICH VERBETEREN.
DIE MENTALITEIT HEBBEN LANG
NIET ALLE JONGE JONGENS."
Een groot talent was hij niet, toch is Rob Wielaert op dertigjarige leeftijd waar hij had willen zijn:
bij een Nederlandse topclub. Met dank aan zijn leiderscapaciteiten.
"^1 PROFIEL 4 W
ajaxlife 30-01-2009 X
Talent
Aanvoerdersband
De kracht van degelijkheid
DOOR MIKE VAN DAMME
Pokeraars zijn er in alle
soorten en maten. Wie echt
succes wil hebben, moet of
goed kunnen bluffen of goed zijn
tegenstanders kunnen lezen.
Die eerste groep pretendeert auto
matisch de beste kaarten in han
den te hebben, de tweede groep
kijkt naar de lichaamstaal van zijn
medespelers en naar de kaarten die
op tafel liggen. Robbie Wielaert
behoort tot de laatste groep.
De kersverse Ajacied is een fervent
pokeraar. Als voor een Europees
duel een hotel aangedaan moet
worden, neemt hij steevast zijn
laptop mee, om in de eenzame uren
op internet te pokeren. Wie dan met
hem aan de virtuele pokertafel zit,
heeft zelden een goede dag. De der
tigjarige Emmeloorder bekijkt rustig
zijn kansen, en slaat dan toe.
De pokeraar Wielaert verschilt niet
veel van de voetballer Wielaert.
In elf jaar profvoetbal is zijn mond
niet groter geweest dan zijn talent,
en heeft hij zich na een valse start
bij PSV alsnog in een rustig tempo
omhoog weten te werken. Met een
contract voor 2,5 jaar bij Ajax als
laatste resultaat.
Het verhaal begint echter op 22 april
1998, als Wielaert op negentien
jarige leeftijd debuteert voor PSV, in
de wedstrijd tegen Fortuna Sittard.
Hij behoort op dat moment tot een
groepje jeugdspelers dat in deze
jaren een kans krijgt bij de Eindho-
vense A-selectie; net als Björn van
der Doelen, Tommie van der Leegte
en Eidur Gudjohnsen.
In drie seizoenen komt Wielaert
slechts zeven keer in actie, mede
omdat hij gelauwerde spelers als
Jaap Stam, Stan Valckx en Ernest
Faber voor zich moet dulden.
Een uitgesproken talent is de twin
tigjarige verdedigende midden
velder niet. "Hij was niet groot en
dus niet echt kopsterk, hij was niet
supersnel, niet keihard," herinnert
oud-teamgenoot Valckx zich nog.
"Maar hij was ook nergens slecht
in, scoorde voor alle onderdelen een
voldoende."
Tien jaar later, Wielaert speelt
inmiddels bij FC Twente, lijkt er
niet veel veranderd. "Robbie is een
allrounder, blinkt nergens echt in
uit. Maar hij is de laatste jaren op
alle vlakken beter geworden," stelt
Twenteverdediger Niels Wellenberg.
"Hij heeft vooral een goed spelin
zicht, loopt veel gaten dicht."
Wielaert trekt zich langzaam op
aan het niveau waarop hij acteert:
van Den Bosch - waaraan hij door
PSV wordt verhuurd in het seizoen
2000/2001 - via NEC (2001-
2006) en FC Twente (2006-2009)
naar Ajax. Het is een opmerkelijke
(eind) bestemming. "Het is wel
verrassend, want hij heeft altijd in
Nederland gespeeld, en nooit echt
bij de top," zegt Valckx. "Maar
goede Nederlandse centrale verdedi
gers zijn dun gezaaid."
De verklaring voor zijn omweg naar
de top ligt verborgen in zijn belang
rijkste kwaliteit: het vermogen om
zijn teamgenoten te sturen. Leider
schap komt met de jaren, dat is vaak
niet aanwezig bij spelers die net
komen kijken. Vandaar dat hij niet
binnen enkele jaren van de eerste
divisie naar Ajax kan opstomen,
zoals Klaas-Jan Huntelaar, maar dat
er acht jaar overheen gaat.
De leergierigheid en de rust die
gepaard gaan met het kweken van
leiderschap, is echter wel al op jonge
leeftijd aanwezig. "Hij was vanaf het
begin al erg rustig, serieus en leer
gierig," stelt Valckx. "Hij wist van
Ah debuterend dirigent in Nijmegen
wie hij wat moest aannemen. Je zag
dat hij echt iets met je commentaar
probeerde te doen, hij wilde zich
verbeteren. Die mentaliteit hebben
lang niet alle jonge jongens."
Het goede voorbeeld krijgen en
overnemen is veranderd in het goede
voorbeeld geven. De metamorfose
begint bij NEC, waar hij van het
middenveld naar de achterhoede
verhuist. Als centrale verdediger
overziet hij het veld, en wijst zijn
teamgenoten op hun positionering.
"Hij ging in het veld steeds meer
praten," herinnert Dennis Gente
naar, destijds doelman bij NEC.
Wielaert groeit uit tot de aanvoer
der van de Nijmeegse ploeg. Als hij
in 2006 naar FC Twente verkast
- hij komt onder een contract uit
met NAC, dat dreigt te degraderen
- manifesteert hij zich al snel weer
als een van de dragende spelers.
"Hij was een voortrekker binnen de
groep, binnen en buiten het veld,"
aldus Wellenberg. "Hij wist goed te
vertalen wat de trainer wilde. Dat
was bij Fred Rutten zo, ook bij Steve
McLaren. Hij hield ook goed in de
gaten of de jongere spelers zich aan
de regels hielden."
Zijn leiderschap valt ook bij Ajax op,
dat de eigen aanvoerder Klaas-Jan
Huntelaar ziet vertrekken naar Real
Madrid. In de jonge verdediging
ontbreekt een speler die zijn erva
ring kan delen. De stille Spanjaard
Oleguer kan deze rol niet vervullen.
Dankzij de bemiddeling van Wie-
laerts vader - scout bij FC Twente
- laat voorzitter Joop Munsterman
zijn aanvoerder vertrekken, voor iets
meer dan drie miljoen euro.
"Wielaert heeft geen aanpassings
problemen," laat Marco van Basten
na de eerste week van de Emme
loorder bij Ajax weten. Gentenaar,
in Amsterdam herenigd met zijn
oud-ploeggenoot bij NEC, komt
tot de conclusie dat Wielaert niet
is veranderd. "Hij is nog steeds die
rustige persoon van toen. Natuurlijk
moet hij zijn weg even vinden hier,
dat is normaal. Maar hij is nu zoals
ik hem ken, een gezellige jongen die
op het veld aanwezig is."
Wielaert hoeft in Amsterdam niet te
bluffen; hij blijft zijn omgeving lezen
en handelt dan. Het is zijn handels
merk, het is zijn meerwaarde voor de
ploeg. Of zoals Wellenberg het ver
woordt: "Ajax had ook een speler als
Jan van Halst nodig om kampioen
te worden. Hij was ook geen gepo
lijste speler, maar hij bracht wel iets
in de ploeg dat nodig was. Ik denk
dat Robbie hetzelfde kan toevoegen.
Hij heeft de volwassenheid die Ajax
momenteel mist."