P
EEN VOLLE ARENA
BIEDT ECHT THUISVOORDEEL!
verkoop
Ajax - Slavia Praag
Woensdag 17 december
20.45 uur
BESTEL NU JE TICKETS
VIA AJAX.NL
IK BEN AJACIED
ajaxlife
Onder de tribune van Vak C had Jacques Wolfs zijn domicilie. Het was aan het begin
van het seizoen 1973/1974 en voor het eerst had Ajax een échte materiaalman.
Een kerel die naar ledervet rook en die met zwarte knuisten kicksen van de voetballers
schoonmaakte. Hij kreeg daarvoor een mooie bonus. Sjakie werd uitbetaald in Mokum-
dollars. De professionals legden per maand een bedrag neer en dat was voor Sjaak.
AJAX.NL
PORTRET
27-11-2008
Adieu Sjakie!
Dat eerste schoenenhok, nog niet op
de geografische hoogte van waar de
kleedkamer zich bevond (namelijk
onder Vak B), was wel heel beschei
den. Een hol was het. Een hol met
rijen planken waarop de kicksen
lagen te glimmen en te meuren.
Op een gegeven moment moch
ten ook de spelers van het tweede
elftal hun schoenen door Sjakie
laten verzorgen. Dat was een luxe,
je wist zeker dat ze er spie en span
uitzagen, 's Avonds, wanneer onze
training zo'n beetje begon, knorde
Sjaak Wolfs met zijn auto van de
Gemeente Amsterdam het terrein
op. Hij deed de kicksen en vertrok
weer. Af en toe knalde er een gevatte
Amsterdamse opmerking uit zijn
mond. Stevige oneliners, niet zelden
van een dosis sarcasme of straatwijs
heid voorzien.
Later wist je meer van Sjaak. Dat-ie
uit Amsterdam-West kwam, dat hij
op amateurniveau een onbuigzame
voetballer was geweest. En dat hij
een neef had die Barry Hulshoff
heette. Die had hem ook benaderd
om de schoenen te gaan doen. Barry
en Sjaak. Je moest niet wagen iets
maar dan ook iets onvertogens over
Barry te zeggen, want dan had je
oorlog met Sjakie. En dat waren
geen oorlogen met fluwelen hand
schoenen! Sjaak was zó trots op
Barry...
De Ajax-jaren van na 1973 raakten
allengs gevuld met 'Wolfse' anek
dotes. Die vertelde Sjaak zelf óf hij
had er, gewild of onbedoeld, een
hoofdrol in. Ongemerkt speelde hij
een rol van niet te onderschatten
belang in het groepsproces. Binnen
dat bijna mystieke terrein dat 'De
Kleedkamer' wordt genoemd, was
hij op zijn geheel eigen wijze een
bindende factor.
Niet zelden was Sjakie onderwerp,
soms slachtoffer, van het Amster
damse dollen, maar dat ging nooit
met verlies aan respect gepaard. Hij
wist van zich af te bijten, kon sik
keneurig zijn als een echte Amster
dammer maar hij kon net zo goed
de animo verhogen, ook als een
echte Amsterdammer. Soms moed
insprekend, soms verongelijkt. Zijn
domein was al een tijdje verplaatst
naar een ruimte tegenover de kleed
kamer van het eerste elftal, maar
het rook er onveranderd naar leer en
ledervet.
In de laatste jaren waarin hij bij
Ajax-actief was (het schimmige hok
onder Vak C was allang verleden
tijd), groeide Sjakie Wolfs uit tot een
bijna epische figuur. Hij was altijd
al een markante verschijning, maar
het publiek had hem ontdekt als één
der Laatste der Mohikanen. Verte
genwoordiger van de Amsterdamse
sfeer in een club die met de tijd mee
-moest- gaan en dus internationaler
werd.
Als een cultfiguur droegen de sup
porters hem op handen en daar kon
hij van genieten. SjakieSjakie, ive
wórden kam pi jóen!" Even zwaaien
naar wat ooit de F-Side was.
De jaren gingen tellen, Sjakie
kraakte en het kon niet anders, er
moest een moment van stoppen
komen. Hoe onvermijdelijk ook,
dat moment was pijnlijk. Daar kon
geen seizoenskaart voor het leven
tegenop.
Nu is er een definitiever afscheid.
Er is een Amsterdammer dood
gegaan... Jacques Wolfs is overleden.
Zij die hem meemaakten, weten hoe
uniek hij was. En weten ook dat de
kleedkamer na zijn vertrek nooit
meer dezelfde was.
David Endt, teammanager Ajax
Nooit meer dat handje omhoog