Dario Cvitanich leerde als jochie incasseren op de Argentijnse veldjes. Maar goed ook, want het zit hem niet bepaald mee. Gelukkig voelt hij zich I thuis in Amsterdam. ajaxlife "i§ FANZONE 4 W 01-11-2008 X Knock-out Ouders Verbannen Van Banfield naar blessureleed Veilig in Amsterdam DOOR MIKE VAN DAMME EN RAFAEL MIRALLES Amsterdam is rustig, zegt Dario Cvitanich als Ajax Life hem vraagt of hij al gewend is aan Nederland. "En het is hier veilig," grapt hij. "In Buenos Aires lopen alleen maar gekke men sen rond. Het is daar continu druk. Hier kan ik over straat lopen zonder herkend te worden. Dat bevalt me wel." Cvitanich - 24 jaar oud, Argentijn met Kroatisch paspoort - is de voor malig topscorer van Banfield, een subtopper in de Argentijnse compe titie. In het voetbalgekke land wordt hij vaak herkend en wel eens lastig gevallen. In Amsterdam is hij nog een grote onbekende. Hij speelde pas iets meer dan twee uur in de Eredivisie. Op de Nederlandse velden voelt hij zich veiliger dan op het Argentijnse gras. "Het Argentijnse voetbal is veel fysieker," legt hij uit. "Ellebo gen, kopstoten, ze worden amper bestraft." Ter illustratie maakt hij een boksbeweging en slaat hij zijn imaginaire tegenstander knock-out. "Dat wordt dan weer niet toegela ten." Erg vindt hij die tikkies krijgen niet. Cvitanich is opgegroeid met het incasseren van klappen. Geboren in het dorp Baradero wist hij als kleine jongen al dat hij ooit zou meedoen met een groot regionaal voetbaltoer nooi, waar vechtpartijen even vaak voorkomen als doelpunten. "Het wordt niet door de bond georgani seerd," vertelt de Argentijn verder. "Elk dorp levert één of meer teams. Het is zeven tegen zeven, in een knock-outsysteem." Iedereen lapte wat geld, de winnaar kreeg omgerekend vijftienhonderd euro. Het ging dus ergens om. "Het ging er hard aan toe," herinnert Cvitanich zich. "Ik moest van mijn broers meedoen, omdat hun team geen goede spits had. Ik was veertien en speelde tegen jongens van over de twintig. Als ik een klap kreeg, zetten mijn broers dat recht." Cvitanich deed een paar keer mee aan de toernooien, die twee tot drie keer per jaar werden georganiseerd. Eén keer won hij, maar zijn vrien- denploegje haalde vaak de halve finales. "De topdrie kreeg een geld prijs. Daar organiseerden we dan een feestje van. Nee, we speelden niet voor de huishoudpot. Ons gezin behoorde tot de middenstand. Mijn vader had een eigen landbouwbe- drijfje met mijn broers." Twee jaar geleden overleed zijn vader, aan longkanker. Hij was een fervent roker, totaal geen sporter. Toch stimuleerde hij zijn jongste zoon altijd te gaan voetballen, iets wat bij zijn andere zoons weinig suc ces had. Op dat traditionele voetbal toernooi na dan. "Voor elke ver jaardag kreeg ik een bal. Van mijn ouders, van mijn broers, van ooms. Mijn ouders waren alleen niet zo blij als ik met die dorpstoernooien mee deed. Ze vonden me te jong, maar ze lieten me wel gaan." Op zestienjarige leeftijd verliet Cvitanich het ouderlijk huis, om zijn geluk in de voetbalwereld te vinden. Hij speelde een seizoen bij River Plate. Daarna belandde hij bij Banfield, waar hij uiteindelijk zeven jaar speelde. Zijn ouders kwamen altijd kijken. "Dat ik in Europa zou gaan spelen, was altijd al een wens van mijn vader. Ik koos voor Ajax, omdat de club nog steeds een grote naam heeft in Argentinië. Maar de wens van mijn vader was een extra motivatie." Nu woont en voetbalt hij in een heel andere wereld. Amsterdam is rus tig, het voetbal is technischer. De snelle en wendbare Argentijn kende in de thuiswedstrijd tegen NEC (2-0 winst) zijn eerste tegenvaller. Al na elf minuten moest hij met een hamstringblessure naar de kant. Ook figuurlijk gezien kreeg hij een klapje, eentje die hij niet zag aan komen. Terwijl hij dacht tegen een basisdebuut aan te zitten, werd hij door trainer Marco van Basten eer der dit seizoen naar het tweede elftal verbannen. Althans, het voelde als verbannen. "In Argentinië speel je alleen in het tweede mee als je het niet goed doet," legt Cvitanich uit. "Ik was zestien jaar toen ik voor het laatst in een tweede team meedeed. Nu moest ik ineens een wedstrijd spelen met Jong Ajax. Ik voelde me echt een beetje beledigd. De trainer legde later uit dat het hier normaal is, om ritme op te doen. Nu weet ik dat het geen probleem is." Het is - naast zijn blessures - het enige tikje dat hij in Amsterdam kreeg. Hij voelt zich thuis, woont samen met een goede vriend van hem. Hij trekt daarnaast veel op met de Spaanstalige spelers, vooral met Luis Suarez en Bruno Silva. "We maken de hele dag grapjes," zegt Cvitanich. "We verstoppen spullen van elkaar. Ik was laatst mijn schoe nen kwijt, had Luis ze in het kleed hokje van Vurnon Anita gedaan. Toen heb ik zijn telefoon verstopt." Suarez en Silva zijn twee nieuwe voetbalbroers. Mist hij het voetbal len met zijn echte broers, op de afgetrapte veldjes van Baradero niet? "Ik had daar altijd veel plezier in, maar ik prefereer toch de Eredivisie. Hier krijg ik meer bescherming. Ik voel me veilig in Amsterdam, in en buiten het veld. Hier zijn geen crazy mensen." SVA Björn Martens Dario is populair bij de fans

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2008 | | pagina 13