Alfons en de pen interview 9 Alfons Groenendijk Assistent met historische roots maakte midden jaren 9 t ambitieuze trainer Henk J ten Cate. Meer dan tien jaar later fungeert de oud-Ajacied als diens assistent bij Ajax 1Ajax Life vroeg Groenendijk over de verschillen tussen toen en nu. [Ik sta dicht bij de spelers, omdat ik zelf niet zo lang geleden gestopt ben AIAXUFE Door Arnout Verzijl Vier jaar lang had Groenendijk een column in het inmiddels ter ziele gegane voetbalmaandblad Johan. Hoe zit het eigenlijk met zijn journalistieke ambities? 'Ik heb ook wedstrijden geanalyseerd bij Sport 1 en Tele 2. Dat was erg leuk om te doen. Het vak journa listiek heeft me altijd geboeid. Ik lees alles. Momenteel heb ik het allemaal in de koelkast gezet. Ik vind dat ik vanuit mijn functie geen duels kan analyseren op tv. Bovendien heb ik het druk zat. Ik bekijk veel wedstrijden in binnen en buitenland, bezoek de jeugd en het tweede. Er gaat heel veel tijd in deze baan zitten. Of mijn journalistieke loopbaan ooit een vervolg krijgt, weet ik niet.' vrijdag 17 november 2006 sssrr Alfons Groenendijk zit, hij moet zijn computer vol hebben staan. Dat is zijn business, hij is altijd bezig met het bedenken van nieuwe oe fenvormen. Hennie beschikt over veel ervaring op dat gebied. Henk heeft de eindverantwoordelijkheid, maar deelt en bespreekt alles. Hij verwacht inbreng van ons. Er wordt vaak behoorlijk fel gediscussieerd over zaken.' voor een voetballer. Bij Ajax ligt de druk hoger dan bij Roda JC. Henk heeft zich in de top staande weten te houden. Dat zegt wel iets over zijn karakter. Ik merk het ook aan hem. Henk kan bepaalde sentimenten uitschakelen. Hij handelt in het belang van de club. Zijn gevoel moet hij dan wegcijferen, terwijl Henk een gevoelsmens is. Dat vind ik een van de punten waarin hij sterk verbeterd is.' Onlangs zei de trainer 'we voelen dat er iets groeit'. Wat bedoelt hij daar mee? 'Nou, dat heb ik een tijdje geleden ook uitgesproken. Aan de manier waarop mensen in mijn omgeving over Ajax pra ten, merk ik dat er weer leven in komt. Dat zie ik ook bij de spelers tijdens trai ningen. Het niveau gaat omhoog en dat vertaalt zich naar de wedstrijden. Ik zie veel beleving, kwaliteit en plezier. Dat hele gevoel samen zorgt voor een ver wachtingspatroon. Tijdens de voorbe reiding realiseerde ik me al dat dit wel eens een heel speciaal jaar zou kunnen worden. Vervolgens gingen we in Ko penhagen keihard onderuit. Maar ik denk dat, als we nu nog tien keer tegen die gasten zouden spelen, dat ons niet nog eens zou overkomen. We zijn een stap verder. Ook in mentaal opzicht. Kijk maar naar Utrecht-uit en Gronin- gen-thuis. Al die dingen samen geven een goed gevoel. Het is op dit moment heel erg leuk bij Ajax te werken. Als je wint, ga je elke dag met een glimlach naar je werk.' Alfons, waarom wilde Henk ten Cate jou als assistent? 'Allereerst omdat hij me kende van mijn Sparta-periode. Hij vertrouwt me en weet wat hij aan me heeft. Daarnaast wist hij dat ik bij Jong Ajax werkte. Het zal die combinatie van factoren zijn ge weest. Henk belde me vrij laat in het sei zoen en dat was voor mij een aangename verrassing. Ik hoefde niet lang over zijn verzoek na te denken. Ajax is nou een maal een mooie, grote club. Bovendien past deze stap in mijn eigen ambities om te kijken waar mijn top als trainer ligt. Ik volg momenteel de cursus Coach Be taald Voetbal.' Hoe vertaalt de samenwerking zich in de praktijk? 'Als je met een nieuwe staf gaat wer ken, moet iedereen zijn rol vinden. Dat heeft heel even geduurd. Ik sta dicht bij de spelers, omdat ik zelf niet zo lang geleden gestopt ben. De perfectionist, die alles tot in de puntjes voorbereid, is Hennie Spijkerman. Hennie is een man die over enorm veel oefenstof be- Hoe is de taakverdeling op het veld? 'Ook daar laat Henk ons de ruimte om oefenvormen uit te voeren. Op zon training doe je allemaal wel wat, Henk blijft vooral de coachende man. Een paar woorden is genoeg om elkaar te begrijpen. Daarnaast ben ik veel indi vidueel bezig, met name met jonge spe lers als Jan Vertonghen en Tom De Mul. Jonge voetballers hebben eerder extra aandacht nodig dan de routiniers.' Hoe heeft de trainer Ten Cate zich ontwikkeld sinds jij onder hem werk te bij Sparta? 'Hij heeft het nodige bijgeleerd. Lo gisch, want er zit meer dan tien jaar tussen. Het jaar dat we gedeeld vijfde werden (1996, red.) geldt als een van de beste seizoenen ooit van Sparta. Dat was natuurlijk geen toeval. Henk heeft een fantastisch elftal neergezet door en kele spelers een andere positie te geven. Gerard de Nooijer naar het centrum, samen met John Veldman. Op het mid denveld speelde ik met Nico Jalink en daarvoor Arjan van der Laan. Daar zat zoveel balans in. Voorin bracht hij Car los Fortes op links en speelden we met Dennis Krijgsman op rechts en Dennis de Nooijer in de punt. Nu ik eraan te rugdenk, realiseer ik me dat het allemaal geen toeval is geweest. Als speler sta je daar niet bij stil. Je beleeft zon seizoen, meer niet. Als trainer moet je over alles nadenken.' En daarna? 'Henk heeft ervaring opgedaan bij niet de makkelijkste clubs én daar altijd goed gepresteerd. Wat je vooral leert, denk ik, is omgaan met de druk van buitenaf. Zoiets moet je ervaren. Dat geldt ook

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2006 | | pagina 9