'Dan is het toch nog aandoenlijk, want ik ben ook maar een mens,
dat een van die harde kernjongens op me afstapt en zegt:
"Arie, we zijn toch bezig om voor jou een afscheid te organiseren
'Ik constateerde bij m'n terugkeer in 2000 dat
er bij Ajax geen twee eilandencultuur was,
maar een archipel. Het stierf van de eilanden
2 DECEMBER 2005 NUMMER 9 AjAX LIFE
der met een groot clubhart steeds groter. Maar
Van Eijden was nog steeds geroyeerd. Tot maart
2000. Van Eijden: 'In februari 2000 was ik met
nog niet als directeur. 'Ik was weer lid van mijn
kerkgenootschap.' Van Eijdens ritje naar het
eeuwfeest in Het Concertgebouw stond in schril
Nederland-ltalië heb ik hier (Arie wijst op de hoek
van z'n werkkamer) in het hoekje op de bank
gezeten met Arie van Os en Michael van Praag.
Trots poserend op de selectiefoto in augustus 1965.
Let op het toch wel erg brede doel achter de Ajacieden.
En wie is toch die man links naast Arie van Eijden
Want mijn club zag in dat ze misschien toch niet
goed hadden gehandeld. Dat is het ultieme
gevoel.'
Tijdens het EK 2000 weTden de geruchten steeds
sterker. Vrij plotseling stapte directeur Frank
Kales op. En toen ging 't snel. 'Na de halve finale
gen: de organisatie moet met zestig man inkrim
pen, maar dan dien ik de gang te maken naar de
ondernemingsraad. Die is binnen Ajax NV
belangrijker dan de ledenraad. Als clubman zeg
ik, maar ook als ervaringsdeskundige: die leden
raad is geweldig. Alleen zou die gehalveerd moe
ten worden, met alleen nog maar specialisten. Als
ik bijvoorbeeld een probleem heb, moet ik naar
Leo van Wijk kunnen gaan en vragen: hoe los jij
dat nou op? Maar omdat de raad zo groot is, doe
je dat niet zo snel. Want dan geef ik weer inside
information en kan ik door de Autoriteit Finan
ciële Markten op de vingen woTden getikt.'
FIOD
In 1994 volgde de donkerste periode uit z'n leven:
het royement als lid van Ajax. Wat daaraan vooraf
ging, in het kort: de FIOD zette in 1979 vraagtekens
bij de spelerstransfers van Soren Lerby, Henning
Jensen, Frank Arnesen en Frank Stapleton. Ajax
kreeg een boete van 1 miljoen gulden. Van Eijden
werd mede verantwoordelijk gehouden voor deze
belasting-ellende, ging een paar dagen de cel in
en - veel vervelender - voelde veel beschuldigende
blikken. Van Eijden: 'Bij een aantal transfers ben
nooit betrokken geweest. Dat waren zaken van de
voorzitter en de penningmeester. Zij hebben dat
ook niet voor zichzelf gedaan, laat daaT geen mis
verstand over bestaan. Het beeld naar buiten was
zo dat ik van die zaken wist, omdat voorzitter Tón
Harmsen en ik vier handen op een buik waren.
Het was zwartste periode van mijn leven. Niet om
gevraagd, nooit geambieerd. Wel heb ik gedacht:
stom dat ik bij Ajax ben gaan werken. Had ik niet
toen er wat kleine irritaties waren, lekker naar
Shell moeten gaan? Die FIOD-mensen halen je
ongelooflijk onderuit. Maken je klein, schofferen
je. Het is bij de beesten af.'
Thuis kreeg Arie de nodige onvoorwaardelijke
steun, bij de vereniging lag dat anders. Hij werd
geroyeerd. Michael van Praag en Uri Coronel
waren de onheilsboodschappers. 'Ik had al zoiets
gehoord vanuit de ledenraad, want die is zo lek als
een mandje. Ik zei: "Heren, het voelt aan als een
dolksteek in de rug.'" Van Eijden bleef vooralsnog
bij Ajax. Hij was het gezicht van de club. Tot
december 1994. De KNVB wilde hem graag heb
ben, als algemeen directeur. 'Gelukkig kwam de
KNVB op m'n weg. Veel journalisten schreven dat
ik weg moest bij Ajax. Dat was niet zo. Ik mocht
zelfs niet weg, want ik was hun kennis, hun ver
gaarbak. Ze waren zelfs behoorlijk verbolgen over
het feit dat ik wegging. Ze vonden het zeer teleur
stellend.'
Arie van Eijden weg bij Ajax, het was alsof De
Meer plots geen lichtinstallatie meer had. Toch
bleef de clubman de verrichtingen volgen, van de
jeugd en het eerste. Stilletjes op de hoek van de
velden van Voorland en later de Toekomst, of in de
Arena, vanaf vak 110. De bestuurskamer meed hij
en zat vaak nog voor het laatste fluitsignaal in de
auto. Een moeilijke periode. Van Eijden: 'Hennie
Henrichs nodigde me in 1996 uit voor de opening
van de Toekomst. Dat kon ik emotioneel niet
opbrengen. Op die vrijdagavond ging ik met mijn
vrouw in stad eten. We wisten dat het om negen
uur afgelopen was en we zijn om half tien toch
even naar het parkeerterrein geTeden. Alles was
nog verlicht. We zijn even stil blijven staan kijken
en daarna weggereden. Ik heb altijd gezegd: "Ik
ben weg en loop niemand voor de voeten." Dan
hoef ik niets te verklaren, geen verantwoording af
te leggen. Daar kan ik een hele gekke in zijn.'
TERUG BIJ DE CLUB
Na Arie's vertrek weTd de AFC langzaam omge
smolten tot een NV. De verzakelijking deed de
bijna honderdjarige piepen en kraken. Sportief
was het op z'n zachts gezegd geen topperiode.
Rond het eeuwfeest werd de behoefte aan een lei
dochter Kim en m'n vrouw Janna op vakantie in
Mexico. Ik kreeg de vraag of ik zaterdagochtend
voor 10.00 uur Michael van Praag wilde bellen. Zes
uur tijdsverschil, dus ik moest midden in de nacht
bellen, met twee paar priemende ogen in m'n
rug. Ik kreeg Micheal aan de lijn. Hij zei: "Arie, de
ledenraad en het bestuur zijn tot de conclusie
gekomen dat ze een fout hebben gemaakt." Ik was
verrast. De donderdag voor de festiviteiten bij het
honderdjarig bestaan heb ik Micheal terugge
beld. Ik zei: "Ik zal jokken als ik niet zeg dat ik zo
trots ben als een pauw. Dus ik doe het, op twee
voorwaarden: als ik ooit uit jullie mond hoor dat
het gratie is of dat het is omdat Ajax honderd jaar
bestaat, dan zeg ik je nu: dan doe ik het niet. Want
jij hebt vorige week gezegd dat jullie een fout
hebben gemaakt." Dat vond ik al jaren.'
Arie was temg als volwaardig lid van Ajax, maar
Dan gaat het over het salaris, en zo. Ik vond dat er
eerst sociaal een aantal zaken geregeld moest
zijn, zoals bij de KNVB al het geval was. Tot uiter
lijk 1 april 2006 bij Ajax, en niet zoals zij wilden -
tot m'n 65ste. Ik vond dat een mooie periode van
vijf jaar. Met de opdracht de club financieel
gezond te maken en het clubgevoel weer terug te
brengen. "Dan zijn we eruit," zeiden de heren.
Nou nee, antwoordde ik, nog niet. Ik wilde eerst
even met het thuisfront overleggen. Kijk, vrou
wen zien dat toch wat harder dan mannen. In hun
ogen was ik door Ajax gepiepeld, gepakt. Ik zal
nooit vergeten dat Janna woorden kreeg met m'n
jongste dochter. Janna zei: "Kim, laten we maar
stoppen. Wij krijgen ruzie en hij doet toch z'n
eigen zin." Dat riep ze in arne moede.'
ALLES KON
Het Ajax anno 2000 was anders dan in 1994, zegt
ook Arie van Eijden. 'De organisatie Ajax was na
terugkomst enorm gegroeid. Door het ruime jasje
verloor de club geld. Zo konden we niet langer door
gaan. Ik kwam van buiten weeT naar binnen en wat
me opviel: alles kon. ledereen die zichzelf manager
noemde, had een secretaresse. Maar er werd niet
gekeken of iedeTeen voldoende werk had.'
Arie ontdeed de club van verliesgevende activitei
ten, zoals de mailordening. De organisatie werd
slanker - en in voetbaltermen - fitter. Ontstane
vacatures werden niet meteen opgevuld, de
taken werden intern verdeeld. De NV-cijfers wer
den langzaam van rood weer zwart.
Het clubgevoel terugbrengen, Van Eijdens tweede
opdracht, bleek lastiger. Niet zo gek met de hui
dige structuur van Ajax: een directie, een Raad
van Commissarissen, een bestuur van de vereni
ging en een ledenraad. Om duizelig van te wor
den Van Eijden'Inderdaad. Voor de buitenwereld
is dat nog moeilijker te begrijpen. Ik kom uit een
periode met een operationeel bestuur. Dat moest
rekening en verantwoording afleggen aan de
ledenraad van Ajax. Maar dat was altijd rekening
en verantwoording achteraf. Na een paar maan
den zeiden we als bestuurders tegen elkaar: wat
willen we wél kwijt en wat niet? Zo simpel is het.
De ledenraad heeft duidelijk een andere rol
gekregen toen Ajax een NV werd.
contrast met z'n ritje, jaren eeTder, naar de Toe
komst. 'Dat ritje naar de Toekomst was met oude
emoties richting mijn club. Die rit naar het Con
certgebouw had het ultieme rehabilitatiegevoel.
Ik heb bij de opvolging van Michael van Praag met
een paar leden van de ledenraad een discussie
gehad. "Wij zijn het hoogste orgaan, Arie," zeiden
ze toen. Dat klopt, maar we waren al een paar
stappen verder. De ledenraad kan tegen mij zeg-