'Een mooie sliding,
van Mourik. Maar ik
daar was ik niet vies vanEen beetje als Cer
was geen schopper. Dat is ook niet des Ajax.'
Ajax Life nummer 9 2 december 2005
Knew
(y* - -"Jr
Eg
Arie gaat golfen
Amsterdam - Tussen zijn eerste stapjes als aspirant-lid en zijn afscheid als algemeen directeur
van Ajax zit precies een halve eeuw. 'Ik kan deze club soms haten en ik hou er zielsveel van.
Zo intens is het.'Arie van Bijden, een van de grote mannen achter de ontwikkeling van het
betaalde voetbal, gaat het rustiger aan doen.
Door Erol Erdogan
Arie van Eijden is een echte hoofdstedelijke Oos
terling. De Pretoriusstraat was in de jaren vijftig
zijn eerste stadion, met bomen en jassen als doel
palen. De oma van Wim Suurbier woonde aan de
overkant, Piet Keizer om de hoek en Johan Cruijff
was ook toen al overal bij.'Een bolweTk van aardige
voetballers. Daar kTeeg ik de liefde voor het spelle
tje,' memoreert Arie nu. Een tijd waarin de buren
nog 'tante' en 'oom' heetten en je alles samen
deed. Ook naar het stadion gaan.'Een vriendje van
mij was Wim Kuiper. Zijn vader had een confectie
zaak op de Nieuwendijk en was een van de eersten
die een Amerikaanse Chevrolet reed, in 1955. Gin
gen wij met de auto mee. Eerst naar de Weesper-
straat waar ze 's ochtends koffie dronken. Mochten
Wim en ik op het biljart zitten. Daarna gingen we
naar De Meer. We hadden natuurlijk geen kaartje,
dus we werden tussen de banken weggemoffeld.
Ik was een jaar of zes, zeven. Na afloop van de wed
strijd terug naar de kroeg en daar kregen wij ons
glaasje ranja. Dat was een feest.'
OP PROEF
Voetballen deed Arie niet alleen op straat. Stie
kem meldde hij zich als achtjarige bij buurtclub
DEC. Z'n vader, groenteman van beroep, zag hem
hollen, tussen de grote jongens en sleepte hem
aan z'n arm naar huis. Een jaar lang mocht hij
niet in de buurt van het sportpark komen. Op z'n
tiende jaar volgde een proefwedstrijd bij Ajax.
'M'n pa en opa waren zo trots als een aap. Opa
ging al jaren naar Ajax, in de jaren dertig naar het
houten stadion op het Christiaan Huygensplein.
Na de proefwedstrijd moest ik voor de ballotage
commissie komen, zo van: past hij wel binnen
onze club? En het paste schijnbaar. Eén jaar later
is ook mijn tweede broer Jan aangenomen. Dat
verhaal is legendarisch. Ik ben A.J. van Eijden en
hij is J.A. van Eijden. Het was duidelijk voor mijn
ouders dat hij na een jaar zou worden afgevoerd.
Maar ze hadden in de brief de voorletters ver
draaid. Ondergetekende was volledig in mineur.
Maar het werd snel hersteld.'
De ijverige HBS-leerling Van Eijden, inmiddels
woonachtig in Geuzenveld, fietste iedere dag een
uur naar de training. Met de hulp van z'n broers,
die z'n boekentas op het schoolplein kwamen
omruilen voor z'n sporttas. 'Mijn broers zeggen
nog wel eens gekscherend: "Wij zijn stil blijven
staan in onze carrière omdat jij zo nodig moest.'"
Direct na zijn eindexamen kreeg Arie in 1965 z'n
eerste semi-profcontract. 'Ik debuteerde bij de
opening van de overdekte Reynoldstribune, tegen
Stoke City. Als rechtsachter, met Barry Hulshoff als
voorstopper en verder met Gert Bals, Henk Groot,
Sjaak Swart, Piet Keizer.' Er volgende nog twee
duels in het eerste, tegen Sparta en tegen ADO.
Een robuuste rechtsachter noemt Arie zichzelf,
'maar wel met techniek in het vaandel. Een mooie
sliding, daar was ik niet vies van. Een beetje als
Ger van Mourik. Maar ik was geen schopper. Dat is
ook niet des Ajax.'
Een ingeklapte long betekende het einde van Arie
als mogelijke rechtsback van Ajax. Als militair
deed hij in juni 1966 een test voor sportinstruc-
teur en kreeg het benauwd. Alles bij elkaar was
Arie anderhalf jaar uit de roulatie. Hij woog nog
maar 48 kilo, en Johan Cruijff en Piet Keizer
bezochten hem in het ziekenhuis. 'Met kroketten
en handgemaakte bonbons. Je wilt niet weten
wat ik door elkaar heen vrat. Voor die mistwed-
strijd tegen Liverpool had ik een tv geregeld. Ze
vroegen of ik me wel rustig wilde houden:"U gaat
toch niet springen?" Ik had daar op dat veld in het
Olympisch Stadion kunnen staan, maar het
mocht niet zo zijn.'
OME JAN
De toekomst van Arie moest een nieuw perspec
tief krijgen. Op de verjaardagen was daar altijd
ome Jan. En deze heer, keurig in het pak, was ver
koopmanager bij de Koninklijke. Dat vond Arie
mooi, ome Jan obsedeerde hem zelfs een beetje.
En na een paar keer solliciteren lukte het: Arie kon
aan de slag bij Shell Nederland Verkoopmaat
schappij. En het voetballen? Arie: 'Ajax verkocht
mij aan RCH in Heemstede, voor kapitale bedrag
van 6.000 gulden. De brief van bestuurslid Jan
Westrik heb ik nog. Ik werd aanvoerder van de
snelste verdediging van Heemstede, we kregen
veel penalty's tegen.'
Na twee jaar eerste divisie kon hij het semi-prof-
schap niet meer combineren met z'n carrière bij
Shell. Hij ging lekker met vrienden bij de ama
teurs van Ajax 3 voetballen.
Bij Shell coördineerde Van Eijden de managers van
de benzinestations en hielp hen de boel draaiende
terug te zien in de clubkas. Nieuwe wegen waren
nodig. Het eerste sponsormodel kwam. Van
Eijden: 'Samen met bureau Inter Football zetten
we een advertentie in de Adformatie:"Word spon
sor van Ajax en gebruik onze naam, ons logo en
het collectief van Ajax om uw commerciële bood
schap aan de man te brengen/'Vanuit de gedachte
dat Ajax toegevoegde waarde heeft voor hun
boodschap.' Ajax begon met businessstoelen en
produceerde een gelikte brochure die nooit is
gebruikt. Mond-op-mond-reclame was genoeg.
De club liep in de jaren tachtig nationaal voorop
met shirtreclame, skyboxen en sponsoring. Van
Eijden was erbij en voerde uit, zeven dagen per
week, vaak tot 's avonds laat. Dochtertje Kim onder
de bar in het spelershome; dat werk.
Begin 1986 ontstonden er problemen met Inter
Football. Het bureau had te veel invloed en kostte
te veel geld. 'Arie, wil jij dat niet gaan doen?' was
de vraag van collega-bestuurders. 'Hoezo, dat
werk doe ik toch al?' antwoordde hij.'Ik ben er in
het gezin maar niet over begonnen. Na drie
maanden besloot ik het te gaan doen. Thuis
waren ze niet blij. Toen ik het aan Pieter Berkhout
vertelde van Shell, was hij tien seconden stil. Hij
zei: "Het heeft ons nog verbaasd dat het zo lang
heeft geduurd. Je krijgt een returnticket voor vijf
jaar." Dat had-ie drie maanden eerder moeten
vertellen, dan had ik drie maanden wél geslapen!
Een enorme beslissing, want ik ging van een
enorme zekerheid naar een immense onzeker
heid.' De eerste professional in een vereniging
met vrijwilligers, dat was niet makkelijk, beaamt
Van Eijden.'Ik merkte gewoon dat ik anders werd
bejegend, anders bekeken. "Je moet je mond hou
den, wij hebben je aangesteld." Zo voelde ik het.
Hoewel al die mensen nog gewoon bij mij thuis
kwamen.' Keihard werken was het, van het bestel
len van graszaad tot het commercieel uitbaten
te houden. Een baan met vrijheid, veel onderweg,
weinig op kantoor. Later werd zijn handelsgeest
verder gestimuleerd: Arie ging grote partijen olie
in-en verkopen, vanuit een in Nederland nog prille
marketinggedachte. Ajax, waar hij in 1977
bestuurslid amateurszaken werd, zorgde voor
goede contacten: 'De burgemeester tutoyeerde ik
in die tijd al. Daar heeft Shell baat bij gehad.' Zijn
bestuursfunctie volgde na drie jaar ledenraad.
'Het eerste jaar deed ik 'n keer mijn mond open. Ik
was met 27 jaar een van de jongste en dacht dat ze
mij maar een kwibus vonden. Maar na die eerste
opmerking volgden er meer.'
RETURNTICKET
Ajax had in 1977 meer last dan lust van het gou
den recente verleden, vooral financieel. De grote
periode met drie Europa Cups op rij was niet
van de naam Ajax.'Er was een lange discussie met
de ledenraad toen de naamstelling van mijn
functie ter sprake kwam. Ik was algemeen direc
teur, zeiden ze, want je bent de baas van de tech
nische directeur, dat was toen toevallig Johan
Cruijff. Ik zei: "Dat moeten we vooral zo naar bui
ten brengen!" Toen hebben we er directeur Alge
mene Zaken van gemaakt.' En Arie van Eijden
bleef directeur. In 1991 werd het commerciële
zaken in plaats van algemene zaken, maar hij was
nog steeds een soort manusje-van-alles, met
grote verantwoordelijkheid. Zijn sterkste wapens:
gezond verstand, betrokkenheid en een enorme
inzet.
Als verdediger van Ajax 1 (midden) in het seizoen
1965-1966, tegen Sparta. Klaas Nuninga (links) deed
ook mee.
lËÉÉi
JT *k* i
mxmSKi