John van den Brom evalueert Jong Ajax:
21 mei 2005 NUMMER 19 Ajax Life
'Het gaat om die vier spelers
AMSTERDAM - "Hectisch", zo omschrijft John van den Brom het afgelopen jaar. De 38-jarige
Amersfoorter volgde Marco van Basten en John van 't Schip op als trainer van Jong Ajax en
nam en passant halverwege het seizoen de taak van Danny Blind als coach van de Ai op zich.
In Ajax Life blikt Van den Brom terug op zijn eerste jaar op De Toekomst.
Door Daan Schippers
„Druk, druk, druk." John van den Brom verzucht
het al na afloop van Jong Ajax-Jong RKC Waalwijk:
„Ik weet niet eens meer hoe m'n agenda er uit
ziet." Jong Ajax heeft zojuist met 2-2 gelijkge
speeld en daardoor de titelkansen danig zien slin
ken. Van den Brom baalt. Het kampioenschap van
de Beloftencompetitie is nog niet helemaal verge
ven, maar het lot ligt inmiddels in handen van
naaste concurrent Feyenoord, dat een véél beter
doelsaldo heeft. Op het moment van schrijven
was de afloop van de titelrace nog onbekend.
Tien punten verloren de Amsterdammers in de
laatste zes wedstrijden, na een uitstekende sei
zoenstart. Van den Brom baalt nog maar eens
even, maar verschijnt toch voor de camera's van
AT5 en RTV Noord-Holland. Een allegaartje van
spelers verlaat in stilte de kleedkamer. Het pro
bleem waar Jong Ajax mee kampt, wordt direct
zichtbaar: Pierre Tosch komt uit de zaterdagama-
teurs en Maarten Stekelenburg en Nicolae Mitea
uit de A-selectie. Het is slechts toeval dat er tegen
RKC geen jongens uit de Ai bij zaten. Het allegaar
tje aan spelers maakt één ding over Jong Ajax dui
delijk: het is geen hecht team.
Enkele dagen later, in de kantine van De Toekomst,
zit Van den Brom er alweer een stuk vrolijker bij.
En daar is - ondanks de onzekerheid over het
kampioenschap - alle reden toe. Maar liefst vier
spelers maakten dit seizoen de overstap van Jong
Ajax naar de A-selectie: Ryan Babel, Urby Emanu-
elson, Rasmus Lindgren en Hedwiges Maduro.
Twee daarvan (Babel en Maduro) werden zelfs al
opgeroepen voor het 'grote' Nederlands elftal. Een
topresultaat, want daar gaat het immers alle
maal om op De Toekomst. „Natuurlijk wil ik ook
dolgraag kampioen worden", zegt Van den Brom
na de lunch. „Niet per se voor mezelf, maar voor
de jongens is dat leuk en voor de club is het goed.
Aan de andere kant is het niet het belangrijkste.
Het gaat om die vieT spelers die we hebben over
geheveld naar het eerste elftal. Dat weegt bij mij -
en de gehele opleiding - véél zwaarder dan een
kampioenschap. Ik ben blij dat ik het laatste zetje
heb kunnen geven. Want ik heb maar een halfjaar
met die jongens gewerkt, hè. En sommigen lopen
al hun hele leven hier rond. Maar dat is het uit
eindelijke doel, dus als we daarin slagen, is dat
fantastisch."
De lunch die Van den Brom zojuist achter de kie
zen heeft, breekt zijn dag in tweeën, 's Ochtends
richt hij zijn pijlen op Jong Ajax, 's middags gaat
de aandacht uit naar de Ai. Van den Brom kwam
aan het begin van het seizoen bij Ajax als trainer
van het tweede elftal. Nadat (voormalig) hoofd
jeugdopleidingen en trainer van de Ai, Danny
Blind, Ronald Koeman opvolgde bij het eerste,
nam Van den Brom zijn taken erbij. Een dubbel
functie, die hem overuren bezorgt. „In de ochtend
probeer ik me bezig te houden met Jong Ajax,
maar dat lukt niet altijd. Soms komen dingen die
de A-jeugd aangaan 's ochtends al op m'n pad. Ik
heb dan zoiets van "wacht even tot na de lunch en
daarna richt ik me op de A-jeugd". Ik ben constant
aan het puzzelen: die speler hoort bij de Ai, die
hoort bij Jong Ajax en de jongens die overblijven
moeten meetrainen met het eerste. Qua planning
en organisatie is het erg hectisch. We zitten met
zowel Jong Ajax als de Ai nog met de belangrijkste
wedstrijden van de competitie. Het is dus ontzet
tend druk en heel hectisch. Maar aan de andere
kant wel leuk en leerzaam om mee te maken. Ik
probeer er heel rustig onder te blijven. In het
begin liet ik me snel gek maken want ik moest zelf
ook even m'n weg vinden. Er waren dagen dat ik
drie, vier keer op het veld stond. Dat was lichame
lijk haast niet vol te houden. Als ik nu terugkijk, is
het - denk ik - wel goed gelukt. Het mooie is, dat
het - ondanks alle drukte - toch heel leuk blijft."
ERVARING
Volledig blanco maakte Van den Brom aan het
begin van het seizoen zijn entree als oefenmees-
ter bij Jong Ajax. Eén seizoen als trainer van
Hoofdklasser Bennekom had hij er pas op zitten.
Maar toen Ajax aan de bel hing, was zijn keuze
snel gemaakt. In goed overleg met zijn vorige club
weTd zijn contract ontbonden en kon hij aan de
slag in Amsterdam. „Ik ben hier begonnen met
m'n eigen ideeën over voetbal. Natuurlijk hoef
den ze me weinig te vertellen over de manier
waarop Ajax speelt, maar de structuur van de
opleiding was nieuw voor me. Maar toen ik hier
iedere dag rondliep, leerde ik heel snel. In dat
opzicht heb ik ook veel aan Fred Grim gehad,
omdat hij wel al wist hoe het er in de opleiding
aan toe gaat. Het klikt tussen Fred en mij. Sinds
we samen hebben gespeeld in 1994 - overigens
één jaartje maar - hebben we altijd contact
gehouden. Niet dat we de deur bij elkaar plat lie
pen, maar op de momenten dat we elkaar zagen,
was het altijd leuk en gezellig. Het mooie vond ik,
dat het meteen weer heel vertrouwd was bij Ajax.
John van den Brom geeft aanwijzingen.
Ook de omgang met andere jongens waar ik nog
mee heb gespeeld."
Waar zijn voorgangers Marco van Basten en John
van 't Schip opgegroeid zijn bij Ajax, moet Van
den Brom het hebben van slechts twee seizoenen
in Amsterdamse dienst. Hij sleet de meeste van
zijn voetballende jaren bij Vitesse. „In eerste
instantie zoekt Ajax naar trainers die als speler
Ajax gehaald hebben, op wat voor manier dan
ook. Wie vervolgens ook nog eens in staat is de
filosofie van Ajax over te brengen - en daar als
trainer achter staat, zoals mijn persoontje in dit
geval - dan woTdt dat zéér gewaardeerd. Maar het
is geen must, het is vooral mooi meegenomen. Ik
heb één jaar ervaring als trainer, heb zeifin mijn
carrière verschillende trainers gehad en weet dus
hoe het anders kan. Al die ervaring heb ik in m'n
achterhoofd meegenomen toen ik hier afgelopen
jaar begon. Ik heb nog een week tijdens de trai
ning meegelopen met Van Basten en Van 't Schip.
Dat was vooral observeren, kijken hoe de groep er
uitziet en wie er naar elkaar toe trokken. Die week
heb ik gebruikt om te kijken en te luisteren, ook
naar de trainers. Want dat vond ik heel bijzonder
en leerzaam."
Jerghinio Sahadewsing duelleert met oud-Ajacied Randy Rustenberg (nu RKC Waalwijk).
De groep die Van den Brom onder zijn hoede
kreeg, kende veel verrassingen voor de nieuwbak
ken oefenmeester. Slechts één wedstrijd zag hij
Jong Ajax in actie voordat hij zijn handtekening
onder een verbintenis zette. De spelers die al
minuten hadden gemaakt in de Ere- en Eerste
Divisie kende hij al: Kiran Bechan, Cedric van der
Gun en Nourdin Boukhari. De rest van de groep
was nieuw voor hem en veel van hen zou hij niet
lang meemaken. Hij startte met een volledige
selectie, die langzaam maar zeker uitdunde. Zo
vertrok Bechan al snel naar FC Groningen, Van der
Gun naar ADO Den Haag en Jerold Promes naar
RKC Waalwijk. Het zouden niet de enigen zijn die
dit seizoen zouden weggaan. Stanley Aborah (tij
delijk), Ryan Babel, Hedwiges Maduro, Rasmus
Lindgren en Urby Emanuelson werden ergens in
het seizoen bij de A-selectie gehaald, terwijl Robin
Muller van Moppes langdurig geblesseerd was.
I Van den Brom moest vaak noodgrepen toepas-
1 sen: spelers uit de Ai inpassen of zelfs uit de zater-
I dagamateurs.
I
I „Dat is niet prettig werken. Om écht goed te trai-
nen, zijn toch 16 of 17 man nodig. Bij Bennekom
had ik een vaste groep van 22 spelers en wist ik
dat ik elke training minimaal 18 of 19 jongens tot
mijn beschikking had. Ik kan me voorstellen dat
het voor de spelers ook vervelend is. Met zeven
man is een fantastische training óók wel moge
lijk, maar als dat te lang duurt, is het niet goed
voor ze. Dat is ook een belangrijke reden voor onze
terugval in de slotfase van het seizoen. Dat, plus
het overvolle programma dat het gevolg is van
het feit dat we in februari en maart - vanwege
afgelastingen - nauwelijks hebben gespeeld.
Omdat we zoveel wedstrijden moesten spelen,
waren we ook wel eens tegelijkertijd op pad met
het eerste elftal. Op een gegeven moment moes
ten we met Jong Ajax naar Twente-uit. We had
den twee schorsingen en ook nog eens veel bles
sures. Met jongens uit de zaterdagamateurs en
uit de A-jeugd - die ook een zwaar programma
hebben - had ik precies elf man. Misschien heb-