LaPercbeaOr Snelle goals en een Ajax-hart Bob ontmoet Loek den Edel mmmm.Q|PPPIR1 A 'MN.fo Loek en Bob bladeren samen door hun Ajax-archief. AMSTERDAM - Samen hebben ze al 142 jaar een Ajax-hart. Bob Haarms (71) en leeftijdsge noot Loek den Edel doorliepen gezamenlijk de jeugdopleiding van Ajax, stroomden door naar het eerste elftal en werden kampioen van Nederland. In La Perche d'Or namen ze die mooie jaren nog eens door. Door Amout Verzijl Toen Danny Blind bij Lucky Ajax kennis maakte met Loek den Edel, vroeg de kersverse Ajax-trainer bem "Bent u ooit niet spits geweest? Joban (Cruijff, red) sprak altijd over u". Het zijn woorden die Loek den Edel nooit meeT zal vergeten. De goaltjesdief speelde op 12 december 1954 zijn eerste wedstrijd in Ajax 1. Exact 101 competitiewedstrijden en 55 goals later vertrok bij, in maart 1959, uit Amsterdam. Zijn voetbalcarrière bracbt hem elders, maar zijn hart bleef in Amsterdam achter. De band tussen Bobby en Loek dateert van veel eer der. In 1945 werd Loek den Edel lid van Ajax, Bob volgde twee jaar later. Samen kwamen ze, bij de aspiranten, bij elkaar in het elftal terecht. „In 1943, ik was toen tien jaaT oud, trainde ik al mee bij de jeugd van Ajax. Wedstrijden werden er vanwege de oodog niet gespeeld, dus ik kon en mocht pas twee jaar later lid worden. Daarvoor moest ik me wel eerst bij de ballotagecommissie melden. Pas nadat die goed keuring had gegeven, mocht ik echt bij Ajax komen spelen", zegt Den Edel. Hij werd geboTen in Boskoop. Toen hij vijfjaar oud was, verhuisde het gezin, waaT- van vader vrachtwagenchauffeur was, naar Amster dam. Eerst woonden ze in de AfrikaneTbuurt. Later verhuisden ze naaT het Sumatraplantsoen. Het voet ballen zat hem in de genen, zo bleek al snel. Bob Haarms werd in 1947 lid van Ajax. Hij woonde tegenover De MeeT en is feitelijk geboren als Ajacied. Als kleine jongen gooide Bob de ballen terug die de Ajax-spelers in de sloot schoten. Nadat ook hij met succes door de ballotagecommissie was gekomen ("Met twee wooTden spreken en er keurig uitzien"), weTd Bob officieel Ajacied. Al bij zijn eerste training leerde hij de inhoud van het woord discipline kennen. „Trainer Jack Reynolds zei dat niemand de bal meer mocht aanraken, als hij gefloten had. Maar wat deed deze domme ezel?" zegt Haarms met enige zelfspot. „Reynolds floot en ik trapte de bal nog even weg. Twee seconden later stond ik al onder de douche. Ik was bang dat ik nooit meer bij Ajax terug mocht komen." Niet veel later werkten Bob en Loek zelfs voor dezelfde baas, de firma RSK. Loek: „Dat was een expeditiekantoor. Ik zat bij de boekhouding en Bob werkte op kantoor." „Net wat voor mij", gTapt Bob meteen. „Bob deed de inklaring bij Arie de Wit. Voor sommige goederen die ingeklaard moesten wor den, moest-ie naar de Oost-Indische buurt om pas poorten te laten stempelen." „Klopt", herinnert Bob. „Dat was achteT Artis. Maar ik was voot dat soort werk veel te wispelturig, dus ben ik bij een tabaks hop gaan werken. Er was in Amsterdam een grote afslag van tabak uit Java en Sumatra. Gelukkig kon ik later semi-prof worden bij Ajax." Engels en Nederlands. Tegen de moeders van wat kleinere jongetjes in de jeugd zei Reynolds altijd "Iedere avond bruine (spreek uit brauwne, red) bonen eten". Ajax werkte vroeger voornamelijk met Engelse trainers. Hun invloed op de speelstijl is dui delijk." Walter Crook is de favoriete trainer van Loek den Edel, terwijl Bob hoog opgeeft van Jack Rey nolds. In die tijd 'deed' een trainer alle teams. De aspiranten 5, de categorie van 12 tot 14 jaar en de Heracles, in Ajax 1. Loek speelde voor het eerst in december 1954 voot Ajax 1. De Amsterdammers namen het thuis op tegen Be Ouick. „Ik denk dat die wedstrijd meteen ook m'n meest memorabele wed strijd is geweest. Ik maakte drie doelpunten. Als debu tant!" Ajax won met 5-1. Den Edel voert sindsdien het lijstje met meest scorende debutanten in het Betaald Voetbal aan. Maar ook is hij houder van nóg een uniek record. Op 18 december 1955 maakte hij tegen Excel sior de snelste hattrick ooit. „Volgens het clubblad van Ajax maakte ik drie goals in twee minuten, maar dat klopte niet helemaal. Het waren er drie", lacht Den Edel. „Dat record staat nog steeds en het zal niet een voudig zijn dat te verbreken in het huidige voetbal." Ajax versloeg Excelsior destijds met 4-6. Een jaar later greep Den Edel opnieuw zijn kans om geschiedenis te schrijven. In het seizoen 1956/1957 zag de Eredivisie het licht. Ajax speelde in de eerste wedstrijd tegen NAC thuis en kwam al snel op een 1-0 voorsprong. Loek den Edel tekende voor - wat later bleek - de enige treffeT van de wedstrijd. Het zou tevens de eerste goal ooit gescoord in de Ere divisie zijn. Bob: „Loek was een echte goaltjesdief. Hij keek, maakte een actie en weg was-ie. Hij kon scherp pas seren en koppen. Net als Rinus Michels was Loek een uitstekende kopper. Als ik dé bal had veroverd, kon ik 'm altijd bij Loek kwijt. Of diep, of in de voeten." Loek: Bob was een heerlijke voetballer om mee te spelen, maar een moeilijke om tegenover je te heb ben. Hij was bikkelhard. Hij ging er echt voor. Ger van Mourik was ook zo'n type. We werden in het eerste jaaT van de Eredivisie, in 1957, kampioen van Neder land. Mijn enige titel bij Ajax 1. Bobby was er toen niet bij, vanwege een meniscusblessure. Later heeft hij er wel wat meer meegemaakt." Delflandplein 14,1062 HR Amsterdam, Tel: 020 - 615 46 29 Bij alle thuiswedstrijden van Ajax zondag open met live-muziek vanaf 17.00 uur. Ma. t/m vr. 12.00 tot 22.00 uur W r? aspiranten 1, van 14 tot 16 jaar. Maar ook de junioren in de leeftijdsklasse van 16 tot 18 jaar. In al die elftal len hebben Loek en Bob samen gespeeld. Ook doel man Eddy Pieters Graafland maakte deel uit van hun generatie. Bob debuteerde in 1952, uit tegen BLUBBER Ajax stond in dat kampioensjaar onder leiding van de Oostenrijker Karl Hummenberger. Volgens Den Edel de eerste tTainer die écht aan teambuilding deed. „Karl was tactisch sterk. Hij zorgde ervoor dat Aiax Life nummer 18 2 mei 2005 I we bereid waren voor elkaar te werken. Een slechte pass kan nog een goede worden, als de ontvanger er iets goeds mee doet." Het seizoen i957/'58 zou ook een bijzonder jaar wot- den. Voor het eerst in de clubgeschiedenis speelde Ajax - als landskampioen - Europees voetbal. In de tweede ronde was Vasas Boedapest de tegenstander. Destijds glorieerde het Hongaarse voetbal in Europa. „Thuis speelden we 2-2 en dat hadden die Hongaren niet veTwacht.Tot tien minuten leidden we zelfs nog, ik meen met 2-1", haalt Den Edel op. De return werd een unieke ervaring. Den Edel heeft nog een exem plaar van een oud clubblad bij zich met daarop de elftalfoto van het team dat in het legendarische NEP- stadion tegen Vasas aantrad: „Hier staan Bob en ik naast elkaar Dit was een bijzonder moment. Twee jochies uit de eigen opleiding, die voor 70.000 uit zinnige mensen een Europa Cup-wedstrijd gaan spelen. Een prachtige ervaring! We waren best onder de indruk van die ambiance. Zij hadden het veld nat gespoten met water, waardoor het een echte blub- berpartij werd. De bal was ook veel te hard opge pompt. Toen onze aanvoerder daar wat van zei, som meerde de scheidsrechter er wat 'lucht uit te laten. Nou, die bal kwam nóg hardeT terug", aldus Loek. Ajax verlooT de retum met 4-0. „Het waren staats- profs, bijna allemaal militairen." Het Europese avontuur legde de jonge profs geen windeieren. Een ronde in de Europa Cup leverde 500 gulden op. De titel in 1957 werd zelfs gehonoreerd met 1.500 gulden, in die tijd zeer veel geld. „En dan hadden we nog een groep van rijke suppor ters die we 'het schaduwelftal' noemden", weet Den Edel. „Die schoven ons wel eens wat extra's toe. Zom aar! De regenjassenfirma Valken loofde ooit een regenjas per gescoord doelpunt uit. Met mijn treffers heb ik bet hele team van een nieuwe jas voorzien", lacht Loek. Bob: „In het begin van de prof competitie kregen we na ieder duel ons geld. Pen ningmeester Ferry Dukker had een kantoortje naast de kleedkamer. Later werd er per maand uitbetaald, de club hield automatisch 15% in voot de KNVB. Die bewaarde dat voor de belastingdienst." In 1959 kwam de basisplaats van Den Edel in het geding. Hij vertrok naar Alkmaar, waarmee hij direct promoveerde naar de Eredivisie. LateT bracht zijn loopbaan hem bij Vitesse en Limburgia. In het Lim burgse land is hij met zijn vrouw blijven hangen. „Totdat een jaaT of 13 geleden Lucky Ajax werd opge richt. Ik kwam weer in contact met jongens die ik in geen 30 jaar had gezien. Geweldig! Lucky Ajax is een mooie club, dankzij hen heb ik dit seizoen nog geen thuiswedstrijd gemist. Toen ik nog jong was, was er maar één club en dat was Ajax. Ik ben weggegaan, maar mijn hart is altijd in Amsterdam gebleven." ENGELS Loek den Edel tovert een oud exemplaar van Ajax- nieuws tevoorschijn. Het clubblad van de Amster damse voetbalvereniging heeft in 1948 een foto geplaatst waarop trainer Walter Crook een groep jonge jongetjes traint. Beide gesprekspartners staan er aandachtig luisterend op. „Mijn eerste trainer was Jack Reynolds", vervolgt Den Edel. Hij trainde de hele club. In 1948 werd hij opgevolgd door Crook, hoewel Reynolds er ook nog steeds was. Crook was een fijne trainer, maar had eT grote problemen mee dat niet hij, maar de elftalcommissie de teams mocht samenstellen. Die commissie bepaalde de opstelling. Crook en Reynolds spraken een mix van De doelman van Excelsior is Loek den Edel te snel af. Toch zou de Ajax-spits in dit duel de snelste hattrick ooit in het betaalde voetbal produceren.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2005 | | pagina 5