Vanaf De Toekomst: Arnold Muhren
Ajax tactisch, technisch en mentaal veel sterker dan Feyenoord
2 MEI 2005 NUMMER 18 Ajax Life
Ajax heerst in De Kuip
ROTTERDAM - Vooraf hadden niet velen verwacht dat het verschil tussen Ajax en Feyenoord
zo groot zou zijn, als twee weken geleden in De Kuip bleek. Ajax domineerde go minuten
lang, slikte desondanks twee tegengoais, maar boekte uiteindelijk een meer dan terechte 2-3
overwinning. Een zege die deed denken aan goede oude tijden.
Door Arnout VeTzijl
Het was alweer even geleden dat Ajax voor het
laatst de aartsrivaal uit Rotterdam alle hoeken
van het veld had laten zien. In de jaren negentig
wilde Ajax nog wel eens met een doelpuntje of
vier, vijf verschil winnen, maar recentelijk eindig
den de meeste onderlinge confrontaties in een
gelijkspel of een krappe zege voor één van de
ploegen. De prognoses voor de aftrap wezen dan
ook weer in de richting van een dergelijke score. In
de jacht op AZ, dat op dat moment op de tweede
plaats stond, kónden en móchten beide teams
niet tegen een zeperd aanlopen.
Feyenoord-trainer Cullit koos voor het in Italië
geliefde catenaccio als tactisch strijdplan van zijn
club. Veel mensen - bijna iedereen - achter de bal
en maar hopen op een briljante ingeving van het
spitsenduo Kuyt/Kalou. Feyenoord speelde angst-
hazenvoetbal van de bovenste plank en die spel
opvatting leverde nog bijna succes op ook. Tot
twee maal toe nam de thuisclub een voorsprong,
waardoor het duel een onterechte winnaar leek te
krijgen. „FeyenooTd beschikt voorin over uitzon
derlijke kwaliteiten. Dankzij de individuele klasse
van Kalou en Kuyt zullen ze altijd kansen creëren
en dat gebeurde vandaag ook. We hebben gepro
beerd de aanvoerlijnen naar Feyenoords spitsen-
koppel af te snijden door een centrumverdediger
'ervoor' te zetten en dat heb ik teruggezien in de
wedstrijd", aldus een opgeluchte Danny Blind na
afloop.
De positieve spelopvatting van Ajax resulteerde
in langdurig balbezit. Ajax' trainer noemt het
graag "het gecontroleerd rond laten gaan van de
bal". Met rust in het spel, maar niet te langzaam.
De uitvoering tegen de Rotterdammers stemde
tot tevredenheid. Zelfs zó zeer, dat Blind ook met
een nederlaag van 2-1 genoegen had genomen.
Tien minuten voor tijd scoorde Duk Kuyt uit een
Vreugde in het Amsterdamse kamp na de winnende treffer.
aanval, die eigenlijk geen kans was en leek Feye
noord daarmee naar de winst te schieten. Blind:
„Na de 2-1 rekende ik niet meer op de zege. Maar
omdat we als team heel goed hadden gespeeld,
had ik er mee kunnen leven. Ik heb dingen terug
gezien, die we op de trainingen hebben geoefend.
Als team hebben we heel goed gespeeld. We heb
ben van achteruit naar voren gedacht en daar
door het duel gedomineerd. Voor het team en de
club is dit een fantastische zege en vooral door de
manieT waarop die tot stand is gekomen."
Na de goal van Kuyt gooide Ajax nog eenmaal
alles op de aanval en dat resulteerde vijf minuten
voor tijd in de gelijkmaker van Zdenek Grygera.
Terwijl een ploeggenoot uit buitenspelpositie
terugkeerde, mikte de Tsjechische verdediger met
precisie naast de tweede paal. Buiten bereik van
doelman Babos sloeg de bal tegen de touwen: 2-2.
Ajax was halverwege de tweede helft al eerder
teruggekomen van een achterstand. Salomon
Kalou schoot zijn ploeg vlak na de hervatting naar
1-0. Nigel de Jong, op aangeven van Steven Pie-
naar, bracht beide ploegen weer op gelijke
hoogte.
Omdat de prima leidende arbiter René Temmink
slechts twee minuten extra tijd had geteld, leek
de wedstrijd in een gelijkspel te eindigen. Op het
moment dat Feyenoord in blessuretijd een corner
mocht nemen, trokken alle Rotterdammers mee
naar voren. Wat volgde was een zeldzame 'zee van
ruimte', net alsof het een duel in de Veteranen-
competitie betrof. Ajax veroverde de bal en in no-
time was deze aan de andere kant van het veld.
Invaller Anastasiou bediende een andere invaller,
Nourdin Boukhari, met een vlijmscherpe diepte
pass, waarna de aanvaller ongehinderd kon door
lopen in de richting van de 'vijandelijke zestien'.
Daar schoot hij te slap in en kon Babos zijn inzet
in eerste instantie keren. Omdat werkelijk geen
enkele Feyenoorder mee terug kwam, doken ook
nog eens Hatem Trabelsi en Hedwiges Maduro
vrij op in het strafschopgebied. De Tunesiër pikte
de rebound op, keek eens rustig om zich heen en
legde de bal vervolgens panklaar voor de voeten
van Maduro. Die dacht niet na en poeierde de bal
in de bovenhoek. Maduro: „Boukhari kreeg een
diepe bal en ik zette het op een sprinten. Bij cor
ners van Feyenoord moest ik hun verdediger
Gibbs afdekken in ons strafschopgebied. Toen ik
de middenlijn overstak, dacht ik nog "waar blijven
ze nou?". Even later kon ik 'm er zo inschieten.
Winnen in De Kuip is geweldig."
AMSTERDAM - Arnold Mühren werd vijf jaar geleden door Hans Westerhof bij de Ajax-oplei-
ding betrokken. De 53-jarige Volendammer traint dit seizoen onder andere de C2 van Ajax.
„Het moeilijkste jaar in de jeugdopleiding", aldus de 2ig-voudig Ajacied. Waarom dat zo is,
legt hij uit in deel 7 van de serie 'Vanaf De Toekomst'.
„Ik gaf Hans meteen aan dat ik het liefst met spe
lers zou willen werken in de leeftijdscategorie 10-
14 jaar. Die groep kan je het meest aanleren. Het
helpt natuurlijk enorm dat ik het allemaal zelf al
heb meegemaakt. Daardoor kan ik wel een beetje
inschatten wat kinderen prettig en leerzaam vin
den. Het is de kunst dat allemaal zo goed mogelijk
op de groep over te brengen.
Als jeugdtrainer heb ik een opvoedkundige taak.
Soms ben ik streng en soms een vaderfiguur Dis
cipline moet er zijn. Hoewel alle regels moeten
worden nageleefd, vind ik wel dat er ruimte moet
zijn voor een dolletje op z'n tijd. Spelers moeten
het leuk vinden om naar de trainingen en wed
strijden te komen en plezier uitstralen. Jongens
die we moeten aanduwen, zullen het nóóit
redden.
Als ik over de C2 praat, dan heb ik het in mijn ogen
over het moeilijkste jaar uit de opleiding. Aller
eerst is het winnen van wedstrijden niet langer
vanzelfsprekend, zoals dat in de Dl voor hen wél
het geval was. De fysieke verschillen zijn namelijk
enorm, vooral omdat de tegenstanders van de C2
twee jaar ouder - en dus sterker en sneller - zijn.
Onze spelers moeten daaT erg aan wennen. Ze
moeten proberen om zoveel mogelijk persoon
lijke duels te ontlopen. Dat kan door veel te bewe
gen en los te komen van een tegenstander. Spe
lers moeten doorschuiven, een man meer situatie
creëren en zo de tegenstander uitspelen.
Het voetbal wordt 'mannelijker' en de spelers (en
trainers) moeten daar goed mee omgaan. Er komt
nogal wat op ze af. Ze gaan vaker per week trai
nen, naar het voortgezet onderwijs, pubertijd,
groeiproblemen, komen later thuis. Natuurlijk
vind ik 'school' heel belangrijk. Sterker, als het op
school goed gaat, levert het voetbal ook geen pro
blemen op. De groeiproblemen zijn in de C-jeugd
een groot probleem. Ik heb zelfs een speler die
nog geen competitiewedstrijd heeft kunnen spe
len. Het is belangrijk om de jongens die weinig
spelen, wél het gevoel te geven dat ze bij de groep
horen.
Techniek staat centraal in de opleiding. Helaas zie
ik steeds meer kinderen achter computers zitten.
Dat is op zijn tijd ook nodig, maar het voetballen
leer je op straat. Alle topspelers zijn daar begon
nen. Ik probeer die straatsituatie via trainingen
weer terug te krijgen. Dribbelen, drijven, passen,
trappen, koppen, tweebenigheid, kappen en
draaien. Alles wat met technische vaardigheden
te maken heeft.
Als een speler een bal niet fatsoenlijk kan aanne
men, controleren en doorspelen naar een mede
speler, dan hoeft hij niet te gaan denken aan posi
tiespel. Ik stimuleer spelers om acties te maken,
want daarvoor komen mensen naar het stadion.
Spelers moeten eigenlijk niet meer naar
de bal kijken. Het moet automatisch gaan.
Een autobestuurder kijkt ook niet steeds
- naar zijn pedalen als hij gaat rijden.
Tactisch geef ik de spelers het nodige mee.
Ze moeten weten wat ze in een bepaalde
positie behoren te doen. Alles vanuit de
Ajax-speelwijze, met alle vrijheid die daar
bij hoort. Ik stop mijn spelers niet propvol
opdrachten, ze moeten zélf leren naden
ken en openstaan voor aanwijzingen van
de trainer Fouten maken is geen pro
bleem, maar een speler moet wel vooruit
gang boeken gedurende een seizoen. Als
de spelers de C1 halen, spelen ze weer
tegen leeftijdgenootjes. Niet alle 16 spe
lers van de C2 zullen Ajax 1 halen, maar wij
moeten er als technische staf alles aan
doen (ook al is het voor een andere club)
om spelers zich zodanig te laten ontwik
kelen, dat ze kans maken om hun droom
te realiseren. Het is een lange weg met
pieken en dalen, maar als er één club in de
wereld is die meer 'eigen jongens' in zijn
selectie heeft, dan zou ik dat graag willen
weten. Die bestaat volgens mij niet. Dat moet
voor alle jeugd van Ajax een extra stimulans zijn,
om er echt alles aan te doen (en te laten). Als hen
dat lukt, mogen spelers, ouders en iedereen die
werkzaam is binnen de opleiding, tevreden zijn."
I
Steven Pienaar was vaak ongrijpbaar voor de Rotterdamse defensie.