Bob ontmoet Pirn van Dord LaPeroe ^—^onzaled 5 1 Ajax Life nummer 12 5 februari 2005 0900-4393554 www.gonzales.nl Relativeren en revalideren AMSTERDAM - Pim van Dord (51) maakte Bob Haarms mee als trainer en als collega. De twee voelden elkaar op het laatst blindelings aan en haalden heel wat Ajacieden uit de lappen mand. Een bijzondere ontmoeting tussen twee bedreven clubmensen over Cruijff, strafschop pen, kots, een protesterende achillespees en 'Erik'. Door Sander Zeldenrijk Van Dord is nog maar net aangeschoven of zijn oog valt al op een foto van de kampioenswed strijd tegen FCVolendam uit het seizoen 1994?'95- Vrijwel tegelijkertijd met Haarms roept het herin neringen op aan de Champions League-finale in Wenen. „Frank Rijkaard kampte destijds met een blessure. Ik weet nog goed dat Louis iedereen van wege het drukke programma in de aanloop naar die finale vier dagen vrijaf gaf. Maar wij trainden in die periode met Frank door om hem op tijd fit te krijgen. Hij zette alles op die finale en kon uit eindelijk ook spelen. Frank was in die wedstrijd heel belangrijk. Vooral in de rust." Ajax had het die 24ste meiavond immeTS moeilijk tegen AC Milan. Ook al waren de Italianen dat sei zoen al twee keer verslagen, de eerste helft in het Ernst Happel Stadion kwamen de Amsterdam mers moeizaam dooT. In de rust kreeg een (toen ook al) eigenwijze Seedorf het nodige commen taar, omdat hij zijn taak niet goed uitvoerde. De middenvelder lag op de massagetafel, werd over laden met kritiek, maar trok zich van niemand iets aan. Totdat Rijkaard opstond en hem tot de orde riep. Pas toen kon Van Gaal zijn tactiek voor de tweede helft overbrengen. Seedorf deed na de pauze echter nog steeds niet wat er van hem ver langd werd en mocht al snel naar de kant. „Frank deed dat alleen maar omdat er iets móest gebeu ren", zegt Bob. „Na afloop was echter alles verge ven en vergeten en zaten ze samen bij de NOS. Toen lag Frank's hand vriendschappelijk op de dij van Clarence." Ruim 20 jaar eerder - in de tijd van Cruijff - maakte Pim van Dord ook al eens zo'n uitbrander mee. Destijds als jochie van 19.Tijdens een trainingspar tijtje van Ajax 1 tegen de Beloften vormde hij - samen met Horst Blan kenburg (toen 28) - het centTale verde digingsduo. „Maar Horst ging steeds aan de wandel, waardooT ik in een twee-tegen-één-situatie kwam te staan en steeds één aanvaller moest kiezen. In de rust kwam Johan naar me toe en vroeg "wat gebeurt er allemaal daarachter?" Ik legde het uit en toen zei hij "je moet gewoon bij je eigen man blijven, dan kan ik hém op z'n flik ker geven". Dat deed ik en vervolgens ging Blankenburg uiteraard weeT aan de wandel. Nou toen gaf Cruijff me toch een uitbrander aan Blankenburg. Die is de hele tweede helft niet meer oveT de middellijn gekomen. Dat was typisch Johan. Als het nodig was, gaf hij iedereen op z'n flikker. Ongeacht De naam Cruijff zal tijdens de ontmoeting in La Perche d'Or nog vaker vallen. Als trainer zorgde 'Jopie' eT hoogstpersoonlijk voor dat Haarms - na ging. „In die tijd waTen er veel meer elftallen en speelden veel Amsterdamse clubs op hoog niveau (Blauw Wit, De Volewijckers, DWS en Ajax, red.), dus het aantal aanmeldingen bij Ajax was minder dan nu. Ik moest toen voor een commissie van drie man verschijnen. Ik heb geen flauw idee meer wie daar in zaten. Uiteindelijk moest ik in een training laten zien waarom ik bij Ajax behoorde te voetballen, terwijl ik dacht dat ik al was aangenomen na dat gesprek. Ik heb nooit beseft hoe belangrijk die training was, maar uitein delijk namen ze me alsnog aan." Zodoende mocht de MokummeT zich, samen met Gerrie Kleton en Ger ard van der Lem, vanaf 1963 jeugdspeler van Ajax noemen. Zes jaar later kwam aanvoerder Van Dord voor het eerst in aan raking met de trainer van de reserves, Bob Haarms. „Hij was op dat moment - binnen en buiten het veld - de beste. En die maak ik dan aanvoerder. Ik hoefde niet te kiezen." Van Dord onthult dat hij destijds een beetje bang was voor Haarms. „Bob stond altijd te bulderen op het veld en dan hoorde ik van anderen steeds "dat is een strenge man waarbij je keihard moet trainen". Ik werd dus eigenlijk al een beetje op hem voorbereid. Ik had meteen het idee "het makkelijke jeugdleventje is voorbij"." Delflandplein 14,1062 HR Amsterdam, Tel: 020 - 615 46 29 Ma. t/m vr. 12.00 tot 22.00 uur een kortstondig uitstapje naar FC Volendam - weer terugkeerde bij zijn enige echte liefde. In datzelfde jaar was Van Dord via voorzitter Ton Harmsen en Lou Bartels als parttime fysiothera peut in Amsterdam neergestreken. „Johan belde me op met de vraag "heb je nog zin?". "Ik ben er al", antwoordde ik toen met tranen in m'n ogen", aldus HaaTms. Datzelfde jaar regelde Cruijff voor Van DoTd een sponsoTauto en typte hij hoogstper soonlijk - met twee onwennige typevingers - het arbeidscontract van Haarms. Van Dord is met 174 officiële duels in Ajax 1 met afstand de meest 'roodwitte Ajax-fysio'. Als 10- jarig jochie schreef hij een brief aan de vereni- Van Dord moest in het begin wel even wennen. „De trainingen waTen fysiek zwaar, maar ik groeide er gewoon vanzelf in. Ajax had destijds natuurlijk een geweldig niveau. Vergeet niet dat wij net ondeT een elftal zaten met spelers als Cruijff, Keizer, Swart, Neeskens, Haan, noem maar op. Dat was de absolute wereldtop! Het was nogal wat om die laatste stap te kunnen zetten en daar voor stoomde Bob ons klaar. In de tweede week ondeT Haarms lag ik te kotsen in de sloot, omdat ik - voor het eerst op mezelf - te laat had gegeten vooT de training. Ik was niet de enige, maaT het geeft wel aan hoe zwaar Bobs trainingen waren. Hij had het vermogen om, ook later tijdens zijn revalidatietrainingen, tot het gaatje te gaan, zon der die te overschrijden. Dat is feeling; niet te leren en Bob heeft dat altijd gehad." Uiteindelijk debuteerde Van Dord op 8 september 1973 in de thuiswedstrijd tegen FC Twente (1-1, red.). De Mokumer zou in totaal maar liefst 177 maal het officiële Ajax-shirt dragen, meer dan bij voorbeeld Marco van Basten, Simon Tahamata en Johnny Bosman. Vanwege een slepende achilles- peesblessure kreeg hij in de zomer van 1980 het advies van wijlen clubarts John Roling een punt achter zijn actieve loopbaan te zetten. Gevraagd naar zijn hoogtepunt bij Ajax ant woordt Van Dord: „Ivic moest in 1976 een hele nieuwe ploeg opbouwen na de gloriejaren in het begin van de jaren zeventig. Die man was zo beze ten. Hij werkte met allemaal groentjes zoals Schoenaker, Dusbaba, Tscheu-la Ling, Arnesen, Tahamata. Ivic - bijgenaamd 'Die kleine' - moest met al die broekies aan de slag en deed dat op een geweldige wijze. Hij speelde met een dubbele ausputzer. Eigenlijk was het gewoon een 'vijf-sys teem' dat de Duitsers speelden, waaTbij de backs veel opkwamen en we in feite maar met drie man achterin stonden. Het seizoen erop stonden we ook maar met drie man te verdedigen in plaats van vijf. Dat begrepen de tegenstanders toen niet. In het tweede jaar bereikten we de kwartfinale van de Europacup, waarin we tegen Juventus speelden. De hele ontwikkeling van ons groeps proces vond ik een hoogtepunt. Dat ik een penalty miste in de strafschoppenreeks tegen datzelfde Juventus is meteen mijn dieptepunt." Door een achillespeesblessure kwam de loopbaan van de verdediger tot een vrij abrupt einde. „Men had niet ontdekt dat mijn achillespees gescheurd was. Dat was mijn grootste probleem. Ik heb daar achteraf dus véél te lang mee doorgelopen. Explo sief trainen, kon ik niet meer." Bob: „Het lullige was dat hij op het punt stond om genomineerd te worden voor het Nederlands elftal dat tegen Oost-Duitsland zou spelen." Zijn stageperiode als fysiotherapeut werkte ver zachtend. „Ik had het voordeel dat ik naast het voetbal nog mijn studie fysiotherapie had. Ook al was ik er een jaartje mee gestopt omdat ik druk aan het revalideren was. Ik rommelde al ander half jaar met die blessure en hield er rekening mee dat het zo langzamerhand wel eens afgelo pen kon zijn. In de zomeT van 1980 ging ik stage lopen bij Heliomare in Wijk aan Zee. Dat was heel fascinerend omdat ik daar werkte met mensen met enorme handicaps. Laat ik het zo zeggen: dan stelt een achillespeesblessure zoals de mijne niet zo heel veel voor. Die mensen konden soms niet eens hun bed uit en weTden alleen een paar keer per dag omgedraaid. Ik deed bijvoorbeeld ook oefeningen met kinderen die spasmes hadden." Uit die periode leerde Van Dord 'Erik' kennen. „Hij was AZ-supporter en die presteerden toen heel goed. Dan kwam hij iedere ochtend binnenstrom- pelen op zijn fietsje, een driewieler. "Hé, AZ heeft weer gewonnen", riep hij dan. Erik had een vriendje met een evenwichtsstoornis. Die liep altijd met een helm op. Op een moment - m'n stage zat er bijna op - hoorde ik van een begelei der dat het Erik's grootste wens was om eens tegen mij te voetballen. Die begeleider speelde toen met Enk tegen mij en z'n vriendje. Ik denk dat we 10 minuten voetbalden en daann viel die jongen geloof ik wel 30 keer. Ik dacht zelfs "we kunnen beter stoppen", want ik wilde geen groot ongeluk op m'n geweten hebben. Een dag later kwam zijn moeder naaT me toe om te vertellen dat het de mooiste dag uit zijn leven was geweest. Waar heb je het dan nog over als je het over een achillespeesblessure hebt? Ik ontmoette hem later nog een paar keer. Zat hij tijdens de succesjaren van Ajax in het Olympisch Stadion. Kwam ik hem daar weer tegen." Lees veTder op pagina 15. V BARBECUE RESTAURANTS

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2005 | | pagina 5