Tegen alle voetbalwetten in
LaPeroe dOr
Bob ontmoet Wim Jonk
STAURA
J u J! LJTÏ
Ajax Life nummer 5 25 september 2004 I
r
AMSTERDAM - Wim Jonk, van 12 oktober 1966, was een begenadigd voetballer. Zoals eigenlijk
ieder Volendams talent, was hij gezegend met een verfijnde techniek en een surplus aan
inzicht. Het bracht hem een glorieuze carrière met als hoogtepunt de winst van de UEFA Cup
in 1992. Bob Haarms maakte Jonk van kleins af aan mee.
Doot Arnout Verzijl
"SI
Wim vertelt aan Bobby hoe het nu precies gelopen is.
Niet veel mensen weten, dat Bobby Haarms hal
verwege de jaren tachtig enkele jaren niet bij Ajax
werkzaam was. Uiteraard was dat niet Bobby's
keus, maar sommige dingen in het leven lopen
nou eenmaal niet zoals gepland. En zo kon het
dus gebeuren dat Haarms destijds rondliep op de
velden van FC Volendam. Hij leidde het eerste elf
tal en hield, uiteraard, de ontwikkeling van de
plaatselijke jeugd goed in de gaten. Want het
dorp aan de oevers van het IJsselmeer staat
bekend om zijn talentvolle voetballers. Haarms
nu: „Als eT in Volendam een jongetje wordt gebo
ren, gaat die een paar jaar later op voetbal. Komt
er een meisje ter wereld, gaat die op handbal of
een andeTe sport. Om de één of andere reden
loopt daar altijd veel talent rond. Toen ik er
werkte, was dat ook het geval. Ik ging vaak bij de
jeugd kijken en daar ontmoette ik Wim voor het
eeTst. Hij was een wat iele voetballer, maar kon
het spelletje al perfect 'lezen'."
Wim: „Een jongetje van vijf of zes jaar oud gaat bij
ons inderdaad 'gewoon' op voetbal. Dan spelen ze
in een soort minicompetitie Ajax tegen Feye-
noord, prachtig hoor. Tegen de tijd dat ze 12 jaar
zijn, valt een te groot aantal talenten - om ver
schillende redenen - weer af en dat is jammer.
Volendam is een grote 'kweekvijver'. We hebben
zo'n beetje de grootste amateurvereniging van
Nederland en dat is uniek. Alle jongens groeien op
met voetbal. Ook nü weer lopen er jongens rond
die met twee vingers in de neus het eerste elftal
moeten kunnen halen. De laatste stap is echter
altijd groot. Vooral op mentaal gebied laat de
Volendammer nog wel eens een steekje vallen.
Een Volendammer wil graag 'lekker' doen. Lekker
voetballen, niet te veel weerstand. Zijn de weer
somstandigheden bar en boos en is de bal te
hard? Dan heeft men een probleem."
Jonk vervolgt: „Zelf heb ik gemerkt, dat ook ik zo'n
type was; iemand die aanvankelijk niet over de
vereiste mentale weerbaarheid beschikte. Pas
later ben ik gaan bikkelen. Ik was een tengere
voetballer, die het niet van knokken moest heb
ben. Totdat ik besefte waar het écht om ging. Of ik
het prototype Volendammer was? Gedeeltelijk
wel. Gelukkig realiseerde ik me al heel vroeg aan
welke zwakke punten ik moest werken om
hogerop te komen. Het verbeteren van mijn eigen
kwaliteiten kon ik niet alleen; daarbij weTd ik
door allerlei mensen geholpen. Dat besef kwam
vooral, toen ik voor Ajax ging spelen. Toen voelde
ik meteen 'dit is de manier hoe het moet'. Iedere
dag scherp zijn. Elke dag kunnen opbrengen aan
jezelf en het elftal te werken. Dat heb ik bij Ajax
geleerd."
Bobby Haarms herkende de talenten van Wim
Jonk en liet hem - als Ai junior - soms stiekem met
het tweede meedoen. Om meer weerstand op te
bouwen. „Eigenlijk mocht dat niet. Maar het was
goed voor Wim, dus lieten we hem - onder een
valse naam - toch meedoen. Dat kon toen nog",
haalt Bob op. Jonk lacht erom. Hij weet het nog
precies. „Ik speelde onder de naam van een
geblesseerde jongen." Bob: „Wim was een blijver
tje. Hij groeide door, werd aanvoerder van het
tweede en stroomde door naar de hoofdmacht."
In de zomer van 1988 volgde de transfer naar Ajax.
behaalde in 1988 geen prijzen. „Sportief gezien
was het geen goed jaar. Maar ik heb er wel heel
veel geleerd. Iedere dag zat ik in de auto met
Arnold Mühren, we reden om de beurt. Hij heeft
me wegwijs gemaakt in Amsterdam en daar heb
ik veel aan gehad. Ik koesterde niet teveel ver
wachtingen, want who the heil is Wim Jonk. Ik
wilde leren en rondkijken; ervaren hoe het is om
acht trainingen per week te ondergaan. Lang
zaam ging mijn lichaam daaraan wennen. Na een
aantal maanden haalde ik dagelijks het vereiste
niveau."
De trainingen bij Ajax hebben hem geschoold. Ik
geef nu veel individuele training. Ik heb veel
gehaald uit wat ik heb geleerd. Zowel de mentale
benadering, als ook de techniek. In de trainingen
van Bob zat van alles: afzien, partijtje scherp; alles
wat een voetballer nodig heeft. Kort veld, verdedi
gen en aanvallen tegelijk. Alert zijn. Niemand kon
ooit verslappen, want dan was er direct een
tegengoal. We gingen honderd keer kapot, maar
het maakte ons wél scherper. De trainingsmetho
des vandaag de dag zijn anders. Er is nu een
arbeids-/rustverhouding. We hebben te maken
met een nieuwe generatie trainers die op een
andere manier naar het conditionele aspect
kijkt."
Bob: „Wij hanteerden steeds hetzelfde schema.
Zondag spelen, maandag rustig aan in de zaal.
Dinsdag twee keer trainen, 's Ochtends een loop
training, in de middag 'scherp' als onderdeel van
het geheel." Wim: „Wie verloren had, kreeg van
Bob nog 'een toetje': 200 meter sprinten. En niet
vals spelen hè, want dan moest het nog een keer."
Bob: „Ze moesten de achterlijn aanraken, maar
soms 'pikten' ze. Liet ik ze gewoon nóg een keer
sprinten. Ik was zeer oneerlijk op die momenten."
„Ach, Bob was ook altijd een zeeT discutabele
scheidsrechter", lacht Wim.
Het tweede jaar van Wim Jonk bij Ajax verliep
enigszins rumoerig. Hij speelde, onder Leo Been
hakker, slechts 13 duels. Het middenveld werd
Delflandplein 14,1062 HR Amsterdam, Tel: 020 - 615 46 29
Ma. t/m vr. 12.00 tot 22.00 uur
Dat was één jaar nadat Bob in Amsterdam was
teruggekeerd. "Bij Volendam loopt er nog eentje,
die goed zou zijn voor ons", liet hij zich tijdens
evaluatiegesprekken met de technische staf gere
geld ontvallen. Wim: „Ik speelde in mijn laatste
jaar bij Volendam achter de spits en scoorde vrij
makkelijk. Bob was me nog niet vergeten. Na een
training bij de club zei Bob tegen me "Johan
Cruijff belt je morgen om 13.00 uur". Ik helemaal
'shacken' aan de telefoon natuurlijk. Eerst kreeg ik
Bob "Hier komt 'ie aan, Wim" en toen kreeg ik
Johan zelf aan de lijn. Het was vroeg in het sei
zoen. Helaas ging Cruijff later dat jaaT weg, maar
mijn transfer kwam toch rond. Ik werd geruild
met Richard Smeekes. Een ruil met gesloten beur-
VAN VOOR NAAR ACHTER
Wim Jonk was toe aan een stapje hoger, omdat hij
met spelers ging werken die veel sneller dachten
en situaties eerder herkenden. „Het was prachtig
om naar dat niveau - van veel sneller handelen -
toe te groeien. Bij Volendam schatte ik situaties al
sneller in, voordat mijn medespelers dat konden.
Bij Ajax beheerste iedereen dat aspect. Zo leerde
ik heel snel op hoog niveau te komen.
Mijn eerste jaar startte ik aanvankelijk in de basis;
speelde achter de spits. Voor die plek was ik ook
gehaald. Maar er was zoveel concurrentie. Ik was
een type die deze positie anders invulde dan bij
voorbeeld Dennis Bergkamp, Ronald de Boer of
Ron Willems. Pas later in mijn loopbaan ben ik
meer van achteruit gaan spelen, omdat ik oog
had voor wat zich voor mij afspeelde. De '4' is mijn
plek geworden."
Wim Jonk debuteerde op 21 augustus 1988 in het
eerste. Ajax verloor met 2-1. „Fortuna uit was des
tijds altijd een lastige ploeg. Ik weet het nog goed
omdat we er later voor de beker speelden en met
0-1 wonnen. Ik kopte de enige goal binnen en ik
heb niet vaak met mijn hoofd gescoord." Ajax
bemand door WouteTS, Winter en Witschge. Jonk:
„Ik zei nog "ik heb ook een W in mijn naam". Maar
ja, die zat in m'n voornaam. Het was gewoon een
fantastisch middenveld. Moeilijk kiezen voor
Beenhakker. Dennis Bergkamp speelde dat sei
zoen ook niet alles. De 'tien' is een heel belangrijke
plek in het elftal. Als er gewisseld wordt, dan is het
vaak op die plek als eerste, omdat die positie
bepaalt hoe de rest van het elftal functioneert."
Jonk speelde dan wel weinig, voor zijn gevoel was
hij tóch rijp voor een basisplaats. „Zoiets voelt een
speler aan. Ik was er rijp voor. Dit jaar vond mijn
positiewisseling plaats, omdat ik Wouters moest
vervangen die voot zes duels geschorst was. We
werden kampioen. Tegen Roda J.C. thuis stonden
we met 0-2 achter, terwijl we een punt moesten
pakken. Bergkamp begon in de basis maar het
liep niet. Twintig minuten voor tijd kwamen Ron
Willems en ik erin. Ik maak de 1-2, Ron de gelijk
maker. Daarna hadden we nog één punt nodig bij
NEC. We kwamen met 1-0 achter, omdat ik m'n
man liet lopen bij een corner. Ik stond gewoon te
slapen en mijn tegenstander kopte 'm zo in de
kruising. Gelukkig maakte ik zelf de 1-1. Wat was
het bloedheet die dag."
Lang zag het er naar uit dat de loopbaan van Wim
Jonk niet van de grond zou komen. Maar juist op
het moment dat hij flirtte met enkele subtoppers
uit het buitenland, kwam Louis van Gaal (in het
begin van het seizoen 'gi/'92, red.) aan het roer.
Wim: „Voor mij de ommekeer. Vrij vroeg in dat sei
zoen had ik een moment waarbij ik dacht "ik moet
weg"; ik wilde echt spelen en dat gebeurde
gewoon niet. Ik had mijn zaakwaarnemer Rob
Jansen opdracht gegeven rond te kijken, toen Van
Gaal kwam. Louis zei mij meteen "als ik trainer
ben, speel jij. Op '4'". Beenhakker koos tot op dat
moment nog steeds voor Jan Wouters. Alleen als
die geblesseerd was, kwam ik in beeld. Louis zei
"dan moet Jan maar naar links of naar rechts". Jan
ging daar heel professioneel mee om, heeft nog 11
duels gespeeld en is toen naar Bayern München
gegaan."
KOPPEL
De komst van Van Gaal was voor Jonk dé uit
komst. „Het was een bevrijding om zoveel ver
trouwen te krijgen. "Laat het nou maar zien", zei-
ie. Ik voelde geen druk, want ik wist toch wel dat
ik het kon.
Toen ook ontstond het koppel Jonk/Bergkamp;
een fantastische tijd. We voelden elkaar zo mak
kelijk aan. Voetbalintelligentie noemde men dat.
We kenden eikaars kwaliteiten. Ik keek altijd eerst
diep om te zien of ik Dennis weg kon sturen, pas
daarna zocht ik naaT andere oplossingen. Dat
bracht meer variatie in ons spel. Normaal zochten
we eerst de vleugels, maar nü hadden we een
extra optie. Het ging allemaal vanzelf. Ineens was
het er.
Het werd een heel goed jaar. We voetbalden heel
mooi, soms zelfs té. Pas later is dat zakelijker
geworden. Wij waren nog heel frivool; niet altijd
de beste manier om prijzen mee te winnen. Ajax
ging een wedstrijd beheersen. Ik ging samen met
Blind 'van achteruit' spelen; héérlijk om zo lekker
te kunnen voetballen. Het is mooi een wedstrijd
te kunnen spelen waarvan ik vooraf al wist "we
gaan bepalen wat er gebeurt". In principe win je
dan, omdat je altijd beter bent. Dat past bij Ajax.
Altijd dominant zijn."
r*
Wim Jonk en Dennis Bergkamp nemen in De Meer afscheid van Ajax.