Van ZFC tot Belgrado
Bob ontmoet John Rep
Ajax Life nummer 3 28 augustus 2004
AMSTERDAM - Johnny Rep. Zijn naam is met gouden letters gegraveerd in de analen van
Ajax. In de historie van de roemruchte Amsterdamse club neemt hij een prominente plaats in.
Dankzij zijn doelpunten veroverde Ajax in 1372 de Wereldbeker en in 1973 de Europa Cup voor
Landskampioenen. Maar bij Bob aan tafel ging het over veel meer.
Door Amout Verzijl
Als échte Zaankanter kende Johnny Rep vanaf zijn
eerste dag bij Ajax geen aanpassingsproblemen.
De harde, maar eerlijke Amsterdamse mentaliteit
was hem thuis - in het Noord Hollandse - met de
paplepel ingegoten. Eerder moesten zijn ploegge
noten oppassen voor de onvoorspelbare grollen
en geslepen tong van de talentvolle rechtsbuiten.
Toch konden Cruijff, Keizer, Neeskens en al die
andere klasbakken in de zomer van 1971 niet
bevroeden dat die nieuwe, watervlugge aanvaller
het zo veT zou schoppen.
Even dreigde Rep het al na een paar maanden
Amsterdam voor gezien te houden. Dat was in
1968. „Het was logisch dat ik op voetbal zou gaan,
dat werd enorm gestimuleerd thuis. Ik kom uit
een echte ZFC-familie. Mijn oom heeft nog 'tegen
OTanje aan' gezeten. Mijn opa, mijn vader, zijn
broer, eigenlijk allemaal hebben we bij ZFC
gespeeld. Ik had best wat talent en speelde al op
15-jarige leeftijd in de betaalde jeugd van ZFC.
Toen heeft mijn oom een balletje opgegooid bij
Jaap van PTaag. Hij kende nog wel een jongen die
goed was. Cor Bram is toen namens Ajax komen
kijken en daarna ben ik gevraagd om bij ze te
komen spelen. Dat was niet eens zo gemakkelijk
voor me. Ik kwam over vanuit de betaalde jeugd,
die werd dat jaar opgeheven. Ik zat tegen het eer
ste elftal van ZFC aan en moest bij Ajax weer in de
Ai gaan spelen. Daar had ik het moeilijk mee. Even
zag het er zelfs naar uit, dat ik alsnog niet naar
Ajax zou gaan. Bij mijn overgang van ZFC had ik
nog vier duels schorsing aan m'n broek; overge
houden aan een jeugdtoernooi. Ik deed bij Ajax
vervolgens de gehele voorbereiding mee, maar de
eerste vier wedstrijden mocht ik niet spelen. Toen
ik mijn schorsing had uitgezeten, werd ik naar de
A2 teruggezet en daar had ik helemaal geen trek
in. Op dat moment twijfelde ik erg. "Zal ik terug
gaan naar ZFC"? Volgens de regels mocht dat toen
nog. Ik heb het even gedaan, maar uiteindelijk
hebben enkele jeugdtrainers van Ajax me weten
over te halen tóch weer terug te keren naar Ajax.
Dat seizoen ben ik niet meer uit de Ai (getraind
door Han Grijzenhout) weggeweest en zijn we
kampioen geworden."
DRINGEN
Bob Haarms twijfelt er niet aan dat Rep toch wel
goed terecht was gekomen. Ook als hij definitief
had besloten naar ZFC terug te keren: „Dan was
hij waarschijnlijk een jaar later alsnog gekomen.
Want aan Johnny was direct te zien, dat-ie vrese
lijk veel talent had. Dat merkte ik het jaar daarap,
want toen kreeg ik hem onder m'n hoede bij de
Ai; Grijzenhout werd assistent van Stefan Kovacs
bij Ajax 1. "Jij moet mij altijd hebben", zei hij altijd
tegen me als ik hem weer eens aanpakte. Maar dit
had hij nodig. Zo'n goede voetballer, die mocht
niet verloren gaan voor Ajax."
Rep countert: „We hebben wel eens wat strijd met
elkaar gehad hoor, maar dat heeft me alleen maar
goed gedaan. Ik was niet zo'n gemakkelijke jon
gen vroeger, dus hij moet gedacht hebben "wat
moet ik nou met die Rep". Maar het is allemaal
goed gekomen. Hij zag dat ik veel talent had. En
als ik dan wel eens liep te klooien, kreeg ik auto
matisch meer voor m'n kiezen dan anderen. Ik
moest meer discipline aan de dag leggen volgens
hem. Ik was geen eigengereide jongen of zo, maar
zeker niet gemakkelijk. Hoe was ik eigenlijk, Bob?"
„Je was een verschrikkelijk groot talent", luidt het
antwoord. „In die tijd zijn er heel veel spelers
gekomen en bijna even veel weer afgevallen. Ze
beschikten niet over de juiste mentaliteit en kon
den niet aan de spelregels van de club voldoen. Er
werden hoge eisen aan de jongens gesteld, wat
gedrag en discipline betreft. Daar zat ik bovenop,
zeker als ze wat terugzeiden. En dat dééd Johnny
wel eens." Rep kan een glimlach niet onderdruk
ken: „Ja, ik had moeite met discipline. Allemaal in
hetzelfde kostuum? Als jong jochie had ik daar
grote moeite mee. Nu besef ik dat het erbij hoort.
Ach, het zal mijn karakter wel zijn. Uiteindelijk
heeft het goed uitgepakt. Ik heb zeven jaar bij
Ajax gespeeld en toch wat leuke dingen meege
maakt", klinkt het met veel gevoel voor melancho
lie.
Rep moest tot het seizoen ig7i/'72 wachten alvo
rens hij in de A-selectie werd opgenomen. „Ik
debuteerde in een oefenwedstrijd tegen Borussia
Mönchengladbach. Vanwege wat blessures was ik
aan de buurt. Sjaak Swart begon als rechtsback,
Wim Suurbier werd rechtshalf en ik stond rechts
buiten. We verloren met 3-1, maar ja, het betrof
slechts de voorbereiding."
Bob was erbij: „We hielden ons traditionele trai
ningskamp in Hoogeveen. Daar ging het altijd pit
tig aan toe. Die avond sliepen we in de vreselijke
hitte. Hebben we ze allemaal naar buiten gediri
geerd. Dus sliep de complete selectie van Ajax die
nacht buiten, onder de sterrenhemel."
De competitiewedstrijd Ajax-Excelsior (1-0),bete
kende het officiële debuut van John Rep in Ajax 1.
Zijn eerste goal staat hem nog helder voor de
geest: „Dat was uit tegen FC Utrecht. We wonnen
met 2-3. Ik viel in de tweede helft in. Het was een
mooie goal. Met een sleepbeweging passeerde ik
de keeper en pats: raak. Op die beweging had ik
toen het patent. Dat jaar heb ik meegedaan in de
Europese wedstrijden tegen Arsenal en Dynamo
Dresden. Sjaak Swart was de vaste rechtsbuiten
van Ajax. Ik liep tegen de 20 jaar en hij was begin
30. Maar was nog steeds heel erg goed. Tegen
woordig was ik op jongere leeftijd in het eerste
gekomen. Maar ja, ik moest opboksen tegen een
voorhoede die bestond uit Keizer, Cruijff en Swart.
Daar kom je als jonkie natuurlijk niet zomaar tus
sen. Maar, ik stond wel te dringen natuurlijk." De
ongeduldige tiener speelde dat seizoen negen
competitiewedstrijden.
INDEPENDIENTE
Het wachten werd beloond. Uiteindelijk groeide
John Rep in het seizoen i972/'73 uit tot de
gewenste basiskracht die hij zo graag wilde zijn.
Hij bezat de potentie om door te groeien tot een
topper en de Roemeense trainer Stefan Kovacs gaf
hem de kans zich te bewijzen, een kans die de gre
tige Johnny Rep met beide handen aangreep. Hij
kwam terecht in een soepel lopend elftal dat al
twee maal op rij de belangrijkste Europese club-
prijs had veroverd. In september 1972 kon de eer
ste hoofdprijs van dat seizoen al worden gepakt:
de Wereldbeker. „Ik stond er nog niet vanaf het
begin in, dat seizoen; zelfs toen niet. Uit tegen
Independiente zat ik op de bank. We hadden 24
uur in het vliegtuig gezeten en onderweg nog
getraind op de Azoren, tijdens een tussenlanding.
Dat is lekker hoor, na een zware training midden
in de zon, bezweet en zonder te douchen weer het
vliegtuig in. De lucht trilde daar, zo heet was het.
De volgende tussenstop vond plaats in Recife, Bra
zilië. Weer om te tanken. Daar hebben we een
rondje gemaakt door een krottenwijk die aan de
andere kant van de landingsbaan lag. Jemig wat
een bende. Vreselijk. Wat ik daar allemaal heb
gezien, veTgeet ik mijn leven niet meer. Dat heeft
heel veel indruk gemaakt."
Bob: „We hebben ze bewust daar mee naar toe
genomen omdat we dachten dat het goed voor ze
was om eens te zien, wat er allemaal aan de
andere kant van de wereld gebeurt. Verschrikke
lijk gewoon, vaders die hun dochters aanboden
om maar aan geld te komen. Zo tragisch alle
maal." Rep: „Daarna stopten we nog in Montevi
deo, Uruguay. Een jaar daarvoor had Ajax eigen
lijk daar moeten spelen voor de Wereldbeker,
maar vanwege de instabiele politieke situatie ter
plaatse zijn we toen niet gegaan." Ook al kwam
Rep niet in actie, de uitwedstrijd tegen de Argen
tijnen zal hij niet gauw meer vergeten: „Dat sta
dion ging vreselijk tekeer. Ze hadden een grote kar
gemaakt die werd rondgereden door het stadion
met de cup erop. Om de fans op te hitsen. Die ble
ven maar met stenen en geslepen scherpe munt
jes gooien. Op de tribunes bewoog die hele men
senmassa zich voortdurend van voren naar ach
ter. En weer terug. Op de TV is dat nu nog regel
matig te zien. Levensgevaarlijk!"
BEDREIGEND
Bob: „Er stonden zoveel mensen op het veld, dat ik
mijn eigen spelers niet eens meer kon zien. Ik
slaagde er niet eens in, ze naar binnen te sturen
aan het einde van de waTming-up. De sfeer was
zelfs zó bedreigend, dat het bestuur niet op de tri
bune durfde te gaan zitten. Die zijn naast ons bij
de dug-out komen zitten." De Argentijnse spelers
zelf waren ook niet vies van een zware tackle of
een gemene schop. Hun prominentste slachtoffer
was Johan Cruijff. Na een half uur spelen kon
Ajax' spelbepaler niet verder door de vele schop
pen die hij had gekregen. Rep: „Ik had verwacht er
vooT Johan in te komen, dat leek me logisch. Maar
Kovacs koos voor Arnold Mühren." Bob weet
waarom: „Je moest Johnny een beetje prikkelen
hé. Drie weken later besliste hij de wedstrijd met
twee prachtige goals; had-ie toch maar mooi die
cup voor ons gewonnen. Voor Ajax de mooiste
prijs tot dan toe."
Drie weken later stond in het volgepakte Olym
pisch Stadion de return op het programma. „Kort
na de rust kwam ik erin voor Sjaak Swart en
maakte twee doelpunten. Een absoluut hoogte
punt. Weet jij nog Bob, of we toen op Paleis Soest-
dijk zijn geweest? Ik weet het niet hoor", aldus
Rep. „Door deze wedstrijd ben ik bekend gewor
den, het was mijn internationale doorbraak. Hier
begon mijn carrière pas echt."
Bob heeft beide treffers van Rep nog voor op zijn
netvlies staan. „Het waren twee schitterende
doelpunten." John neemt over: „Vooral mijn
Lees verder op pagina 15
Johnny Rep laat een verdediger van FC Groningen zij hielen zien. Ajax won in september 1972 met 3-0.