f
Ajax Life nummer 14 6 maart 2004
'Als je met strafschoppen
een wedstrijd of een toernooi
kunt winnen, moet je zo
professioneel zijn om aan dat
aspect aandacht te schenken'.
zijn draai bij Jong Ajax
4 A
/an't Schip - verantwoordelijk voor de prestaties van Jong Ajax.
goede tactische wedstrijdbesprekingen. Ik
ben nog wat impulsiever, omdat ik nieuwer
en dus enthousiaster ben."
Past dit in het beeld datje voor ogen hebt voor
het vervolg van je trainerscarrière
„Ja. In principe wil ik zó nog ongeveer een jaar
doorgaan, omdat er op een hoog niveau
gewerkt wordt. Die tijd gebruik ik om me goed
te voelen als trainer, ik wil mezelf prettig kun
nen bewegen. Daarna wordt het tijd om
hogerop te gaan. Ik heb het dan dus over ruim
een jaar. Zélf hoofdtrainer worden, meer ver
antwoordelijkheid krijgen en met een eerste
elftal aan de slag gaan, dat is wat ik beoog. Dit
huidige werk is in zoverre moeilijk, dat we
begonnen met een selectie van ongeveer 20
man, halverwege er slechts 15 hadden en er
daarna weer een paar anderen bij kregen. Dat
is heel hectisch werken. Met een vast team
opereren, is dus een logische volgende stap."
Na afloop van een training wordt er door Jong
Ajax vaak op penalty's getraind. Waarom
eigenlijk
„Wij hebben een aantal maal per seizoen ver
plichtingen in de Amstel Cup. Als een dergelijk
duel gelijk eindigt, beslissen strafschoppen
wie er door gaat en düs oefenen wij - als we
een bekerduel op het programma hebben -
een week lang op strafschoppen. Het is toch
ook een onderdeel van het spel. Als we daar
door een wedstrijd of een toernooi kunnen
winnen, moeten we zo professioneel zijn om
aan dat aspect aandacht te schenken. Natuur
lijk is de situatie op een training niet te verge
lijken met die in een wedstrijd. Maar al doet
een speler het maar tien keer op een training,
dan heeft-ie nog altijd tien keer meer ervaring
dan iemand die het nog nooit heeft gedaan."
Oranje is op het EK igg2, EK 1996, WK igg8 en
het EK 2000 uitgeschakeld na het slechter
nemen van strafschoppen. De brede discussie
die daarover wordt gevoerd, vind je dus
terecht?
„Absoluut. Ook ik heb daar een uitgesproken
mening over. Het is verstandig om zinnig over
dit onderwerp te praten. Zowel voor een
keeper als voor een speler is de strafschop
essentieel omdat er uiteindelijk toernooien
mee kunnen worden gewonnen. Het is dan
wel niet de mooiste manier, maar voor de
winnaar maakt dat uiteindelijk niks uit. Dan
is toch een heel grote groep mensen héél erg
blij. Dus moeten spelers en keepers er op trai
nen."
Wat maakt de strafschop zo bijzonder?
„Elke penalty levert weer de vraag op 'gaat ie
erin of niet'. Het grote verschil met een ander
stilstaand balletje, zoals 'putten' bij golf, is het
feit dat de keeper beweegt en de 'hole' niet. Al
wordt de bal nog zo goed ingeschoten, de kans
bestaat altijd dat de keeper'm heeft. Tenzij de
bal hoog in de kruising verdwijnt of laag langs
de paal glijdt. Maar op het moment dat een
keeper op het juiste moment de goede hoek in
gaat - met één meter arm en een goede afzet
van anderhalve meter - dan heeft hij een flink
stuk lijf waarmee hij de bal kan toucheren.
Klemmen of mooi pakken hoeft niet; z'n enige
taak is het voorkomen dat de bal over de doel
lijn gaat. Dus op het moment dat hij de goede
hoek kiest en op het juiste moment vertrekt,
heeft de keeper een grote kans dat hij de bal
stopt. Dat is dus het moeilijke van de straf
schop. Een doelman kan kiezen uit links, rechts
of het midden. Als 20 procent door het mid
den gaat, blijft 40 procent per hoek over. Als de
keeper de goede hoek kiest en daarbij de helft
van de ballen stopt - en dat hoort voor een
goede doelman - dan resteert 20 procent. Dat
is één op de vijf strafschoppen die gestopt
zouden moeten wordfen."
Hoe kan een speler zich daar tegen wapenen?
„Een strafschop kan op twee manieren wor
den genomen. Of een speler beslist van tevo
ren waar hij hem schiet. Of hij kijkt naar de
keeper. Maar wie te lang blijft kijken, heeft het
probleem dat sommige keepers nét zo lang
blijven wachten, dat een speler in de fout kan
gaan. Vooraf is ook altijd onzeker of een
keeper blijft kijken of juist een hoek kiest,
want ook zo'n doelverdediger doet zijn huis
werk. Als hij tegenovér een speler staat, waar-
van-ie weet dat die altijd een hoek kiest door
naar de keeper te kijken, dan blijft hij gewoon
staan. Dan heeft zo'n speler een serieus pro
bleem hoor. Die moet dan uit 'bijna stilstand'
de bal over de lijn duwen. En dat is heel moei
lijk. Er is geen wijsheid in de strafschoppen-
materie. Het blijft een gevoelskwestie waarin
de speler iets bij zichzelf moet kunnen aanbo
ren... 'bij hem schiet ik gewoon hard' of 'bij
hem blijf ik kijken'. Het heeft ook veel met
innerlijke kracht te maken. Wat is er nog over
van het zelfvertrouwen van een speler na 120
minuten spelen? Hoe fris is-ie nog? Veel hangt
af of een speler wel of niet goed in de wed
strijd zat. En is het stadion voor of tegen?
Zelf volgde ik vroeger geen vast patroon. Ik
begon wel altijd hetzelfde, met dat hupje in
mijn aanloop. Meestal besliste ik op het laat
ste moment waar ik de bal heen schoot. Met
een knal of in de hoek. Soms had ik momenten
dat ik me zó sterk voelde dat ik naar de keeper
durfde te kijken. Maar voelde ik me wat min-
der, dan besloot ik vooraf al zo iets als "van
daag schiet ik 'm in de linkerhoek".
In de halve finale van het EK 1992 werd mijn
strafschop gestopt door de Deense doelman
Peter Schmeichel. In die situatie dacht ik op
het laatste moment "oké ik schiet rechts",
omdat dat een hoek was waar ik met veel ver
trouwen op schoot. Meestal liep dat goed af,
maar Schmeichel koos dit keer de goede hoek
en pareerde mijn inzet. Dat bedoel ik dus. Als
een keeper op het allerlaatste moment ver
trekt, maakt hij het de speler enorm moeilijk."
A
Marco van Basten in zijn Ajax-periode.