Twee voetbalzielen, één kerst Valencia en Mofokeng over de onzekere toekomst Door Patrick Leemans Want Valencia (contract tot 2005) en Mofokeng (verbintenis tot 2006) zijn niet onvoorwaarde lijk content met hun huidige positie bij de meest succesvolle jeugdopleiding van Neder land. José: „Ik ben tot nu toe niet echt tevreden. Natuurlijk, toen we in 2002 met Jong Ajax de halve finale van de Amstel Cup bereikten, had ik het prima naar mijn zin. Maar ik speel nu al vier seizoenen in het tweede elftal. Ik heb er veel geleerd, maar ik vind dat ik geen eerlijke kans heb gekregen om mezelf in de A-selectie te bewijzen. Er wordt mij verteld dat ik niet losé Luis Valencia Murillo. goed genoeg ben voor Ajax één. Dat is frustre rend, maar ik blijf hard trainen en goede wed strijden voetballen. Het is niet zo dat ik weg wil, maar ik heb wel ambities. Als ik niet bij Ajax kan slagen, dan maar bij een andere Neder landse club. Begrijp me niet verkeerd; ik ben Ajax dankbaar voor alles wat de club voor mij gedaan heeft. Maar ik ben ook vooruit aan het kijken." Gabriel: „Precies! Ook ik voel me niet 'happy'in deze situatie. Ik speel al drie jaar in Jong Ajax en word hier niet beter meer. Desnoods worden we verhuurd, daar worden beide partijen beter van. Op die manier kunnen andere clubs geïn teresseerd raken en ons, als de contracten bij Ajax aflopen, transfervrij aantrek ken. Nee, wij kosten geen vermogen meer omdat we niet meer als speler van buiten de EU betaald hoeven te worden." JEUGDVRIEND De twee maatjes zijn echte Amsterdam mers geworden. Dat was in het begin wel anders. José: „Het gaf een vreemd gevoel, toen ik voor het eerst in Nederland kwam. Ik was pas 17 jaar oud en zette voor het eerst voet op verre, vreemde bodem. Hier kende ik niemand en alles was nieuw voor me. En de taal is natuurlijk erg moei lijk te leren! Mijn pleeggezin ving me goed op en leerde me Nederlands lezen en schrijven. Dat heb ik inmiddels aardig on der de knie. Ja, ik heb zelfs een Amster damse tongval. Maar dialect kan ik echt niet verstaan hoor! Ik ben mijn gastgezin zeer dank baar, het is m'n tweede familie geworden. Ik zie ze nog wekelijks en ze steunen me in alles. Tegenwoordig woon ik op mezelf, in een rustige buurt in Diemen." Mofokeng paste zich vooral snel aan door de komst van jeugdvriend en landgenoot Steven Pienaar. Gabriel: „De eerste keer dat ik in Nederland voet aan de grond zette, kende ik de taal al een beetje, omdat het in Zuid-Afrika door een gedeelte van de bevolking wordt gesproken. Maar toch vond ik het moeilijk om me snel aan te passen. De komst van Steven heeft alles makkelijker gemaakt. Toen hij in 2001 naar Nederland kwam, ben ik bij hem ingetrokken. Daarvoor woonde ik bij een gast gezin in Amstelveen. Nu leef ik alleen, in een rustige omgeving, waar ik van mijn privacy kan genieten. Ik ken Steven al sinds ik 12 was; we hebben in Zuid-Afrika op dezelfde voetbal- school gezeten. Ondanks het feit dat ik niet meer bij hem woon, zien we elkaar nog regel matig. Ook al ben ik geacclimatiseerd, met de taal blijf ik moeite houden. De diepe en harde 'g'-klank krijg ik maar niet onder de knie. En soms zijn jullie moeilijk te volgen, want Neder landers praten snel." Het is logisch dat Valencia en Mofokeng hun familie en geboorteland vaak missen, want de mogelijkheid om snel en regelmatig op en neer te reizen, ontbreekt. José: „Ik vertrek ongeveer twee of drie keer per jaar naar Ecuador. Maar dat ga ik in de toekomst misschien vaker doen, omdat ik onlangs voor het nationale elftal- onder-23 ben geselecteerd. Mijn familie en vrienden miste ik vooral in het begin heel erg. Nu is dat minder geworden, omdat ik me thuis voel in Amsterdam." Gabriel: „Ook ik, keer ongeveer drie keer per jaar terug naar Zuid-Afrika, tenzij er iets ern stigs gebeurt of ik voor het nationale elftal moet uitkomen. Vooral voor het weer vind ik het lekker om naar mijn geboorteland terug te gaan. Hier kan het zo koud zijn. Vooral ijs en sneeuw vind ik maar niks. Ik voel me thuis in Nederland, maar als ik alleen ben, denk ik soms aan Zuid-Afrika." Gelukkig kunnen Valencia en Mofokeng de feestdagen in hun geboorteland vieren. José: Gabriel Zitha Mofokeng. Gabriel: „Ik ben in het verleden regelmatig geconfronteerd met racisme in Zuid-Afrika. Blanken en zwarten kijken daar heel anders naar elkaar, dan in Nederland. Hier zijn we alle maal gelijk, daar niet. Bovendien is er veel machtsmisbruik. Wie geld heeft, heeft het voor het zeggen. In Nederland staan mensen meer open voor elkaar. Hier kan ik m'n eigen mening uiten en dat bevalt me uitstekend." Een ander land zullen de twee verdedigers, als Ajax ze laat gaan, waarschijnlijk niet uitzoeken. Wat er ook gebeurt; Valencia en Mofokeng zul len altijd vrienden blijven. José: Gabriel en ik zijn maatjes, we zien elkaar regelmatig buiten het veld. Dan dollen we wat of kijken een film. Wat voor soort? Die we bij Randy Rustenburg, ook speler van het tweede, huren! Hij werkt namelijk in een videotheek." Toevallig komt Rustenburg net binnen. Ajax Life vraagt wat het kijkvoer van de twee is. Randy: „Wat José voor films huurt? Dat wil je niet weten, hahaha! Alleen voor boven de 18!" Een lach- saldo volgt en als Ajax Life de twee op de foto zet, wordt de conclusie getrokken dat het wel goed komt met de jonge talenten. Als het niet bij Ajax is, dan wel ergens anders. Wie weet waar de schepen van Valencia en Mofokeng stranden. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Ajax Life nummer 10 20 december 2003 „Ik ga met mijn familie en vriendin Kerst en Oud- en Nieuwjaar in Ecuador vieren. Ja, mijn meisje woont nog steeds daar, omdat ze van wege haar studie niet weg kan. Ik zie haar slechts twee of drie keer per jaar. Dat is zwaar, maar het is niet anders. Met Kerstmis hebben we extra veel aandacht voor elkaar." Gabriel: „Ik breng de feestdagen door met familie en vrienden. Dan maak ik lol met mijn maten en drink ik tot ik een beetje tipsy ben, hahaha! Nee, aan vuurwerk doe ik niet. Dat is in de 'Townships' in Zuid-Afrika namelijk levensgevaarlijk. Iemand kan een knallend rotje aanhoren voor een pistoolschot en vervol gens zélfde trekker overhalen. Zo gaat het daar. Dat is inderdaad niet leuk, maar ik ben er aan gewend." AMSTERDAM - Voor José Luis Valencia Murillo (21) en Gabriel Zitha Mofokeng (21) kwam drie jaar geleden een jongensdroom uit. De twee verdedigers werden door Ajax gecontracteerd en uit een minder kleurrijke positie uit hun geboorteland gehaald. De Ecuadoriaan en Zuidafrikaan spelen sindsdien in Jong Ajax en voelen zich thuis in Amsterdam. Maar dat wil niet zeggen dat de twee vrienden niet varder kijken. Beiden zullen de kerstman om hetzelfde cadeau vragen. VOORZIENINGEN Beiden geven nogmaals aan hoe blij ze zijn met de kans die ze van Ajax hebben gekregen. José; „Alles is in Nederland beter geregeld dan in Ecuador. De economie, de sociale voorzienin gen, de belastingen, de staatsinstellingen, de machtsverhoudingen; alles! In mijn geboorte land kunnen alleen mensen die veel geld heb ben, een beroep op goede voorzieningen doen. De verschillen tussen arm en rijk zijn enoTm. Het beste ziekenhuis is alleen toegankelijk voor de rijkste en machtigste mensen. Voor de min der bedeelden is er niets; die kunnen beter direct sterven, dan naar een aftands armenzie- kenhuis gaan. Dat is afschuwelijk. Ik heb er 17 jaar gewoond, dus ik weet hoe het is. Gelukkig weet ik daardoor ook hoe goed ik het in Neder land heb. Daarom geef ik financiële steun aan mijn familie in Ecuador. Ik zal mijn achtergrond nooit vergeten." Ajax Life vroeg zich af, of deze foto niet te donker zou zijn. Gabriel en José: „Dat ligt aan ons hoor, wij worden nu eenmaal niet blanker!"

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2003 | | pagina 15