I 'Als iedereen meeverhuist, blijft de Ajax-cultuur' I 1 NOVEMBER 2003 NUMMER 7 AjAX LIFE Zeven jaar De Toekomst: AMSTERDAM - Jeugdcomplex De Toekomst werd in 1996 het 'nieuwe' opleidingsinsti tuut van Ajax. Nu - zeven jaar na dato - is het tijd voor een tussenbalans. Ajax Life trok op met enkele insiders. „In De Meer, op Voorland, zaten we in de bestuurskamer te werken. Alles gebeurde daar. Er stond één kast en daar zat alles in. Dat was de jeugdopleiding van Ajax!" Door Sander Zeldenrijk Foto's Carla Smit Danny Blind streeft naar perfectie en zoekt dus naar de beste trainers. Kwaliteit is bet sleutelwoord. Niet alleen van talentvolle spe lertjes, maar ook van goede trainers. „Wij zoe ken het in de kwaliteit van mensen. Daarin hebben we extra mogelijkheden. Wij zijn Ajax, men wil hier graag werken en we heb ben de financiële middelen om goede men sen te halen. Willen we ons plafond verhogen, dan moeten we het daarin zoeken; niet in facilitaire zaken. Iedere BVO heeft inmiddels een opleiding die er zijn mag. Dat is alleen bouw, dat is voor fulltimers." De Zaandammer hecht veel waarde aan de goede sfeer op het jeugdcomplex. „Wim Kwakman kende ik nog uit mijn Bi-tijd omdat ik daar vorig jaar stage liep. Heini Otto, Danny Blind, Bryan Roy en Arnold Mühren zijn ook geen onbekenden. We hoeven elkaar maar aan te kijken dan weten we precies wat ons te doen staat. Het belangrijkste is dat we veel met elkaar communiceren." VERENIGINGSGEVOEL Bryan Roy (155-voudig Ajacied) traint dit jaar de E3. Toen hij zelf nog een talentje was, had Ajax Johan Cruijff als technisch directeur. „Hij Directiesecretaresse Lydia van der Moot: perfectionistische vrouw in een mannenwereld. maar goed, want dat betekent niet alleen dat ook wij scherper moeten zijn; het is ook goed voor het Nederlandse voetbal. We moeten dus attent zijn op gebieden waarin we nog winst kunnen behalen. Zo'n voorwaarde was ook de uitbreiding van de onderbouw en ver der krijgen we een tweede kunstgrasveld dat weer twintig tot dertig procent beter is dan wat we hadden." Bryan Roy en Sonny Silooy zijn twee van die trainers, die recentelijk toetraden tot het trai- nersgilde van De Toekomst. Silooy (343-vou- dig Godenzoon) is sinds dit seizoen coach van Ajax D3. Hoe ziet zijn gemiddelde werkweek er eigenlijk uit? „Maandag loop ik om 16.30 uur mee met de E2 (een ploeg met spelers die ik volgend seizoen wellicht in mijn elftal krijg) en daarna train ik om 18.00 irur met mijn eigen jongens. Dinsdag is er individuele en specifieke training met de A- en B-jeugd. Dan assisteer ik bij de hogere elftallen. We werken hier met veel verschillende leeftijdscatego rieën. Woensdag trainen we of hebben we een oefenwedstrijd. Op donderdag ben ik vrij en vrijdag wordt er weer getraind en verga dert de onderbouw. Dat zijn de teams van de Fi tot en met de D2. Ik zit niet bij de boven- was natuurlijk nauw betrokken bij de jeugd opleiding. Et was destijds maar één manier van spelen. Er wordt nu iets meer gevarieerd in het 4-3-3-systeem. Ik heb wel het idee dat spelertjes sneller bewust worden gemaakt van het positiespel dan in onze tijd." Hoe kwam Roy eigenlijk als jeugdtrainer bij Ajax terecht? „Leo Beenhakker vroeg me of ik jeugdtrainer bij Ajax wilde worden. Ik was 31 en moest er uiteraard even goed over naden ken. Maar uiteindelijk heb ik het gedaan omdat ik denk dat mijn toekomst hier ligt. Ik trainde destijds mee met Jong Ajax en voelde me hier meteen weer thuis. Dat was voor mij een belangrijke periode. Toen zag ik eigenlijk wat ik al die jaren waarin ik in het buitenland zat, gemist heb. Het thuisgevoel in m'n eigen stad. Tachtig procent van de mensen ken ik. ledereen die vroeger op Voorland liep, werkt nu op De Toekomst. Daaruit ontstaat dat ver- enigingsgevoel, de Ajax-cultuur. Het enige nadeel is de afstand tussen de ArenA en De Toekomst. Ik vind dat het eerste team hier dichterbij zou moeten trainen. Ik ging vroe- geT altijd kijken bij Van Basten, Vanenburg en De Wit. Die afstand is nu nog tè groot, maar misschien dat het in de toekomst verandert." Toch zijn er zo nu en dan wel wat bekende spelers op De Toekomst te ontdekken. Sinds dit seizoen revalideren geblesseerde spelers van het eerste elftal namelijk op het jeugd complex. Jari Litmanen was één van de eer sten: „Ik heb er ruim een maand gereva lideerd. Aanvankelijk moest ik wel omschake len, omdat ik gewend was naar de ArenA te rijden. Maar daarna verliep het soepel. In de ochtend is het er heel rustig en zaten we er alleen met een fysiotherapeut en andere geblesseerde spelers. Maar 's middags liepen er veel jeugdspelers rond en was het een stuk drukker. Daar moest ik aan wennen. Maar ik kon me op De Toekomst wel volledig concen treren op mezelf en mijn herstel. Dat was pTettig. Het nadeel was, dat ik weinig contact met de A-selectie had. Alleen bij de lunch eventjes. En op zaterdag was het vanwege alle jeugdwedstrijden heel moeilijk om in alle rust aan m'n herstel te werken." Litmanen kende veel mensen die op het jeugdcomplex werkzaam zijn al uit zijn vorige tijd bij Ajax: „Bijna iedereen. Een aan tal oud ploeggenoten zijn inmiddels trainer, anderen waren dat al toen ik in mijn eerste Ajax-periode zat. Persoonlijk vond ik het leuk om veel op De Toekomst te zijn. Even tussen door een praatje maken; op de gang iemand tegenkomen. Die goede sfeer ging niet ten koste van mijn revalidatie. Overigens kwam ik, voordat ik er ging revalideren, al geregeld op De Toekomst. Gewoon om naar het tweede te kijken of een wedstrijd van de Ai mee te pakken. Dat maakte de overgang van de ArenA voor mij vrij eenvoudig." BETROKKENHEID De jeugdopleiding van Ajax geniet, zowel nationaal als internationaal, een hoog aan zien. Talloze talenten maakten de sprong uit de kweekvijver en voelden zich in het diepe (Ajax 1) als een vis in het water. Herman Borman en Cas Harms leiden het scoutingap- paraat dat verder bestaat uit Tonnie Pronk, Piet Keizer, Gerrie Mühren en John Steen s AjAX AJAX 1 Een deel van de grote scoutafdeling. Cas Harms (I) en Herman Borman (r). Centraal ontmoetingspunt: de ronde tafel. Olsen. Het duo is dagelijks op De Toekomst te vinden. Borman:„Het belangrijkste werk is dat we de rapportages die van de scouts komen, goed lezen en rangschikken. Die men sen doen voor ons het werk in de omgeving. We noemen dat'voorscreenen'. Die rapporten zetten we in de computer. Wekelijks stromen er nieuwe binnen. Verder delen we de scouts in voor Jeugd Plan Nederland, want er wordt overal in het land gespeeld. We werken met ongeveer 32 man en dan tel ik de scouts van Haarlem, waar we inmiddels heel erg nauw mee samenwerken, ook mee." Tonnie Bruins Slot vroeg (DWS-er) Borman in 1982 bij Ajax te komen en sindsdien is hij er niet meer weg te slaan. „Er ontstaat betrok kenheid. Dat móet er zijn om hier te kunnen werken. We denken hier niet 'ik ga bij Ajax werken en dit zijn mijn vaste uren'. Als trainer wist ik precies wat er onder en boven me speelde. Dat is heel belangrijk voor de door stroming van spelers. Iedereen voelt zich betrokken bij het gebeuren. Ajax is dan wel een BVO, maar op bepaalde momenten is het ook gewoon een club. Het scoutingwerk is de laatste jaren veranderd", merkt Borman op Toekomst-directeur Gerard Holsheimer poseert voor de fraaie oude Ajc tijdens zijn gesprek met Ajax Life in het res taurant van De Toekomst. Zo is de scoutingaf- deling uitgebreid. We hebben ook een tijd gehad dat het werk niet zo leuk was. Een paar jaar geleden zat echt iedereen in elkanders vijver te vissen en werd er grof geld geboden. Ajax heeft daar nooit aan meegedaan, omdat we er vanuit gaan dat we voor élk jongetje aantrekkingskracht hebben. Als hij liever niet naar ons wil, dan gaat-ie toch lekker ergens anders spelen. Tegenwoordig krijgen clubs - vanaf de D-pupillen - een behoorlijke vergoe ding voor het aantal jaren opleiding. Dan denkt iedere club wel even na voordat een speler wordt gehaald." Borman erkent dat ook Ajax noodge dwongen steeds jon ger gaat scouten. „Sommigen kunnen - bij wijze van spreken - nog niet eens hun veters vastmaken.Tóch moeten we vanaf dat niveau al gaan zoeken om de rest voor te blij ven. Dat doen we blijk baar erg goed, want het komt maar zelden voor dat we een spe lertje moeten wegstu ren omdat-ie niet goed bleek te zijn. Dat is belangrijk. In tegen stelling tot veel andeTe clubs, halen we niet zomaar 'een grote groep' binnen, in de hoop dat er een paar goede spelertjes bij zitten." Wedstrijdsecretaris Hans Bijvank regelt samen met Floor Thoolen en Wim Heisterkamp alle wed strijdzaken op het jeugdcomplex (en daarbuiten).

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2003 | | pagina 8