'Dat ik zou huilen, had ik niet verwacht'
LaPeroeriOr
Bij het afscheid van Richard Witschge
t.
Ajax Life nummer 20 14 juni 2003
AMSTERDAM - Richard Witschge en Bob Haarms zijn twee oer-Ajacieden die voor
altijd onlosmakelijk met de club verbonden zullen blijven. Ajax zit hen immers in het
hart. Net als het duo zich verzekerd weet van de blijvende liefde van een grote sup-
portersschare.
Door Arnout Verzijl
Afscheid nemen is een beetje sterven. Richard
Witschge was dan ook zichtbaar ontdaan
toen Ajax, na afloop van het competitieduel
tegen SC Heerenveen, op indrukwekkende
wijze afscheid van hem nam. De emoties die
hem overmanden, kwamen niet onverwacht:
„Doordat ik het eerder ook al bij andere spe
lers heb meegemaakt, bijvoorbeeld met
Danny Blind en Jari Litmanen, wist ik van te
voren wat me te wachten stond. Ik heb altijd
een hechte band met deze club en de suppor
ters gehad. Ook al wist ik dat het op een gege
ven moment voorbij zou zijn, dan nog is zo'n
afscheid emotioneel. Dat was zo bij hen en
dat is mij nu ook overkomen. Dat ik zou hui
len, had ik vooraf overigens niet verwacht.
Alhoewel, ook toen die andere Ajacieden
afscheid namen, had ik wel degelijk een brok
in mijn keel. Ik had het tegen Heerenveen al
moeilijk, toen ik de bloemen in het publiek
moest gooien, nog voor de wedstrijd begon.
Dit was ook de eerste keer in mijn carrière dat
ik vooraf écht zenuwachtig ben geweest. Pas
toen de wedstrijd eenmaal was begonnen,
had ik nergens meer last van. Maar op het
moment dat ik mijn kinderen met betraande
ogen naar me toe zag komen, hield ik het niet
meer. Dat mijn dochters zo van streek waren,
zal wel te maken hebben gehad met alle
indrukken om hen heen. Mijn vrouw heeft
hen natuurlijk uitgelegd dat 'papa' zou gaan
stoppen. Het afscheid van Bob in 2000 was
natuurlijk ook heel bijzonder. Ik weet nog dat
hij met een paard en wagen langs het veld
reed. Bob liep al zoveel jaren mee bij Ajax, de
club zit bij hem zó in z'n hart. Ook dat
afscheid raakte me."
Toen Richard Witschge nog een 17-jarige
junior was, kon hij niet bevroeden dat hij ooit
warme gevoelens zou gaan ontwikkelen voor
die imposante man met die donkere brui-
stem: „Het Ajax-gevoel heb je al als klein
jochie, zeker als je in Amsterdam woont. Ajax
is de bekendste naam van Nederland, mis
schien wel van de wereld. Ik wilde er al op
jonge leeftijd heen, maar mijn vader zei 'dat
komt wel; ik heb bovendien nu geen tijd om je
naar de training te brengen'. Op mijn der
tiende heb ik uiteindelijk de stap gewaagd. Ik
kwam in een elftal met onder meer Brian Roy
en Danny Muller, spelers waarmee ik nog
steeds een goed contact heb. Ik ben naar Ajax
gehaald door Jany van der Veen. Hij kende
mijn vader goed, Jany had al een paar jaar
geprobeerd me over te halen om naar Ajax te
gaan, net zo lang totdat het zover was. Jany is,
net als Bob, ook zo'n échte Ajacied. De eerste
keer dat ik Bob ontmoette, was toen ik 17 jaar
was en aan mijn knie geblesseerd was
geraakt. Na een kleine ingreep bleek er niets
aan de hand te zijn, maar ik moest, wel bij
hem revalideren. Dus werd ik voor het eerst
geconfronteerd met Het Bankje. Bob was
iemand waar anderen tegenop keken. Een
grote sterke man met een diepe stem. Ik weet
nog dat - als we vroeger op Voorland voetbal
den - zijn stem vanaf De Meer bulderend te
horen was. Zijn hersteltrainingen waren
altijd goed gedoseerd. Het werd steeds
zwaarder, totdat ik uiteindelijk mijn benen
niet meer voelde. Maar Bob bleef altijd posi
tief. Ik heb hem na iedere hersteltraining
gezegd 'bedankt Bob' en dat meende ik nog
ook. Terwijl ik helemaal door hem was afge
beuld. Met die zware stem maakte hij vooral
op de jonge spelers veel indruk. Later, toen ik
ouder werd, leerde ik hem kennen als een
goeie vent met een Ajax-hart."
SNEEUW
Vliegen, daar heeft Witschge nooit zo van
gehouden. Ondanks het feit dat hij met Ajax,
Barcelona en Bordeaux de hele wereld rond
reisde. Eén vlucht staat hem nog helder voor
de geest: „In juni 1997 hebben we een gewel
dige trip naar Zuid-Amerika gemaakt. We
speelden in Santiago de Chili, Buenos Aires en
Sao Paolo. Bij een binnenlandse vlucht wer
den we in een klein propeller-toestelletje
gestopt. Een kabaal, vreselijk, terwijl we ook
nog eens heel laag over de bergtoppen vlo
gen. Nee, dat vond ik helemaal niets. Het
voetballen daar viel ook tegen. Ik weet nog
dat we in Chili tegen Universidad Catolica
speelden. De scheidsrechter die dat duel
leidde, was zo ongelooflijk tegen ons. Bogarde
kreeg volledig ten onrechte rood en een
terechte 3-3 van ons werd afgekeurd. Een
kwartier na rust zei onze aanvoerder Danny
Blind tegen hem 'als je nog één keer zo tegen
ons fluit, gaan we naar binnen'. Nou, Danny is
een man van principes, dus bij de volgende
fout van de arbiter zijn we zö van het veld
gelopen. Van Gaal probeerde ons nog over te
halen om verder te spelen, maar dat
gebeurde niet. Voor de rest was het een
prachtige ervaring, daar in Zuid Amerika. We
zijn op de hoogste berg van Chili geweest en
hebben er met de hele selectie geskied. De
buschauffeur die ons naar het skistation
bracht, reed als een gek omhoog. Er was geen
vangrail en op de weg lag verse sneeuw. Ik zat
aan het raam en als ik naar buiten keek,
gaapte naast me een diepe afgrond. Dus heb
ik mijn ogen dichtgedaan en ben tegen Fred
Grim, die naast me zat, gaan liggen.'Maak me
maaT waker als we er zijn, Fred', zei ik. Het
skiën was overigens prachtig, al kwamen we,
op een gegeven moment wel in een sneeuw
storm terecht. Vanwege het slechte zicht ging
ik voorop; even kijken of het parcours wel vei
lig was. Plots stuitte ik op een flinke hobbel in
die afdaling en had alle moeite om goed neer
te komen. Ik werd zo ongeveer gelanceerd en
het liep maar nét goed af. Ik besloot niets
tegen de anderen te zeggen en riep dat het
prima te doen was. 'Laat je maar lekker naar
beneden glijden en maak flink snelheid, want
aan het einde loopt het omhoog', zei ik. Een
jongen van de media-afdeling, die verant
woordelijk was voor de reclameborden,
kwam als eerste. Nou, hem noemen we sinds
dien 'de witte condor'. Hij maakte me een klap
zeg, viel recht voorover de sneeuw in. Wat
hebben we gelachen... De sneeuw zat overal,
van zijn oren tot zijn voeten."
Witschge speelde in zijn imposante loopbaan
op alle continenten van de wereld. In Azië
deed hij onder meer Hong Kong en Vietnam
aan: „Nadat we de hele week wat ontspannen
in Hong Kong hadden doorgebracht, werd dat
land plots geteisterd door een enorme typ
hoon. Daardoor ging de wedstrijd, waarmee
de week beëindigd zou worden, niet door. Ik
geloof niet dat iemand dat erg vond. In Viet
nam kreeg ik destijds te horen dat mijn moe
der een hartaanval had gehad. Ik zou naar
huis gaan, maar het eerstvolgende toestel
vertrok pas de volgende dag. Toen was de
situatie thuis gelukkig al stabiel, dus ben ik
maar gebleven, omdat we twee dagen later
allemaal zouden terugvliegen. Wat me het
meest van Vietnam is bijgebleven, is de
enorme armoede die er heerste. Verschrikke
lijk gewoon! We bezochten met het elftal een
kinderverblijf, vol kinderen die door hun moe
ders te vondeling waren gelegd. Daar hebben
we spontaan geld voor ingezameld.
De mooiste plek op aarde, waar ik ben
geweest, is misschien wel Kaapstad. Met de
Tafelberg en Kaap de Goede Hoop, waar alle
maal pinguïns op het strand stonden. Dat
had ik vooraf niet geweten. Die beesten lagen
gewoon - in de bloedhitte - hun eieren uit te
broeden."
SUPPORTERS
Net zoals Bob Haarms, heeft ook Richard Wit
schge een innige band met de Ajax-suppor-
ters. De laatste duels werd dat steeds intie
mer; vooral sinds de uitwedstrijd tegen AZ,
getraind door Co Adriaanse. De fans begon
nen spontaan te zingen 'Let op Co'tje, Wit
schge komt er aan'toen de Ajacied zich ging
warmlopen. Uiteraard was dat een reactie op
het feit dat Adriaanse twee seizoenen eerder
Witschge uit het eerste elftal had gezet: „Die
actie bij AZ gaf me een kick. Ik begon een
beetje met de fans te spelen. Eerst liep ik
gewoon warm, samen met oud-FeyenooTder
Robin Nelisse. Toen de fans gingen zingen
'pak die kakkerlak',liep ik op Nelisse af en ont
week hem op het laatste moment. Nelisse
moest er zelf ook om lachen. Alleen Co niet, zo
begreep ik later. Tijdens de nabespreking
heeft hij tegen Nelisse gezegd, 'dan pak je
toch een gele kaart of stomp je hem neer'. Het
hele akkefietje met mij zit hem blijkbaar nog
steeds heel hoog. Ik voel me nu toch de
moTele winnaaT van het conflict dat ik met
hem had. Dat komt mede door het publiek
van Ajax dat altijd achter me is blijven staan.
Ik kwam uiteindelijk terug en hij moest weg."
Maar nu is ook voor Witschge de tijd geko
men afscheid te nemen van de club, waar hij
zo aan gehecht is: „Het Ajax-gevoel zal ik
altijd blijven houden. Als ze me een mooie
baan bij Feyenoord aanbieden? Nee, nee en
nog eens nee. Maar daar zullen ze me ook niet
vragen, hoor! Ik wil bij geen enkele andere
club in Nederland spelen. Ajax heeft me
gevormd tot wie ik nu ben. Ik heb eT mijn
opleiding genoten, buitenlandse wedstrijden
gespeeld, Oranje gehaald. Jeugdtrainers als
Cor van der Hart en Dick de Groot hebben me
gevormd als Ajacied. Zij hebben me de
Amsterdamse discipline geleerd en dat
neemt niemand me ooit nog af."
Witschge tekent zijn afscheidsbanner die tijdens de wedstrijd Ajax - SC Heerenveen vak 410 sierde.
Delflandpletn 14,1061HR Amsterdam, Tel: oao - 615 46 29
Ma, t fm vr, 12.00 tot 22.00 uur
Zoodag vanaf iB.oq uur
Het gesprek met Richard Witschge
vond als vanouds plaats in de
vertrouwde omgeving
van ta Perthe d'Or.
Alleen Bob Haarms ontbrak.
Hij genoot van een welverdiende
vakantie In Frankrijk.